ECLI:NL:RBOVE:2020:914

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
24 februari 2020
Publicatiedatum
3 maart 2020
Zaaknummer
C/08/244156 / FA RK 20-372
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verlenging van een crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 24 februari 2020 heeft de Rechtbank Overijssel een beschikking gegeven in een zaak betreffende de verlenging van een crisismaatregel, zoals bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 19 februari 2020 een verzoek ingediend om de op 18 februari 2020 opgelegde crisismaatregel te verlengen. Dit verzoek werd behandeld tijdens een mondelinge zitting op dezelfde dag, waarbij de betrokkene, haar advocaat mr. J.J.M. Pinners, en verschillende zorgprofessionals aanwezig waren.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een ernstig dreigend nadeel voor de minderjarige kinderen van de betrokkene, veroorzaakt door haar vermoedelijke verslavingsstoornis. Ondanks deze bevindingen oordeelde de rechtbank dat er op dat moment geen onmiddellijk dreigend gevaar was dat de voortzetting van de crisismaatregel rechtvaardigde. De betrokkene had aangegeven zich te willen laten behandelen voor haar verslavingsproblematiek en de rechtbank besloot haar de kans te geven om deze toezegging na te komen.

Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek tot verlenging van de crisismaatregel afgewezen, met de mogelijkheid dat in de toekomst, indien nodig, een zorgmachtiging kan worden aangevraagd. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter A.L. Smit en is op 25 februari 2020 schriftelijk ondertekend.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Familierecht en Jeugdrecht
Locatie: Zwolle
Zaaknummer: C/08/244156 / FA RK 20-372
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 24 februari 2020van de rechtbank Overijssel naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[A],
[geboortedatum] 1983 te [plaats] ,
wonende te [adres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. J.J.M. Pinners te Zwolle.

1.Procesverloop

1.1
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 19 februari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 18 februari 2020 opgelegde crisismaatregel. Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel;
  • de medische verklaring;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet BOPZ en de Wvggz.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft op 24 februari 2020 plaatsgevonden, op
de locatie van het Isala Ziekenhuis, afdeling MPU te Zwolle.
1.3
Ter zitting waren aanwezig en zijn gehoord:
  • betrokkene met haar hierboven genoemde advocaat;
  • I.J.H. Konings, psychiater;
  • J. Orsel, verpleegkundige; en
  • T.A.J. van den Berg, coassistent.

2.Beoordeling

2.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in met name ernstige psychische schade bij de minderjarige (pleeg) kinderen van betrokkene. Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, te weten een verslavingsstoornis. Betrokkene heeft voor alle signalen die de psychiater hebben gebracht tot die conclusie een verklaring gegeven en er bestaat naar het oordeel van de rechtbank een zeer geringe kans dat de feiten waarop de psychiater zich heeft gebaseerd toch anders liggen. Er is echter op zijn minst sprake van een sterk vermoeden van alcoholverslaving, en dat is zoals gezegd voldoende. Naar het oordeel van de rechtbank is de invoering van de Wvggz een goed moment om te accepteren dat het primair de psychiater is die, als medical expert, bepaalt of er sprake is van een psychische stoornis en daarbij geen uitzondering te maken voor onder andere verslaving. Die conclusie dient de rechter in beginsel te volgen. Dit te meer omdat van overheidswege bij voortduring wordt gepubliceerd dat verslaving onder de Wvggz wordt beschouwd als een psychische stoornis.
2.2
De rechtbank is echter van oordeel dat er geen sprake is van een onmiddellijk dreigend gevaar en van een crisissituatie die de voortzetting van de crisismaatregel op dit moment rechtvaardigt. Naar de rechtbank heeft begrepen, is thans Veilig Thuis ingeschakeld. Verder heeft betrokkene ter zitting toegezegd dat zij zich zal wenden tot Tactus verslavingszorg om via deze instelling met expertise op het gebied van verslaving aan te tonen dat zij ten onrechte een verslavingsstempel opgedrukt heeft gekregen. De rechtbank wil betrokkene de gelegenheid bieden om deze toezegging gestand te doen. Uiteraard dient de veiligheid van de van betrokkene afhankelijke kinderen in de leeftijd van 2, 16 en 17 jaar zwaar te wegen, maar er dient aan de andere kant ook oog te zijn voor de nadelige gevolgen voor de kinderen van een onverwachte, onvrijwillige opname van hun (alleenstaande) moeder. Tegen deze achtergrond ligt het meer in de rede om, indien daar aanleiding toe is, de vraag of verplichte zorg aan betrokkene kan worden verleend via de procedure behorend bij een zorgmachtiging aan de rechter voor te leggen.
2.3
Gelet op het voorgaande wordt het verzoek afgewezen.

3.Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is op 24 februari 2020 mondeling gegeven door mr. A.L. Smit, rechter en in het openbaar uitgesproken, bijgestaan door G. van Beugen als griffier, en op 25 februari 2020 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.