Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[X] ,
2.[Y] ,
a) door verzoeker en door degene(n) aan wie een afschrift van de beschikking (vanwege de griffier) is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
Rechtbank Overijssel
In deze beschikking van de Rechtbank Overijssel, uitgesproken op 10 februari 2020, is de ontvankelijkheid van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Deventer beoordeeld. De ambtenaar had een verzoek ingediend tot verbetering van diverse akten van de burgerlijke stand. De rechtbank oordeelde dat de ambtenaar geen belanghebbende is in de zin van artikel 1:24 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De rechtbank baseerde haar oordeel op de systematiek van Titel 4 van Boek 1 van het BW, waarin verschillende bevoegdheden zijn toegekend aan belanghebbenden, de ambtenaar van de burgerlijke stand en de officier van justitie. Hoewel de ambtenaar in andere artikelen van het BW wel bevoegdheden heeft, zoals in artikel 1:25a en 1:25c, wordt hij niet genoemd in artikel 1:24, wat betekent dat hij niet de bevoegdheid heeft om een verzoek tot verbetering in te dienen. De rechtbank concludeert dat de ambtenaar van de burgerlijke stand niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn verzoek. De beschikking kan door belanghebbenden, uitsluitend via een advocaat, worden aangevochten bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden binnen drie maanden na de uitspraak.