ECLI:NL:RBOVE:2020:879

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
27 februari 2020
Publicatiedatum
27 februari 2020
Zaaknummer
08-993152-16 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor meervoudige oplichting en valsheid in geschrift met betrekking tot schadeclaims

Op 27 februari 2020 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 50-jarige man uit Overbetuwe, die werd beschuldigd van meervoudige oplichting en valsheid in geschrift. De verdachte had in de periode van 21 september 2011 tot en met 21 mei 2014 verschillende schadeclaims ingediend bij verzekeringsmaatschappijen, waarbij hij valse of vervalste documenten had overgelegd om zijn claims te onderbouwen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het opmaken en gebruiken van valse documenten, waaronder facturen, getuigenverklaringen en jaarverslagen, om zo onterecht schadevergoedingen te verkrijgen van in totaal ongeveer € 61.861,20. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte door een samenweefsel van verdichtsels en listige kunstgrepen heeft geprobeerd de verzekeraars te misleiden. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 18 maanden geëist, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. De rechtbank heeft deze eis grotendeels overgenomen, maar heeft de straf gematigd vanwege de overschrijding van de redelijke termijn van berechting. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en moet zich gedurende de proeftijd aan bepaalde voorwaarden houden.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer 08-993152-16 (P)
Datum vonnis: 27 februari 2020
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1969 in [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 15 mei 2017 en 13 februari 2020.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. A.M. Ruige en van hetgeen door de raadsman van verdachte, mr. B.P.J. van Riel, advocaat te Rhenen, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging van 15 mei 2017, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:
primair:in de periode 21 september 2011tot en met 21 mei 2014 in totaal 18 geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen valselijk heeft opgemaakt of vervalst
subsidiair:in de periode 21 september 2011 tot en met 21 mei 2014 opzettelijk gebruik heeft gemaakt van en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft afgeleverd de onder 1 primair genoemde 18 valse/vervalste geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen
feit 2:tweemaal een verzekeraar heeft opgelicht in de periode 21 september 2011 tot en met 21 mei 2014, namelijk:
- Allianz voor een bedrag van € 51.861,20
- N.V. Univé voor een bedrag van € 10.000,00.
feit 3:driemaal geprobeerd heeft een verzekeraar op te lichten in de periode 21 september 2011 tot en met 21 mei 2014, namelijk:
- A.I.G. voor een bedrag van € 5.000,00
- A.I.G. / Chartis voor een bedrag van € 35.000,00
- TVM voor een bedrag van € 100.000,--.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 21 september 2011 tot en met 21 mei 2014 te [woonplaats] gemeente Overbetuwe en/of te [plaats] gemeente Overbetuwe, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
een hoeveelheid valse stukken, te weten een brief van de belastingdienst en/of facturen en/of een wekelijkse urenstaat en/of getuigenverklaringen en/of een brief van een chirurg en/of een jaarverslaglegging 2011 en/of een offerte en/of een e-mail bericht en/of aangifte Inkomstenbelasting 2010 en/of aangifte Inkomstenbelasting 2011
(elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt en/of vervalst, te weten onder meer:
een brief van de belastingdienst, d.d. 8 november 2013, gericht aan [advocatenkantoor 1] advokaten (DOC-002, p. 632) en/of
twee, althans één of meer facturen van [bedrijf 1] gedateerd 5 februari 2012 en/of 11 februari 2012 (telkens) gericht aan [bedrijf verdachte] Garage (DOC-013, p. 735 en p. 736) en/of
een factuur van [bedrijf 3] Autorestauratie, d.d. 9 september 2009, gericht aan [bedrijf verdachte] Garage (DOC-057, p. 956) en/of
een wekelijkse urenstaat van [bedrijf verdachte] Garage begin week 06-02-12 t.n.v. werknemer [naam 1] (DOC-013, p. 737) en/of
drie, althans een aantal getuigenverklaringen, te weten met betrekking tot een bijna aanrijding tussen verdachte op de fiets en een vrachtwagen op woensdag 21 september (2011) te [plaats] (DOC-053, p. 948) en/of
met betrekking tot het van een fiets vallen door verdachte op 20 december 2011 te Doorwerth (DOC-013, p. 729) en/of
met betrekking tot het van een fiets vallen door verdachte op 27 oktober 2012 te Slijk Ewijk (DOC-068, p. 1356) en/of
[bedrijf verdachte] Garage Jaarverslaglegging 2010 en 2011 (DOC-007 p. 652 t/m 665 en G-003-01, p. 536 t/m 549) en/of
een offerte van [bedrijf 1] , d.d. 28 september 2011, aan [naam 2] betreffende het plaatsen van een ervaren arbeidskracht (DOC-014, p. 761) en/of
twee, althans een of meer e-mailberichten, (telkens) gericht aan [e-mail] (telkens) met verzenddatum op 9 april 2012 en (telkens) betreffende het uit elkaar knallen dan wel ontploffen van een bierfles en afkomstig van [naam 1] en/of [naam 4] (DOC-072, p. 1373 en DOC-073, p. 1374) en/of
een brief van het ziekenhuis Rijnstate d.d. "26 januari 2012-0-26" aan huisarts [naam 5] betreffende letsel aan dig. I links (digitus I = duim, i.c. linker duim) en een snijwond aan de top van dig. III (digitus III = middelvinger) van verdachte (DOC-013B, p. 760) en/of
aangifte Inkomstenbelasting 2010 en/of aangifte Inkomstenbelasting 2011 (DOC-047 p.923 en p. 929) en/of
een factuur van [bedrijf 1] gedateerd 18 november 2012 gericht aan [bedrijf verdachte] Garage (DOC-069, p. 1357) en/of
een wekelijkse urenstaat van [bedrijf verdachte] Garage begin week 12-11-12 t.n.v. werknemer [naam 6] (DOC_070, p. 1358),
immers heeft verdachte (telkens) valselijk:
ad a.
in de brief van de belastingdienst (DOC-002, p. 632) onder meer vermeld dat verdachte een vergoeding heeft ontvangen van Allianz inzake een ongeval en/of dat partijen een zogenaamde belastinggarantie hebben opgesteld waarin het standpunt werd ingenomen dat het bedrag van EURO 51.861 niet belast is voor de inkomstenbelasting (G-001 p. 522, DOC- 003, p. 633) en/of
ad b.
op die/dat facturen/factuur (DOC-013, p735 en 736) vermeld dat [naam 7] werkzaamheden voor verdachte had verricht in week 5-2012 en/of week 6-2012 (G-006-01, p. 580 en G004-01, p. 565) en/of
ad c.
op die factuur (DOC-057, p. 956) vermeld en/of doen of laten vermelden dat [bedrijf 3] Autorestauratie, [naam 7] , 40 uren las-schuurwerk in de maand September (2009) à EURO 56,- per uur voor in totaal EURO 2665,60 heeft verricht (G-006- 01, p. 580) en/of
ad d.
op die wekelijkse urenstaat (DOC-013, p.737) onder meer vermeld dat werknemer [naam 1] van 06-02-12 tot en met 10-02-12 in totaal EURO 1.531,25 heeft verdiend en/of dat [naam 7] manager was en/of een handtekening gezet en/of doen of laten zetten voorstellende de handtekening van de manager ( [naam 7] ) (G-006-01, p. 581) en/of
ad e.
in die getuigenverklaring van [naam 4] onder meer vermeld dat deze [naam 4] getuige was van een bijna aanrijding tussen verdachte en een vrachtauto op 21 september, waarbij verdachte ten val kwam en/of verdachtes arm uit de kom schoot (DOC-053, p. 948) en/of
in een getuigenverklaring van [naam 8] onder meer vermeld dat deze [naam 8] op 20 december 2011 getuige was, dat een wit hondje aan het linker been van verdachte hing en verdachte daardoor hard ten val kwam op het asfalt, waarbij verdachte een wond aan zijn hand opliep (DOC-013, p. 729) en/of
in een getuigenverklaring van [naam 1] onder meer vermeld dat deze [naam 1] op 27 2012 getuige was, dat verdachte, rijdend op een fiets, achterna gezeten werd door een grote bruine hond, die verdachte in zijn rechter been leek te bijten, waardoor verdachte met een ongelofelijke harde smak op het onverharde wegdek terecht kwam, waarbij verdachte een wond aan zijn linker hand, ter hoogte van de duim opliep (DOC-068, p. 1356) en/of
ad f.
op [bedrijf verdachte] Garage Jaarverslaglegging 2010 en/of 2011 vermeld dat deze [bedrijf verdachte] Garage Jaarverslaglegging 2010 en/of 2011 zijn opgemaakt door [naam 10] , Accountant Administratieconsulent van [bedrijf 4] , en/of die jaarverslaglegging 2010 en/of 2011 was/waren ondertekend met een handtekening van [naam 10] (G-003-01, p. 532 en 533, DOC-007 p. 536 t/m 549, DOC-018, p. 782 t/m 815,
originele jaarverslaglegging 2010) en/of
ad g.
op een offerte van [bedrijf 1] gedateerd 28 september 2011 vermeld dat [naam 7] werkzaamheden gaat verrichten voor verdachte (G-004-01, p. 556, G-006-01, p. 580, DOC-014, p. 761) en/of
ad h.
op die twee, althans op één of meer e-mailberichten vermeld, dat de afzender(s) van de e­ mail bericht(en), te weten [naam 1] en/of [naam 4] , (beiden) getuige(n) zijn geweest dat op lste kerstdag (2011) een beugel bierfles van [biermerk] in de hand van verdachte uitelkaar knalde/ ontplofte, waarna (enige) paniek ontstond omdat verdachte aan de hand gewond raakte en/of de wond heftig (veel) bloedde (DOC-072 en 073, p.1373 en 1374) en/of
ad i.
op een brief van het ziekenhuis Rijnstate gericht aan huisarts [naam 5] met de datum "26 januari 2012-0-26" en afkomstig van dr. [naam 11] , plastisch, reconstructief en handchirurg, vermeld onder meer dat patiënt (verdachte) werd gezien en behandeld op 26-12-2011 en/of patiënt (verdachte) letsel had opgelopen door een val met de fiets en/of patiënt (verdachte) behandeld werd op de OK in verband met het herstel van de digitaal zenuw radiaal en hechten van flexor pollicis longus en/of en/of hij (verdachte) dan nog een spalk blijven dragen tot ongeveer 12 weken postoperatief en/of de verwachte herstel na zo'n letsel 12-24 weken is (DOC-013A, p. 754, 755 en DOC- 013B, p. 760, DOC-084, p. 1444, DOC-090, p. 1522) en/of
ad j.
op de aangifte Inkomstenbelasting 2010 en/of aangifte Inkomstenbelasting 2011 dat zijn, verdachtes, verzamelinkomen in 2010 EUR 222.993 bedroeg (DOC-047, p. 923) en/of in 2011 EUR 233.151 bedroeg (DOC-047, p. 929 en DOC-011 p. 688),
ad k.
op die factuur (DOC-069, p 1357) vermeld dat [naam 7] werkzaamheden voor verdachte had verricht in week 46-2012 (G-006-01, p. 580 en G004-01, p. 565) en/of
ad l.
op die wekelijkse urenstaat (DOC-070, p. 1358) onder meer vermeld dat werknemer [naam 6] van 13-11-12 tot en met 16-11-12 in totaal EURO 640,00 heeft verdiend en/of dat [naam 7] manager was en/of een handtekening gezet en/of doen of laten zetten voorstellende de handtekening van de manager ( [naam 7] ) (G-006-0 l, p. 581)
zulks met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;
ALTHANS,voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen,
SUBSIDIAIR,ter zake dat
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 21 september 2011 tot en met 21 mei 2014 te [woonplaats] gemeente Overbetuwe en/of te [plaats] gemeente Overbetuwe, in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal,
opzettelijk gebruik heeft gemaakt van en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft afgeleverd (een) valse of vervalste stukken, (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enige feit te dienen - als ware die/dat geschrift(en) telkens echt en onvervalst, te weten onder meer:
een brief van de belastingdienst, d.d. 8 november 2013, gericht aan [advocatenkantoor 1] advocaten (DOC-002, p. 632) en/of
twee, althans één of meer facturen van [bedrijf 1] gedateerd 5 februari 2012 en/of 11 februari 2012 (telkens) gericht aan [bedrijf verdachte] Garage (DOC-013, p. 735 en p. 736) en/of
een factuur van [bedrijf 3] Autorestauratie, d.d. 9 september 2009, gericht aan [bedrijf verdachte] Garage (DOC-057, p. 956) en/of
een wekelijkse urenstaat van [bedrijf verdachte] Garage begin week 06-02-12 t.n.v. werknemer [naam 1] (DOC-013, p. 737) en/of
een getuigenverklaring van [naam 4] met betrekking tot een bijna aanrijding tussen verdachte op de fiets en een vrachtwagen op woensdag 21 september (2011) te [plaats] (DOC-053, p. 948) en/of
een getuigenverklaring van [naam 8] met betrekking tot een val van een fiets van verdachte op 20 december 2011 te Doorwerth (DOC-013, p. 729) en/of
een getuigenverklaring van [naam 1] met betrekking tot een val een fiets van verdachte op 27 oktober 2012 te Slijk Ewijk (DOC-068, p. 1356) en/of
[bedrijf verdachte] Garage Jaarverslaglegging 2010 en 2011 (DOC-007 p. 652 t/m 665 en G-003-01, p. 536 t/m 549) en/of
een offerte van [bedrijf 1] , d.d. 28 september 2011, aan [naam 2] betreffende het plaatsen van een ervaren arbeidskracht (DOC-014, p. 761) en/of
twee, althans een of meer e-mailberichten, (telkens) gericht aan [e-mail] (telkens) met verzenddatum op 9 april 2012 en (telkens) betreffende het uit elkaar knallen dan wel ontploffen van een bierfles en afkomstig van [naam 1] en/of [naam 4] (DOC-072, p. 1373 en DOC-073, p. 1374) en/of
een brief van het ziekenhuis Rijnstate d.d. "26 januari 2012-0-26'' aan huisarts [naam 5] betreffende letsel aan dig. I links (digitus I = duim, i.c. linker duim) en een snijwond aan de top van dig. III (digitus III = middelvinger) van verdachte (DOC-013B, p. 760) en/of
aangifte Inkomstenbelasting 2010 en/of aangifte Inkomstenbelasting 2011 (DOC-047 p.923 en p. 929) en/of
een factuur van [bedrijf 1] gedateerd 18 november 2012 gericht aan [bedrijf verdachte] Garage (DOC-069, p.1357) en/of
een wekelijkse urenstaat van [bedrijf verdachte] Garage begin week 12-11-12 t.n.v. werknemer [naam 6] (DOC-070, p. 1358) en/of
bestaande dat gebruikmaken en/of voorhanden hebben en/of afleveren van die stukken onder meer hierin dat verdachte:
  • direct en/of indirect voornoemde brief van de belastingdienst, aan verzekeraar A.I.G. heeft overgelegd en/of
  • direct en/of indirect voornoemde factuur/facturen van [bedrijf 1] aan verzekeraar Allianz heeft overgelegd en/of
  • direct en/of indirect voornoemde factuur van [bedrijf 3] Autorestauratie aan verzekeraar TVM heeft overgelegd en/of
  • direct en/of indirect voornoemde wekelijkse urenstaat van [bedrijf verdachte] Garage aan verzekeraar Allianz heeft overgelegd en/of
  • direct en/of indirect voornoemde getuigenverklaring van [naam 4] aan verzekeraar TVM heeft overgelegd en/of
  • direct en/of indirect voornoemde getuigenverklaring van [naam 8] aan verzekeraar Allianz heeft overgelegd en/of
  • direct en/of indirect voornoemde getuigenverklaring van [naam 1] aan verzekeraar Univé heeft overgelegd en/of
  • direct en/of indirect voornoemde [bedrijf verdachte] Garage Jaarverslaglegging aan verzekeraar A.I.G. heeft overgelegd en/of
  • direct en/of indirect voornoemde offerte van [bedrijf 1] aan verzekeraar TVM heeft overgelegd en/of
  • direct en/of indirect voornoemde e-mailbericht(en) van [naam 1] en/of [naam 4] aan verzekeraar A.I.G. heeft overgelegd en/of
  • direct en/of indirect voornoemde brief van het ziekenhuis Rijnstate overgelegd aan verzekeraar Allianz heeft overgelegd en/of
  • direct en/of indirect voornoemde aangifte Inkomstenbelasting 2010 en/of aangifte Inkomstenbelasting 2011 aan verzekeraar Univé heeft overgelegd en/of
  • direct en/of indirect voornoemde factuur van [bedrijf 1] aan verzekeraar Univé heeft overgelegd en/of
  • direct en/of indirect voornoemde wekelijkse urenstaat van [bedrijf verdachte] Garage aan verzekeraar Univé heeft overgelegd
en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat
ad a.
met betrekking tot de brief van de belastingdienst (DOC-002, p. 632), waarin onder meer
vermeld stond, dat verdachte een vergoeding heeft ontvangen van Allianz inzake een ongeval en/of dat partijen een zogenaamde belastinggarantie hebben opgesteld waarin het standpunt werd ingenomen dat het bedrag van EURO 51.861 niet belast is voor de inkomstenbelasting, terwijl in werkelijkheid die brief niet door de ondergetekende [naam 12] is opgemaakt en/of verstuurd aan [advocatenkantoor 1] advocaten (G-001 p. 522, DOC-, p. 633) en/of
ad b.
met betrekking tot die/dat facturen/factuur (DOC-013, p735 en 736), waarin onder meer vermeld stond dat [naam 7] werkzaamheden voor verdachte had verricht in week 5-2012 en/of week 6-2012, terwijl in werkelijkheid die [naam 7] in voormelde we(e)k(en) niet voor verdachte heeft gewerkt (G-006-01, p. 580) en/of dat [bedrijf 1] die/dat facturen/factuur nimmer aan [bedrijf verdachte] Garage heeft verstuurd (G-004-01, p. 565) en/of
ad c.
met betrekking tot die factuur (DOC-057, p. 956), waarin onder meer vermeld stond dat [bedrijf 3] Autorestauratie, [naam 7] , 40 uren las-schuurwerk in de maand September (2009) à EURO 56,- per uur voor in totaal EURO 2665,60 heeft verricht, terwijl in werkelijkheid [bedrijf 3] Autorestauratie niet bestaat (G-006-, p. 580) en/of deze werkzaamheden door [bedrijf 3] Autorestauratie niet zijn uitgevoerd
ad d.
met betrekking tot die wekelijkse urenstaat van [bedrijf verdachte] Garage begin week 06-02-12 t.n.v. [naam 1] (DOC-013, p. 737), waarin onder meer vermeld stond dat werknemer [naam 1] van 06-02-12 tot en met 10-02-12 in totaal
EURO 1.531,25 heeft verdiend en/of dat [naam 7] manager was en/of welke urenstaat was voorzien van een ondertekening voorstellende de handtekening van de manager ( [naam 7] ), terwijl in werkelijkheid [naam 7] ( [naam 7] ) nimmer manager bij [bedrijf verdachte] Garage is geweest en/of niet de handtekening van [naam 7] ( [naam 7] ) is (G-006-01, p. 581) en/of
ad e.
met betrekking tot de getuigenverklaringen van [naam 4] , waarin onder meer vermeld stond dat deze [naam 4] getuige was van een bijna aanrijding tussen verdachte en een vrachtauto op 21 september, waarbij verdachte ten val kwam en/of verdachtes arm uit de kom schoot, terwijl in werkelijkheid dit voorval niet heeft plaatsgevonden (DOC-053, p. 948) en/of de getuige dit voorval niet heeft waargenomen
ad f.
met betrekking tot de getuigenverklaring van [naam 8] , waarin onder meer vermeld stond dat deze [naam 8] op 20 december 2011 getuige was, dat een wit hondje aan het linker been van verdachte hing en verdachte daardoor hard ten val kwam op het asfalt, waarbij verdachte een wond aan zijn hand opliep, terwijl in werkelijkheid dit ongeval nimmer heeft plaatsgevonden (DOC-013, p. 729) en/of de getuige dit voorval niet heeft waargenomen en/of
ad g.
met betrekking tot de getuigenverklaring van [naam 1] , waarin onder meer vermeld stond dat deze [naam 1] op 27 oktober 2012 getuige was, dat verdachte, rijdend op een fiets, achterna gezeten werd door een grote bruine hond, die verdachte in zijn rechter been leek te bijten, waardoor verdachte met een ongelofelijke harde smak op het onverharde wegdek terecht kwam, waarbij verdachte een wond aan zijn linker hand, ter hoogte van de duim opliep, terwijl in werkelijkheid dit nimmer heeft plaatsgevonden (DOC-068, p. 1356) en/of de getuige dit voorval niet heeft waargenomen en/of
ad h.
met betrekking tot [bedrijf verdachte] Garage Jaarverslaglegging 2010 en/of 2011, waarin onder meer vermeld stond dat deze [bedrijf verdachte] Garage Jaarverslaglegging 2010 en/of 2011 zijn opgemaakt door [naam 10] , Accountant Administratieconsulent van [bedrijf 4] , en/of die jaarverslaglegging 2010 en/of 2011 was/waren ondertekend met een handtekening van [naam 10] , terwijl in werkelijkheid de cijfers weergegeven in [bedrijf verdachte] Garage Jaarverslaglegging 2010 niet in overeenstemming zijn met de waarheid en/of de geplaatste handtekening niet de handtekening van [naam 10] was en/of [bedrijf verdachte] Garage Jaarverslaglegging 2011 nimmer is opgemaakt door [naam 10] en/of de geplaatste handtekening niet de handtekening van [naam 10] was (G-003-01, p. 532 en 533, DOC-007 p. 536 t/m 549, DOC-018, p. 782 t/m 815, originele 2010) en/of
ad i.
met betrekking tot de offerte van [bedrijf 1] gedateerd 28 september 2011, waarin onder meer vermeld stond dat [naam 7] werkzaamheden gaat verrichten voor verdachte, terwijl in werkelijkheid die [naam 7] nimmer voor [bedrijf 1] heeft gewerkt (G-004-01, p. 556, G-006-01, p. 580, DOC-014, p. 761) en/of
ad j.
met betrekking tot de twee, althans op één of meer e-mailberichten, waarin onder meer vermeld stond, dat de afzender(s) van de e-mail bericht(en), te weten [naam 1] en/of [naam 4] , (beiden) getuige(n) zijn geweest dat op 1ste kerstdag (2011) een beugel bierfles van [biermerk] in de hand van verdachte uit elkaar knalde/ ontplofte, waarna (enige) paniek ontstond omdat verdachte aan de hand gewond raakte en/of de wond heftig (veel) bloedde. terwijl in werkelijkheid die beugel bierfles van [biermerk] niet uit elkaar geknald/ ontploft is en/of verdachte geen letsel aan zijn hand heeft bekomen (DOC-072 en 073, p. 1373 en 1374) en/of de getuigen dit voorval niet hebben waargenomen en/of
ad k.
met betrekking tot de brief van het ziekenhuis Rijnstate gericht aan huisarts [naam 5] met de datum '26 januari 2012-0-26" en afkomstig van dr. [naam 11] , reconstructief en handchirurg, waarin onder meer vermeld stond, dat patiënt (verdachte) werd gezien en behandeld op 26-12-2011 en/of patiënt (verdachte) letsel had opgelopen door een val met de fiets en/of patiënt (verdachte) behandeld werd op de OK in verband met het herstel van de digitaal zenuw radiaal en hechten van flexor pollicis longus en/of en/of hij (verdachte) dan nog een spalk moet blijven dragen tot ongeveer 12 weken postoperatief en/of de verwachte herstel na zo'n letsel 12-24 weken is, terwijl in werkelijkheid deze brief niet geschreven en/of afkomstig is van voornoemde dr. [naam 11] (DOC-013A, p. 754, 755 en DC0-013B, p. 760, DOC-084, p. 1444, DOC-090, p. 1522) en/of
ad l.
met betrekking tot de aangifte Inkomstenbelasting 2010 en/of aangifte Inkomstenbelasting 2011, waarin onder meer vermeld stond, dat zijn, verdachtes, verzamelinkomen in 2010 EUR 222.993 bedroeg (DOC-047, p. 923) en/of in 2011 EUR 233.15 I bedroeg (DOC-047, p. 929), terwijl in werkelijkheid zijn verzamelinkomen in 2010 negatief was, te weten EUR-53.733 (DOC-011 p. 688) en/of de aangifte Inkomstenbelasting 2011 op 2 oktober 2014 nog niet was ingediend en/of
ad m.
met betrekking tot die factuur (DOC-069, p1357), waarin onder meer vermeld stond dat [naam 7] werkzaamheden voor verdachte had verricht in week 46-2012, terwijl in werkelijkheid die [naam 7] in voormelde week niet voor verdachte heeft gewerkt (G-006- 01, p. 580) en/of dat [bedrijf 1] die nimmer aan [bedrijf verdachte] Garage heeft verstuurd (G-004-01, p. 565) en/of
ad n.
met betrekking tot die wekelijkse urenstaat van [bedrijf verdachte] Garage begin week
12-11-12 t.n.v. werknemer [naam 6] (DOC-070, p. 1358), waarin onder meer vermeld stond dat werknemer [naam 6] van 13-11-12 tot en met 16-1 1-12 in totaal
EURO 640,00 heeft verdiend en/of dat [naam 7] manager was en/of welke urenstaat was voorzien van een ondertekening voorstellende de handtekening van de manager ( [naam 7] ), terwijl in werkelijkheid [naam 7] ( [naam 7] ) nimmer manager bij [bedrijf verdachte] Garage is geweest en/of dit niet de handtekening van [naam 7] ( [naam 7] ) is (G-006-01, p. 581),
terwijl hij weet, althans redelijkerwijs moet vermoeden, dat die/dit geschrift(en) bestemd is/zijn voor zodanig gebruik;
2.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 21 september 2011 tot en
met 21 mei 2014 te [woonplaats] gemeente Overbetuwe en/of te [plaats] gemeente Overbetuwe, in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, (telkens):
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door één of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, één of meer verzekeraars,
waaronder Allianz voor EUR 51.861,20, althans enig geldbedrag en/of
N.V. Univé Schade voor EUR 10.000,--, althans enig geldbedrag;
heeft bewogen tot afgifte van één of meer geldbedrag(en) van in totaal ongeveer EUR 61.861,20, althans enig geldbedrag en/of tot het (door a, b, en c) aangaan van een schuld
hebbende hij, verdachte, (telkens) met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid telkens onder meer:
ad a.
  • zich voorgedaan als een bonafide slachtoffer/claimant van een aan hem overkomen schade toebrengend ongeval op 20 december 2011;
  • twee, althans één of meer vals en/of vervalste facturen van [bedrijf 1] gedateerd 5 februari 2012 en/of 11 februari 2012 (telkens) gericht aan [bedrijf verdachte] Garage (DOC-013, p. 735 en 736), waarbij de valsheid bestond uit het in strijd met de waarheid daarin opnemen/opgenomen zijn van de vermelding dat [naam 7] werkzaamheden voor verdachte had verricht in week 5-2012 en/of week 6- 2012, zulks terwijl in werkelijkheid die [naam 7] in voormelde we(e)k(en) niet voor verdachte heeft gewerkt (G-006-01, p. 580) en/of dat [bedrijf 1] die/dat facturen/factuur nimmer aan [bedrijf verdachte] Garage heeft verstuurd (G-004-01, p. 565) en/of
  • een valse en/of vervalste wekelijkse urenstaat van [bedrijf verdachte] Garage begin week 06-02-12 t.n.v. [naam 1] (DOC-013, p. 737), waarbij de valsheid bestond uit het in strijd met de waarheid daarin opnemen/opgenomen zijn van de vermelding dat werknemer [naam 1] van 06-02-12 tot en met 10-02-12 in totaal EURO 1.531,25 heeft verdiend en/of dat [naam 7] manager was en/of welke urenstaat was voorzien van een ondertekening voorstellende de handtekening van de manager ( [naam 7] ), zulks terwijl in werkelijkheid [naam 7] ( [naam 7] ) nimmer manager bij [bedrijf verdachte] Garage is geweest en/of niet de handtekening van [naam 7] ( [naam 7] ) is (G-006-01, p. 581) en/of
  • een valse en/of vervalste getuigenverklaring van [naam 8] in zake het van een fiets vallen door verdachte op 20 december 2011 te Doorwerth (DOC-013, p. 729), waarbij de valsheid bestond uit het in strijd met de waarheid daarin
  • opnemen /opgenomen zijn van de vermelding dat deze [naam 8] op 20 december 2011 getuige was, dat een wit hondje aan het linker been van verdachte hing en verdachte daardoor hard ten val kwam op het asfalt, waarbij verdachte een wond aan zijn hand opliep, zulks terwijl in werkelijkheid dit ongeval nimmer heeft plaatsgevonden en/of de getuige nimmer getuige is geweest van een dergelijk ongeval (DOC-013, p. 729) en/of
  • een valse en/of vervalste brief van het ziekenhuis Rijnstate d.d. "26 januari 2012-0-26" aan huisarts [naam 5] en afkomstig van dr. [naam 11] , plastisch, reconstructief en handchirurg, waarbij de valsheid bestond uit het in strijd met de waarheid daarin opnemen/opgenomen zijn van de vermelding, dat patiënt (verdachte) werd gezien en behandeld op 26-12-2011 en/of patiënt (verdachte) letsel had opgelopen door een val met de fiets en/of patiënt (verdachte) behandeld werd op de OK in verband met het herstel van de digitaal zenuw radiaal en hechten van flexor pollicis longus en/of hij (verdachte) dan nog een spalk moet blijven dragen tot ongeveer 12 weken postoperatief en/of de verwachte herstel na zo'n letsel 12-24 weken is, zulks terwijl in werkelijkheid deze brief niet geschreven en/of afkomstig is van voornoemde dr. [naam 11] en/of het ziekenhuis Rijnstate (OOC-0 l3B, p. 760)
en/of deze factuur/ facturen en/of urenstaat en/of getuigenverklaring en/of brief (telkens) direct of indirect heeft overgelegd aan/gebruikt voor verzekeraar Allianz,
waardoor verzekeraar Allianz werd bewogen tot bovenomschreven afgifte (DOC- 076a, p. 1416) en/of het aangaan van een schuld en/of
ad b.
  • zich voorgedaan als een bonafide slachtoffer/claimant van een aan hem overkomen schade toebrengend ongeval op 27 oktober 2012;
  • een valse en of vervalste getuigenverklaring van [naam 1] waarbij de valsheid bestond uit het in strijd met de waarheid daarin opnemen/opgenomen zijn van de vermelding, dat deze [naam 1] op 27 oktober 2012 getuige was, dat verdachte, rijdend op een fiets, achterna gezeten werd door een grote bruine hond, die verdachte in zijn rechter been leek te bijten, waardoor verdachte met een ongelofelijke harde smak op het onverharde wegdek terechtkwam, waarbij verdachte een wond aan zijn linker hand, ter hoogte van de duim opliep, zulks terwijl in werkelijkheid dit nimmer heeft plaatsgevonden (DOC-068, p. 1356) en/of de getuige nimmer getuige is geweest van een dergelijk ongeval;
  • een valse en/of vervalste aangifte Inkomstenbelasting 2010 en /of aangifte inkomstenbelasting 2011 waarbij de valsheid bestond uit het in strijd met de waarheid daarin opnemen/opgenomen zijn van de vermelding, dat het verzamelinkomen in 2010 EUR 222.993 bedroeg (DOC-047, p. 923) en/of het verzamelinkomen in 2011 EUR 233.151 bedroeg (DOC-047, p. 929), zulks terwijl in werkelijkheid zijn verzamelinkomen in 2010 negatief was, te weten EUR- 53.733 (DOC-011 p. 688) en/of de aangifte Inkomstenbelasting 2011 op 2 oktober 2014 nog niet was ingediend en/of
  • een valse en/of vervalste factuur van [bedrijf 1] gedateerd 18 november 2012 gericht aan [bedrijf verdachte] Garage (DOC-069, p 1357), [naam 1] waarbij de valsheid bestond uit het in strijd met de waarheid daarin opnemen/opgenomen zijn van de vermelding, dat [naam 7] werkzaamheden voor verdachte had verricht in week 46-2012, zulks terwijl in werkelijkheid die [naam 7] in voormelde week niet voor verdachte heeft gewerkt (G-006-01, p. 580) en/of dat [bedrijf 1] die factuur nimmer aan [bedrijf verdachte] Garage heeft verstuurd (G- 004-01, p. 565) en/of
  • een valse en/of vervalste wekelijkse urenstaat van [bedrijf verdachte] Garage begin week 12-11-12 t.n.v. werknemer [naam 6] (DOC-070, p. 1358), waarbij de valsheid bestond uit het in strijd met de waarheid daarin opnemen/opgenomen zijn van de vermelding, dat werknemer [naam 6] van 13-11-12 tot en met 16-11-12 in totaal EURO 640,00 heeft verdiend en/of dat [naam 7] manager was en/of welke urenstaat was voorzien van een ondertekening voorstellende de handtekening van de manager ( [naam 7] ), zulks terwijl in werkelijkheid [naam 7] ( [naam 7] ) nimmer manager bij [bedrijf verdachte] Garage is geweest en/of niet de handtekening van [naam 7] ( [naam 7] ) is (G-006-01, p. 581)
deze getuigenverklaring en/of deze aangifte(n) Inkomstenbelasting 2010 en/of 2011 en/of deze factuur en/of deze urenstaat direct en/of indirect heeft overgelegd aan/gebruikt voor verzekeraar Univé,
waardoor verzekeraar Univé werd bewogen tot bovenomschreven afgifte (DOC-076a. p 1417) en/of het aangaan van een schuld;
3.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 21 september 2011 tot en met 21 mei 2014 te [woonplaats] gemeente Overbetuwe en/of te [plaats] gemeente Overbetuwe, in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, (telkens):
ter uitvoering van zijn voornemen en het misdrijf om opzettelijk met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door één of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, met dat voornemen opzettelijk meermalen, althans éénmaal één of meer verzekeraars,
waaronder A.I.G. voor EUR 5.000,--, althans enig geldbedrag en/of
A.I.G. / Chartis voor EUR 35.000,--, althans enig geldbedrag (DOC-008, p. 667) en/of
TVM voor EUR 100.000,--, althans voor EUR 35.000,--, althans enig geldbedrag
te bewegen tot afgifte van één of meer geldbedrag(en) van in totaal ongeveer EUR 140.000,--, althans EUR 75.000,--, althans enig geldbedrag en/of tot het (door a, b en c) aangaan van een schuld;
hebbende hij, verdachte, (telkens) met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid telkens onder meer:
ad a.
  • zich voorgedaan als een bonafide slachtoffer/claimant ter zake van een beroepsfout van zijn belangenbehartiger [bedrijf 5] ;
  • een valse en/of vervalste brief van de belastingdienst gedateerd 9 november 2013 (DOC-002, p. 632) waarbij de valsheid bestond uit het in strijd met de waarheid daarin opnemen/opgenomen zijn van de vermelding, dat verdachte een vergoeding heeft ontvangen van Allianz inzake een ongeval en/of dat partijen een zogenaamde belastinggarantie hebben opgesteld waarin het standpunt werd ingenomen dat het bedrag van EURO 51.861 niet belast is voor de inkomstenbelasting, zulks terwijl in werkelijkheid die brief niet door de ondergetekende [naam 12] is opgemaakt en/of verstuurd aan [advocatenkantoor 1] advocaten (G-001 p. 522, DOC-003, p. 633) direct en/of indirect heeft overgelegd aan verzekeraar A.I.G. en/of
ad b.
  • zich voorgedaan als een bonafide slachtoffer/claimant ter zake van een schade toebrengend voorval op 25 december 2011;
  • een valse en/of vervalste jaarverslaglegging van [bedrijf verdachte] Garage Jaarverslaglegging 2010 en/of 2011 waarbij de valsheid bestond uit het in strijd met de waarheid daarin opnemen/opgenomen zijn van (de vermelding), dat deze [bedrijf verdachte] Garage Jaarverslaglegging 2010 en/of 2011 zijn opgemaakt door [naam 10] , Accountant Administratieconsulent van [bedrijf 4] , en/of die jaarverslaglegging 2010 en/of 2011 was/waren ondertekend met een handtekening van [naam 10] , zulks terwijl in werkelijkheid de cijfers weergegeven in [bedrijf verdachte] Garage Jaarverslaglegging 2010 niet in overeenstemming zijn met de waarheid en/of de geplaatste handtekening niet de handtekening van [naam 10] was en/of [bedrijf verdachte] Garage Jaarverslaglegging 2011 nimmer is opgemaakt door [naam 10] en/of de geplaatste handtekening niet de handtekening van [naam 10] was (G-003-0 l, p. en 533, DOC-007 p. 536 t/m 549, DOC-018, p. 782 t/m 815, originele 2010) en/of
  • valse en of vervalste e-mailbericht(en) afkomstig van [naam 1] en/of [naam 4] (telkens) gericht aan [e-mail] (telkens) met verzenddatum 9 april 2012 waarbij de valsheid bestond uit het in strijd met de waarheid daarin opnemen/opgenomen zijn van de vermelding, dat [naam 1] en/of [naam 4] , (beiden) getuige(n) zijn geweest dat op 1ste kerstdag (2011) een bierfles van [biermerk] in de hand van verdachte uit elkaar knalde/ ontplofte, waarna (enige) paniek ontstond omdat verdachte aan de hand gewond raakte en/of de wond heftig (veel) bloedde, zulks terwijl in werkelijkheid die beugel bierfles van [biermerk] niet uit elkaar geknald/ ontploft is en/of verdachte geen letsel aan zijn hand heeft bekomen (DOC-072 en 073, p. 1373 en 1374) en/of de getuigen geen getuige zijn geweest van dit voorval
deze factuur en/of deze getuigenverklaring en/of deze offerte direct en/of indirect heeft overgelegd aan verzekeraar A.I.G./Chartis
ad c.
  • zich voorgedaan als een bonafide slachtoffer/claimant van een aan hem overkomen schade toebrengend voorval op 21 september 2011
  • een valse en/of vervalste factuur van [bedrijf 3] Autorestauratie gedateerd 9 september 2009 gericht aan [bedrijf verdachte] Garage (DOC-057, p. 956) waarbij de valsheid bestond uit het in strijd met de waarheid daarin opnemen/opgenomen zijn van de vermelding, dat [bedrijf 3] Autorestauratie, [naam 7] , 40 uren las-schuurwerk in de maand September (2009) à EURO 56,- per uur voor in totaal EURO 2665,60 heeft verricht, zulks terwijl in werkelijkheid [bedrijf 3] Autorestauratie niet bestaat (G-006-, p. 580) en/of
  • een valse en/of vervalste getuigenverklaring van [naam 4] waarbij de valsheid bestond uit het in strijd met de waarheid daarin opnemen/opgenomen zijn van de vermelding dat deze [naam 4] getuige was van een bijna aanrijding tussen verdachte en een vrachtauto op 21 september 2011, waarbij verdachte ten val kwam en/of verdachtes arm uit de kom schoot, zulks terwijl in werkelijkheid dit voorval niet heeft plaatsgevonden (DOC-053, p. 948) en/of de getuige geen getuige is geweest van dit voorval en/of
  • een valse en/of vervalste offerte van [bedrijf 1] gedateerd 28 september 2011 gericht aan [naam 2] waarbij de valsheid bestond uit het in strijd met de waarheid daarin opnemen/opgenomen zijn van de vermelding, dat [naam 7] werkzaamheden gaat verrichten voor verdachte, zulks terwijl in werkelijkheid die [naam 7] nimmer voor [bedrijf 1] heeft gewerkt (G-004-01, p. 556, G- 006-01, p. 580, DOC-014, p. 761) en/of
deze jaarverslaglegging 2010 en/of 2011 en/of deze e-mail(s) direct of indirect heeft overgelegd aan verzekeraar T.V.M.,
de verdere uitvoering van dit voorgenomen misdrijf is alleen niet voltooid van de van zijn, verdachtes, wil onafhankelijke omstandigheid, dat genoemde verzekeraars niet tot bovenomschreven afgifte(n) en/of tot het aangaan van een schuld zijn bewogen, althans alleen ten gevolge van een of meer van zijn, verdachtes, wil onafhankelijke omstandigheden.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen wordt verklaard.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de vrijspraak bepleit van alle ten laste gelegde feiten en heeft ter onderbouwing aangevoerd dat er onvoldoende bewijs is.
4.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Het ten laste gelegde heeft betrekking op een vijftal schadeclaims van verdachte, gebaseerd op gefingeerde ongevallen en onderbouwd met valse dan wel vervalste geschriften.
Het vervalsen/vals opmaken van de geschriften dan wel het gebruik maken van deze geschriften is ten laste gelegd onder 1.
De feiten betrekking hebbende op de schadeclaims waarbij tot uitbetaling van een schadevergoeding aan verdachte is overgegaan (twee schadeclaims), zijn als oplichting onder 2 ten laste gelegd.
De feiten betrekking hebbende op de schadeclaims waarbij niet tot uitbetaling van een schadevergoeding is overgegaan (drie schadeclaims) zijn als poging tot oplichting onder 3 ten laste gelegd.
De rechtbank behandelt de feiten in chronologische volgorde.
De schadeclaim van 21 september 2011 (feit 3 onder c en feit 1)
Op 21 september 2011 stelt verdachte, vanaf het emailadres [e-mail] ,Transportbedrijf [bedrijf 6] aansprakelijk voor de schade als gevolg van een ongeval waarbij hij ten val zou zijn gekomen door een verkeersfout van een vrachtwagen van de firma. [2] De verzekeraar van het transportbedrijf is TVM. [3] Verdachte heet [verdachte] . Hij verklaart dat hij het emailadres [e-mail] gebruikt. [4]
In het dossier bevindt zich een schriftelijke verklaring ondertekend met de naam [naam 4] en gericht aan de heer [verdachte] inhoudende dat hij op 21 september 2011 rond 13:30 uur bij het industrieterrein de Schalm te [plaats] heeft waargenomen dat een fietser door een verkeerde manoeuvre van een vrachtwagen ten val kwam, dat de fietser de heer [verdachte] was en zijn arm uit de kom had, dat [naam 4] de gegevens van de vrachtwagen heeft genoteerd en [verdachte] naar de huisarts heeft gebracht. [5]
Deze verklaring van [naam 4] wordt aan de verzekeraar TVM overgelegd ter onderbouwing van de aansprakelijkstelling van het transportbedrijf door verdachte. [6]
[naam 4] - zijn achternaam wordt geschreven met een tweede a- is door de Fiod als verdachte gehoord op 23 mei 2016. Hij beroept zich op zijn zwijgrecht. [7]
Uit onderzoek van de FIOD blijkt dat verdachte zowel zakelijk als privé al vanaf 2006 contact had met die [naam 4] , terwijl verdachte bij de rechtbank in Arnhem onder ede heeft verklaard dat hij hem niet kende voor het ongeval op 21 september 2011. [8]
De rechtbank stelt nu vast dat verdachte die [naam 4] wel kende voor het ongeval op 21 september 2011.
Door verdachte wordt advocaat mr. [naam 14] van [advocatenkantoor 2] advocaten in de arm genomen. Via zijn advocaat claimt verdachte vergoeding van de schade. Gesteld wordt dat de schade richting de €100.000,00 gaat en verzocht wordt aan TVM om een voorschot te betalen van € 35.000,00. [9]
Ter onderbouwing van de omvang van de schade worden, van de zijde van verdachte met betrekking tot door hem ingehuurde/in te huren vervangende werkkrachten, de volgende stukken overgelegd aan TVM:
- offerte van [bedrijf 1] d.d. 28 september 2011 gericht aan [naam 2] met de vermelding dat [naam 7] werkzaamheden gaat verrichten voor verdachte; [10]
- factuur van [bedrijf 3] Autorestauratie d.d. 9 september 2009 gericht aan [bedrijf verdachte] Garage met daarin de vermelding dat [naam 7] van [bedrijf 3] Autorestauratie in de maand september (2009) 40 uren las-schuurwerk heeft verricht voor € 56,-- per uur, in totaal € 2.665,60. [11]
- de winst- en verliesrekening 2010/2011 van [bedrijf verdachte] Garage in staffelvorm. [12]
- aangifte Inkomstenbelasting 2010 en 2011. [13]
[naam 7] is op 24 mei 2014 als getuige gehoord door de FIOD. Hij verklaart wel eens plaat- en schuurwerk voor verdachte te hebben verricht, maar de door verdachte overgelegde factuur en de offerte van [bedrijf 1] kloppen niet. Hij kent dat bedrijf niet en heeft in de stukken genoemde periode niet voor verdachte gewerkt, want hij zat toen in Bulgarije, aldus [naam 7] . [14]
[naam 13] - eigenaar van de eenmanszaak [bedrijf 1] - verklaart dat hij op 26 oktober 2011 - en niet op 28 september 2011- een offerte voor verdachte heeft opgesteld en dat die offerte nooit is uitgevoerd. Hij kreeg geen gegevens van [naam 7] . Op basis van mondelinge mededelingen van verdachte over gewerkte uren van de ingeleende werkkracht heeft [naam 13] wel 3 facturen naar verdachte gestuurd, maar de facturen zijn nooit betaald en uiteindelijk gecrediteerd. [15]
Accountant [naam 10] verklaart dat zijn kantoor [bedrijf 4] de aangiften inkomstenbelasting tot en met 2010 heeft gedaan voor verdachte. Aan [naam 10] worden de door verdachte aan TVM overgelegde stukken met betrekking tot de financiën van [bedrijf verdachte] Garage getoond. [naam 10] verklaart het volgende:
Als u mij vraagt wat de jaarlijkse omzet is geweest die [verdachte] met zijn eenmanszaak maakte dan kijk ik even in de map die u in beslag neemt. Ik zie in de map dat de omzet in 2010 € 22.210 is geweest op het overzicht waaruit de suppletieaangifte omzetbelasting naar voren komt van nog te ontvangen € 1.305. De omzet 2011 is volgens dezelfde map € 11.394.(opmerking verbalisanten: Wij tonen u de jaarrekening van [bedrijf verdachte] Garage. Wat kunt u ter zake van deze jaarrekening verklaren?)
Wat u mij toont is mijn rapport, maar wat ik lees zijn niet mijn cijfers. [verdachte] maakte altijd verlies en daarom kon hij mij niet betalen. Ik lees hier de omzet in 2011 van € 327.949 en dat kan niet. Hij maakte nooit dergelijke omzetten en ik zie een resultaat van ruim 150.000 euro winst. Ik ben accountant en vooral adviseur en ik ben expert en ik zou, nu ik deze cijfers zie, [verdachte] met deze cijfers al lang hebben geadviseerd om een BV-vorm te kiezen.Ik zie dat het rapport is ondertekend, maar dat is niet mijn handtekening. Als ik de handtekening zie dan is er wel getracht om mijn handtekening na te maken.Ik zie de stukken over 2010 en ik zie nu een handtekening en die lijkt zelfs helemaal niet op mijn handtekening. [16]
Ook de opvolgende boekhouder [naam 15] getuigt over een verlies in 2010 en een omzet van circa 20.000 euro in 2011 van [bedrijf verdachte] Garage. Het was, gelet op de cijfers, geen florerend bedrijf, aldus Hoenselaar. [17]
TVM doet aangifte van oplichting tegen verdachte en keert niets aan hem uit. [18]
Op grond van het voorgaande stelt de rechtbank vast dat de stukken die aan TVM zijn overgelegd te onderbouwing van de schadeclaim vals zijn opgemaakt dan wel vervalst zijn en dat verdachte door een samenweefsel van verdichtsels en listige kunstgrepen, waaronder het overleggen van valse/vervalste stukken, heeft gepoogd bij TVM een onjuiste voorstelling van zaken in het leven te roepen en deze daardoor te bewegen tot de afgifte van geld.
De schadeclaim van 20 december 2011 (feit 2 onder a en feit 1)
Op 16 januari 2012 stelt verdachte, vanaf het emailadres [e-mail] , [naam 16] aansprakelijk voor de schade van een ongeval ontstaan als gevolg van een beet van de hond van [naam 16] op 20 december 2011 rond 13:30 uur op de Fonteinallee te Doorwerth. Verdachte stelt dat de hond van [naam 16] -een witte Jack Russell- niet aangelijnd was en de openbare weg op liep en verdachte tijdens het fietsen in de linker kuit beet, waardoor verdachte ten val kwam. De schade zou bestaan uit schade aan de fiets, schade aan de kleding, fietscomputer, helm, schoenen en iPhone en letselschade aan de duim waardoor verdachte zijn werk niet meer zou kunnen uitvoeren. [19]
Bij brief van 23 januari 2012 meldt [naam 17] van [bedrijf 5] Letselschade zich als vertegenwoordiger van verdachte met betrekking tot deze schadeclaim bij Allianz (de verzekeraar van [naam 16] ). Hij vraagt om de betaling van een voorschot van € 5.000,-- zodat verdachte een vervangende kracht kan inhuren voor zijn bedrijf. [20] Er wordt een getuigenverklaring van [naam 8] bijgevoegd. Hij verklaart het incident te hebben gezien. [21]
Van de zijde van verdachte worden naast de getuigenverklaring van [naam 8] nog de volgende stukken overgelegd ter onderbouwing van de schadeclaim:
- een factuur van 5 februari 2012 van € 3.750,02 van ' [bedrijf 1] ' voor de ingehuurde kracht [naam 7] ; [22]
- een factuur van 11 februari 2012 van ' [bedrijf 1] ' voor eerder genoemde [naam 7] ten bedrage van € 3.607,70; [23]
- een wekelijkse urenstaat week 06-02-12 t.n.v. [naam 1] van 11 februari 2012 (met daarop de vermelding van manager ' [naam 7] ') ten bedrage van
€ 1.531,25; [24]
- een brief van het ziekenhuis Rijnstate d.d. "26 januari 2012-01-26" aan huisarts [naam 5] en afkomstig van dr. [naam 11] , plastisch reconstructief en handchirurg, inhoudende dat patiënt (verdachte) werd gezien en behandeld op 26-12-2011, letsel had opgelopen door een val met de fiets, op de OK werd behandeld in verband met het herstel van de digitaal zenuw radiaal en hechten van de flexor pollicis longus, een spalk moet blijven dragen tot 12 weken postoperatief en dat het verwachte herstel na zo'n letsel 12-24 weken is. [25]
Verzekeraar Allianz gaat op basis van de claim van verdachte en de door verdachte overgelegde stukken over tot betaling van in totaal € 51.861,20 aan verdachte. De betaling vindt plaats in vijf delen:
- 10 februari 2012 € 2.289,20
- 31 januari 2012 € 5.000,00
- 14 februari 2012 € 7.632,00
- 22 februari 2012 € 13.000,00
- 9 maart 2012 € 23.940,00. [26]
Allianz doet aangifte tegen verdachte ter zake oplichting met betrekking tot deze claim, omdat de overgelegde stukken vals blijken te zijn. [27]
Dit blijkt uit het volgende.
[naam 13] - eigenaar van de eenmanszaak [bedrijf 1] - verklaart dat hij geen gegevens van [naam 7] kreeg en dat hij op basis van mondelinge mededelingen van verdachte over gewerkte uren van de ingeleende werkkracht wel 3 facturen naar verdachte gestuurd, maar dat de facturen nooit betaald en uiteindelijk gecrediteerd zijn.
Aan [naam 13] wordt een kopie van document nr. 50015DMY getoond. Dit betreft de factuur van 5 februari 2012 voor de ingehuurde kracht [naam 7] met daar op de naam [bedrijf 1] . Hij verklaart daarover:
Ik herken de factuur en deze factuur heb ik verzonden naar [bedrijf verdachte] Garage. Ik zie nu ook dat de Bulgaar [naam 7] heet. Dit is één van de facturen waarover ik net heb verklaard. Onder aan de brief staat met pen geschreven 'Voldaan per bank 5 febr. 2012' met daaronder een handtekening. Deze handtekening is niet mijn handtekening. Ook het handschrift herken ik niet. Daarbij heeft [verdachte] geen cent aan mij betaald.
De factuur van 11 februari 2012 (document nr. 50015075) wordt ook aan [naam 13] getoond. Hij verklaart dat hiervoor hetzelfde geldt als voor de vorige factuur.
Als [naam 13] de wekelijkse urenstaat week 06-02-112 t.n.v. [naam 1] van 11 februari 2012 (met daarop de vermelding van manager ' [naam 7] ') ten bedrage van
€ 1.531,25 wordt getoond verklaart hij daarover:
Deze werkstaat zie ik nu voor het eerst. Dit is geen urenbriefje van mijn bedrijf [bedrijf 1] . De lay-out is totaal anders. Ik zie dat dit urenbriefje is gedateerd 11 feb 12. Ik concludeer daaruit dat [naam 7] als manager heeft gewerkt voor [bedrijf verdachte] Garage en dat [naam 1] de werknemer is geweest. Als dit het geval is geweest dan is het hoge uurloon van [naam 7] ook te verklaren. Met [verdachte] had ik voor [naam 7] een uurloon afgesproken van€ 63,16 per uur exclusief BTW. Ik ken geen [naam 1] . Volgens mij heeft [verdachte] nooit een manager in dienst gehad. Ik zet ook nooit het uurloon van de werknemer op de urenbriefjes. Ik ken [naam 7] alleen via [verdachte] . Hij heeft nooit voor mij gewerkt. [28]
Zoals eerder in het vonnis opgenomen verklaart [naam 7] dat hij [bedrijf 1] niet kent. Hij heeft wel eens voor verdachte gewerkt en factureerde hem dan 16 euro per uur, maar dat was zeker niet in februari 2012 want toen was hij in Bulgarije. Als [naam 7] de wekelijkse urenstaat week 06-02-12 t.n.v. [naam 1] van 11 februari 2012 met daarop de vermelding van manager ' [naam 7] ' wordt getoond, verklaart hij daarover dat hij nooit de manager is geweest, dat de handtekening die erop staat niet van hem is en dat hij [naam 1] niet kent. [29]
Dus zowel [naam 13] van [bedrijf 1] als [naam 7] verklaren dat zij elkaar niet kennen, dat zij geen [naam 1] kennen en dat [naam 7] nooit via [bedrijf 1] bij verdachte heeft gewerkt. Tot op heden zijn er geen verdere gegevens van deze [naam 1] bekend geworden.
[naam 8] is op 4 oktober 2017 door de rechter-commissaris als getuige gehoord. Aan hem wordt dan de getuigenverklaring getoond met zijn naam erop, inhoudende dat hij getuige is geweest van het feit dat verdachte in de kuit is gebeten door een wit hondje en daardoor ten val is gekomen (bijlage nr. 50014WL5, p. 729). Hij verklaart dat de handtekening onder die verklaring niet door hem is gezet en dat hij deze verklaring niet kent. Hij heeft geen ongeluk van verdachte gezien, aldus [naam 8] . [30]
Verzekeraar Allianz constateert dat in de brief van het ziekenhuis Rijnstate d.d. "26 januari 2012-01-26" aan huisarts [naam 5] en afkomstig van dr. [naam 11] , plastisch reconstructief en handchirurg, betreffende het letsel en de behandeling van verdachte, fouten staan met punten, spaties, hoofdletters en in de datum boven de brief. De genoemde termijnen voor het dragen van een spalk en de herstelperiode komen vreemd over en zijn niet in overeenstemming met de overige medische informatie, aldus de medisch adviseur van Allianz. Allianz stuurt daarom een mail met vragen over de brief aan Rijnstate ter verificatie van de authenticiteit van de brief. [31]
In antwoord op de mail van Allianz schrijft de secretaresse van de Maatschap Plastische Chirurgie van ziekenhuis Rijnstate - [naam 18] - dat in de brieven die zij maken altijd de adresgegevens van de patiënt staan. Deze staan bij 'betreft' waarna de naam, geboortedatum, patiëntnummer, BSN en de adresgegevens volgen. [32]
Vastgesteld wordt dat de brief van dr. [naam 11] van ziekenhuis Rijnstate die van de zijde van verdachte is overgelegd aan Allianz, niet voldoet aan die door Rijnstate voorgeschreven lay-out. Verder valt op dat de datum opmerkelijk is weergegeven, namelijk "26 januari 2012-01-26".
Bij de doorzoeking van de woning van verdachte is een brief aangetroffen die blijkens de inhoud afkomstig zou zijn van dr. [naam 11] , plastisch reconstructief en handchirurg van ziekenhuis Rijnstate. In deze brief staat dat verdachte op 26 december 2011 werd gezien en behandeld voor letsel door een val van de fiets. Opvallend is dat deze brief een verkorte, verkleinde, zwart-wit versie is van de brief van 26 januari 2012 die aan Allianz is overgelegd. [33]
De rechtbank concludeert hieruit dater dus meerdere varianten zijn van dezelfde brief.
Op grond van het voorgaande stelt de rechtbank vast dat de stukken die aan Allianz zijn overgelegd ter onderbouwing van de schadeclaim vals zijn opgemaakt dan wel vervalst zijn en dat verdachte door een samenweefsel van verdichtsels en listige kunstgrepen, waaronder het overleggen van valse/vervalste stukken, bij Allianz een onjuiste voorstelling van zaken in het leven heeft geroepen en waardoor deze is bewogen tot de afgifte van geld.
De schadeclaim van 25 december 2011 (feit 3 onder b en feit 1)
Op 5 april 2012 stuurt verdachte, vanaf het emailadres [e-mail] , een e-mail naar de advocaat van [biermerk] Bierbrouwerij, mr. [naam 19] , inhoudende de mededeling dat hij met kerst 2011 thuis in [woonplaats] letsel aan zijn linkerhand heeft opgelopen als gevolg van een ontploffende beugelfles bier van [biermerk] , dat hij hierover eerder een brief heeft geschreven aan [biermerk] , dat hij de scherven van de beugelfles in een doos naar [biermerk] heeft verzonden en dat hij nu een advocaat inschakelt omdat [biermerk] niet heeft gereageerd. Zijn advocaat is mr. [naam 20] van Balans Letselschade. [34]
Op 11 april 2012 stuurt mr. [naam 21] een mail naar mr. [naam 19] van [biermerk] met de volgende inhoud:
“Onderwerp: Incident fles 25 december 2011.
Geachte collega,
In aansluiting op ons telefonisch contact van gisteren kan ik u hierbij de volgende stukken toesturen:

track and trace informatie van UPS. Cliënt laat nog nagaan wie heeft getekend voor ontvangst, dat volgt z.s.m.

twee getuigenverklaringen
Ik kan u verder melden dat ik enige medische gegevens voorhanden heb van de plastisch chirurg, waarin de bevestiging te lezen valt van:
1.
het feit dat cliënt op 26 december werd behandeld aan letsel aan zijn linker duim n.a.v. een "ontploffende Grolschfles"
2.
Dit betreft de flexor pollicis longus ter plaatse van de digitaal zenuw aan de radiale zijde van de linker duim, met een snijwond aan de middelvinger.
3.
Na behandeling een periode van 12 weken dragen van een spalk, verwachte hersteltijd 12-24 weken.
Cliënt kan zijn werkzaamheden als gespecialiseerd restaurateur van oldtimers niet goed uitvoeren. Vandaag kreeg hij contact met een bekende die in het verleden voor hem heeft gewerkt en zo'n 99% van zijn werkzaamheden voor hem waar zou kunnen nemen. Dit betreft een zeldzaamheid, omdat een gespecialiseerd handwerk (vooral het plaatwerk vormen uit staal resp. aluminium) gaat. Dit betreft een periode van een maand, met een uurtarief van € 65,- ex btw per uur. Cliënt meent dat hij er goed aan doet om deze man in te schakelen in verband met de continuïteit van zijn onderneming en het kunnen afleveren van auto's waarover afspraken zijn gemaakt. Met name is werk aan één auto urgent, de eigenaar heeft een ultimatum gesteld voor het einde van deze maand.
Een uitvoeriger brief met beschrijving van de omstandigheden en werkzaamheden van cliënt stuur ik u een dezer dagen, door zittingen en afspraken lukt mij dat mogelijk niet meer deze week.
Nu bewijs van het verzenden van stukken door cliënt aan [biermerk] voorhanden is en een beschrijving van getuigen, zou ik het uiterst wenselijk vinden dat snel overleg met [naam 22] op gang kan komen. Cliënt heeft zijn bron van inkomsten volledig zien opdrogen, hij beschikt niet over een AOV.
met vriendelijke groet,[naam 20] , advocaat. [35]
[biermerk] is verzekerd bij Chartis (heet nu: A.I.G.) en [naam 23] van verzekeraar Chartis schakelt expertisebureau Cordaet in om de claim van verdachte te onderzoeken. [naam 24] , werkzaam bij Cordaet, verklaart, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende:
“ [verdachte] claimde dat er een beugelfles van [biermerk] tijdens een kerstdiner ontplofte en dat hij daardoor letsel aan zijn hand had opgelopen. Van [biermerk] ontving ik getuigenverklaringen van de heren [naam 1] en [naam 4] . Ik ben eerst naar [biermerk] fabriek gegaan en bleek onduidelijkheid over de toedracht. In het kader van hoor en wederhoor heb ik ook een bezoek gebracht aan [verdachte] in het bijzijn van zijn advocaat. de heer [naam 25] . [verdachte] had overigens eerst een andere advocaat zijnde de heer [naam 21] .[verdachte] claimde een zenuw- en peesbeschadiging van zijn linkerduim en dat hij daardoor zijn beroepsmatige werkzaamheden niet kon uitvoeren. Bovendien claimde [verdachte] beperkingen van zijn zelfredzaamheid. Dat zijn de activiteiten van rondom de woning, zoals schilderen en tuinonderhoud, [verdachte] sprak hier in het bijzonder over niet meer kunnen kloven van hout en onderhoud aan zijn woning.Tijdens dit bezoek heb ik niet zozeer om stukken gevraagd, maar wel om een onderbouwing van de claim. In het kader daarvan heeft hij mij jaarverslaglegging overhandigd. Het gaat om jaarverslaglegging 2010 en 2011. Deze jaarstukken zijn ondertekend door [naam 10] van [bedrijf 4] . De omzet op deze jaarstukken bedroeg 2009 157.553 euro en het netto bedrijfsresultaat was 64.625 euro. In 2010 bedroeg de omzet 190.042 euro en het netto bedrijfsresultaat was 156.219 euro. In 2011 is de omzet 327.949 euro en het netto bedrijfsresultaat 171.411 euro.
Ik keek zelfs ook nog naar zijn belastbaar inkomen in 2011 en dit bedroeg 163.747 euro en in 2010 149.184 euro. De cijfers van zijn belastbaar inkomen las ik terug in de jaarstukken van [naam 10] .
Deze stukken had [verdachte] toen voor mij klaar liggen ter onderbouwing van zijn claim. Met deze jaarstukken van [naam 10] liet hij mij de omvang van zijn verlies aan arbeidsvermogen zien.[verdachte] wilde ook kosten voor een hulpkracht claimen. Dat betrof een Bulgaar omdat hij over specifieke kennis zou beschikken. De Bulgaar zou 75 euro per uur kosten.[verdachte] beoogde een voorschot te verkrijgen van 30 à 35.000 euro.
Ik heb de jaarstukken bij mijn rapport gevoegd. Ik zond een kopie naar de verzekeraar.
Wij hebben getwijfeld aan de echtheid van de toedracht. [verdachte] vertelde dat hij de scherven van de fles had opgestuurd zonder overleg vooraf met [biermerk] . Bij [biermerk] is ook geen pakket met scherven aangekomen. Het bewijs van verzending van UPS, die [verdachte] toonde, bleek achteraf vervalst te zijn. De advocaat die door [biermerk] was ingeschakeld vertelde mij dat hij het bewijs van verzending had geverifieerd bij UPS.
Het werd een opeenstapeling van aspecten waardoor ik ging twijfelen. Ook het overdreven claimgedrag ten aanzien van de beperkingen viel op.Wij hebben de aansprakelijkheid niet erkend”. [36]
Schadebehandelaar [naam 26] van verzekeringsmaatschappij A.I.G. verklaart dat de 'kwestie [biermerk] ' met betrekking tot verdachte in november 2012 is afgesloten en dat de aansprakelijkheid nooit is erkend. [naam 26] heeft de mails met de verklaringen van [naam 4] en [naam 1] bij zijn verklaring gevoegd. [37]
De door verdachte overgelegde verklaring van [naam 4] houdt in dat [naam 4] op Eerste Kerstdag bij verdachte thuis op bezoek was en toen heeft gezien dat er een beugelfles van [biermerk] in de hand van verdachte ontplofte, waarna verdachte gewond was aan zijn hand en daaraan de volgende ochtend geopereerd zou worden. [38]
De verklaring van [naam 1] , die door verdachte is overgelegd, komt inhoudelijk overeen met de verklaring van [naam 4] . [39]
De rechtbank stelt vast dat de door mr. [naam 21] namens verdachte aangedragen medische gegevens van de plastisch chirurg met betrekking tot het letsel van verdachte door de ontploffende bierfles exact overeenkomen met de gegevens over het letsel dat verdachte vijf dagen daarvoor zou hebben opgelopen door de val van de fiets zoals in de bij die claim overgelegde brief van plastisch chirurg [naam 11] van ziekenhuis Rijnstate staat weergegeven. Van de brief van plastisch chirurg [naam 11] is door de rechtbank al vastgesteld dat dit een vals/vervalst stuk betreft. Verdachte heeft deze brief kennelijk in aangepaste vorm weer gebruikt ter onderbouwing van de claim tegen [biermerk] .
Ook met betrekking tot de overgelegde jaarcijfers 2010 en 2011van [bedrijf 4] - die ook bij een vorige claim zijn overgelegd- heeft de rechtbank al vastgesteld dat deze stukken vals/vervalst zijn.
De opgevoerde getuige [naam 1] is nooit gevonden. Het is onduidelijk of deze persoon werkelijk bestaat.
De verklaring van de getuige [naam 4] is naar het oordeel van de rechtbank een vals opgemaakte verklaring. [naam 4] komt meerdere keren als getuige bij de claims van verdachte naar voren. Uit het onderzoek van de FIOD blijkt dat verdachte zowel zakelijk als privé al vanaf 2006 contact had met die [naam 4] , terwijl verdachte bij de rechtbank in Arnhem onder ede verklaart dat hij hem niet kende voor het ongeval op 21 september 2011. [40]
Op grond van het voorgaande stelt de rechtbank vast dat de stukken die aan A.I.G/Chartis zijn overgelegd ter onderbouwing van de schadeclaim vals zijn opgemaakt dan wel vervalst zijn en dat verdachte door een samenweefsel van verdichtsels en listige kunstgrepen, waaronder het overleggen van valse/vervalste stukken, heeft geprobeerd bij A.I.G./Chartis een onjuiste voorstelling van zaken in het leven te roepen en deze daardoor te bewegen tot de afgifte van geld.
De schadeclaim van 27 oktober 2012 (feit 2 onder b en feit 1)
Op 27 oktober 2012 claimt verdachte opnieuw schade als gevolg van een ongeval door een beet van een loslopende hond. In dit geval betreft het beweerdelijk de hond van de familie [naam 27] wonende aan de [adres] . [naam 27] is verzekerd bij de Univé. De belangenbehartiger van verdachte in deze zaak is [naam 28] .
[naam 28] stuurt op 30 oktober 2012 een mail naar [naam 29] , werkzaam bij de Univé. Deze mail houdt, onder meer, het volgende in:
Mijn cliënt is op zaterdag 27-10-2012 door een hond gebeten, terwijl hij op de fiets zat. Hij is daarna gevallen en heeft letsel aan zijn linkerhand opgelopen. Er is sprake van peesletsel en hij is zeker 12 weken uit de running.De eigenaar van de hond is de heer [naam 27] .
Mijn cliënt is zelfstandig ondernemer. Hij repareert auto's en heeft inHHij
2011 een omzet gemaakt van € 250.000,00 met een winstmarge van 80%. Hij werkt 80 uren per week en zijn bedrijf ligt stil. Een vervangende arbeidskracht kost € 75,00 per uur. Hij verricht plaatwerk met de hand en is redelijk uniek in Europa. Hij heeft opdrachten voor de komende 2 jaar en zijn zaak kan niet stil worden gelegd.
Hij heeft geen AOV verzekering.
U begrijpt dat er snel wat moet gebeuren voor wat betreft het voortzetten van de onderneming. Daarover moet snel overleg plaatsvinden.Univé is er ook bij gebaat als in deze zaak snel wordt gehandeld.
Kunt u mij hierover met spoed berichten. [41]
Univé schakelt expertisebureau Cordaet in. Schade-expert [naam 30] van Cordaet bezoekt op 12 november 2012 verdachte en maakt daarover op 15 november 2012 een rapport op. Daarin staat, onder meer, het volgende:
“Op 12 november 2012 bezocht ik de heer [verdachte] op zijn bedrijfsadres in [plaats] , samen met belangenbehartiger de heer [naam 28] .ToedrachtsonderzoekDe valpartij vond plaats op zaterdag en op maandag is betrokkene naar uw verzekerde gegaan om melding te maken van de valpartij en het opgelopen letsel. Verzekerde heeft van het voorval niets gemerkt, maar er was wel een wandelaar getuige van het incident, welke wandelaar ook een duidelijke verklaring heeft afgelegd.LetselDesgevraagd deelt betrokkene mee dat hij in het verleden wel eens een arm uit de kom heeft gehad en dat beide benen diverse keren zijn gebroken.Betrokkene was nooit lang arbeidsongeschikt. Ook had betrokkene niet eerder handletsel gehad.Medisch verloopNa de val zag betrokkene dat zijn linkerhand stuk was. Na de valpartij is betrokkene verder op zijn fiets naar huis gegaan en vervolgens doorgegaan naar het Rijnstate Ziekenhuis. Er was sprake van een wond aan de linkermiddelvinger, die gehecht werd. Verder was de duim flink verwond. Onderzoek wees uit dat er twee zenuwen en een pees stuk waren. Betrokkene is vervolgens direct geopereerd door de plastisch chirurg, waarbij alle kwetsuren zijn gehecht. Vervolgens kreeg betrokkene een spalk aangemeten die hij twaalf weken moet dragen.Medische informatieDe belangenbehartiger laat een brief zien van de plastisch chirurg, waarin het letsel wordt bevestigd. Kopieën van de medische stukken zullen naar Univé worden gestuurd.Arbeid ten tijde van ongeval- bedrijfsnaam & adres: [bedrijf verdachte] Garage te [plaats]
- rechtsvorm: eenmanszaak
- bedrijfsactiviteiten: restaureren van oude auto's met de nadruk op de Fiat 500
- personeel: betrokkene deelt mee dat hij geen personeel heeft
- financiën: De verlies- en winstrekening van het bedrijf wordt verwerkt in de IB-aangifte. Betrokkene overhandigt tijdens het bezoek enkele stukken die betrekking hebben op de resultaten van de onderneming. Aangegeven wordt dat er in 2010 een omzet was van ongeveer € 200.000,-- en in 2011 van € 260.000,--.ArbeidsgeschiktheidSinds het ongeval is betrokkene volledig arbeidsongeschikt. De linkerduim mag absoluut niet belast worden of ergens tegenaan stoten en moet gefixeerd zijn in een bepaalde hoek om het zenuwletsel en het peesletsel te kunnen laten herstellen. Voor het fixeren van de duim wordt een spalk gedragen voor een periode van twaalf weken.SchadeSinds het ongeval ligt het bedrijf van betrokkene stil.Betrokkene is op zoek gegaan naar een mogelijkheid om zich voorlopig te laten vervangen. Naast het bedrijf van betrokkene is een detacheringsbedrijf gevestigd met de naam [bedrijf 1] . Ook via de buurman heeft betrokkene geprobeerd om een geschikte vervanger de vinden, hetgeen uiteindelijk gelukt lijkt te zijn.Via het genoemde detacheringsbureau kan betrokkene een Bulgaarse specialist inhuren. Deze Bulgaarse plaatwerker heeft al een aantal jaren werkervaring in Nederland in de plaatwerkerij en zou een goede vakman zijn. Op verzoek van betrokkene heeft het detacheringsbureau contact opgenomen met deze freelancer die op dat moment in Bulgarije verbleef. De Bulgaarse plaatwerker is vervolgens naar Nederland gekomen en heeft kennisgemaakt met betrokkene. Betrokkene heeft deze medewerker een aantal werkzaamheden laten verrichten om te kijken of hij geschikt was.Betrokkene heeft inmiddels besloten de Bulgaar in te huren. Met het detacheringsbureau is afgesproken dat de inzet € 75,-- per uur kost, inclusief BTW. De Bulgaar is ingeschakeld voor 48 uur per week en zou een dag na mijn bezoek van start gaan.BetalingenBetrokkene deelt mee dat hij graag een voorschot zou willen ontvangen van circa€ 25.000,--. De vervangingskosten lopen snel op en het detacheringsbureau zal binnenkort betaald moeten worden.Voortgang1. De belangenbehartiger stuurt nog wat financiële stukken op;
2. Er zal medische informatie aan u worden toegestuurd;
3. Graag overleg over betaling van een voorschot”. [42]
Op 27 november 2012 stuurt opvolgend belangenbehartiger van verdachte [naam 31] een mail aan [naam 32] van verzekeraar Univé. [43] Bij deze mail zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- maandoverzichten inzake de omzet en kosten van verdachtes bedrijf;
- de winst- en verliescijfers 2010, 2011, 2012 van verdachtes bedrijf;
- de belastingaangiftes 2010 en 2011 van verdachte. [44]
Op 9 november 2012 maakt de Univé ter zake deze claim € 5.000,-- aan verdachte over en op 27 november 2012 nogmaals € 5.000,--. [45]
De rechtbank overweegt dat de inkomsten uit overige werkzaamheden volgens de gestuurde aangiften Inkomstenbelasting in 2010 € 222.993 bedroegen en in 2011
€ 238.151. Maar de aangifte Inkomstenbelasting van verdachte geraadpleegd bij de Belastingdienst bevat voor het jaar 2010 geen bedrag voor inkomsten uit overige werkzaamheden, maar een verlies uit onderneming van € 59.175. Voor het jaar 2011 is op
2 oktober 2014 nog geen aangifte bij de Belastingdienst ingediend. [46]
De gestuurde aangiftes Inkomstenbelasting van 2010 en 2011 zijn dus vals/vervalst.
In het dossier van Univé in het kader van deze claim zijn verder de volgende van verdachte afkomstige stukken aangetroffen: [47]
 een getuigenverklaring d.d. 30 oktober 2012 van [naam 1] ; [48]
 een factuur van [bedrijf 1] gedateerd 18 november 2012 gericht aan [bedrijf verdachte] Garage, met de vermelding dat [naam 7] werkzaamheden voor verdachte had verricht in week 46-2012; [49]

een wekelijkse urenstaat van [bedrijf verdachte] Garage begin week 12-11-12 t.n.v. werknemer [naam 6] , met de vermelding, dat werknemer [naam 6] van 13-11-12 tot en met 16-11-12 in totaal EURO 640,00 heeft verdiend en dat [naam 7] manager was, met een ondertekening voorstellende de handtekening van de manager [naam 7] . [50]
De getuige [naam 1] betreft de wandelaar genoemd in het rapport van schade-expert [naam 30] van Cordaet. Deze [naam 1] blijkt vervolgens (wederom) onbereikbaar voor het beantwoorden van vragen.
In een zitting van de rechtbank in Arnhem op 23 oktober 2013 wordt verdachte in het kader van deze claim als getuige gehoord. Hij verklaart dan onder ede dat hij [naam 1] vanuit de kleutertijd kent, dat [naam 1] werkte voor een bedrijf waar hij zakelijke relaties mee had en dat [naam 1] hem direct na het gebeuren een briefje gaf met zijn adresgegevens en telefoonnummer. [51]
[naam 1] komt echter ook als getuige voor bij het gefingeerde incident op Eerste Kerstdag 2011. Toen zou [naam 1] bij verdachte thuis aan het kerstdiner hebben gezeten. Verder zou deze [naam 1] in de week van 6 februari 2012 bij verdachte hebben gewerkt blijkens een bij de aan [biermerk] toegezonden week urenstaat (zie vorige claim).
Dit stemt niet overeen met elkaar.
Er is dus slechts een schriftelijke verklaring ondertekend met de naam [naam 1] , die van de zijde van verdachte aan de Univé is overgelegd, terwijl deze [naam 1] niet traceerbaar is gebleken en verdachte deze persoon steeds in een andere hoedanigheid naar voren schuift om verschillende claims te onderbouwen.
Op grond hiervan concludeert de rechtbank dat deze getuigenverklaring dus vals/vervalst is.
Uit de verklaring van [naam 13] van [bedrijf 1] blijkt dat de factuur van
18 november 2012 van [bedrijf 1] die door verdachte is overgelegd aan de Univé in werkelijkheid niet afkomstig is van [bedrijf 1] . [52] De factuur is vals.
Met betrekking tot de overgelegde wekelijkse urenstaat van werknemer [naam 6] die door [naam 7] als manager zou zijn ondertekend, verklaart [naam 7] dat hij in 2012 in Bulgarije was en niet voor verdachte heeft gewerkt. Bovendien is hij nooit manager geweest en kent hij het bedrijf [bedrijf 1] niet. [53]
Op grond van het voorgaande stelt de rechtbank vast dat de stukken die aan Univé zijn overgelegd te onderbouwing van de schadeclaim vals zijn opgemaakt dan wel vervalst zijn en dat verdachte door een samenweefsel van verdichtsels en listige kunstgrepen, waaronder het overleggen van valse/vervalste stukken, bij Univé een onjuiste voorstelling van zaken in het leven heeft geroepen en waardoor deze is bewogen tot de afgifte van geld.
De schadeclaim van 20 januari 2014 (feit 3 onder a en feit 1)
[bedrijf 5] Letselschade heeft verdachte bijgestaan in de claim van 20 december 2011 tegen verzekeraar Allianz. Na de uitgekeerde geldsom te hebben ontvangen, stelt verdachte [bedrijf 5] vervolgens aansprakelijk voor het verkeerd adviseren over de fiscale consequenties van de aan hem uitgekeerde geldsom van € 51.861,--. Verdachte deelt vervolgens op 20 januari 2014 mee dat hij bereid is voor een bedrag van € 5.000,-- tegen finale kwijting het dossier te sluiten. [54]
Bij de e-mail van verdachte van 20 januari 2014 is een brief gevoegd van de belastingdienst gericht aan [advocatenkantoor 1] advokaten gedateerd 9 november 2013. [55] Daarin staat dat verdachte een vergoeding heeft ontvangen van Allianz inzake een ongeval en dat partijen een zogenaamde belastinggarantie hebben opgesteld waarin het standpunt werd ingenomen dat het bedrag van € 51.861 niet belast is voor de inkomstenbelasting en waarin de ondergetekende [naam 12] namens de belastinginspecteur meedeelt dat de vergoeding deels wel belast is voor de inkomstenbelasting.
[bedrijf 5] was voor de beroepsaansprakelijkheid verzekerd bij A.I.G. die de claim in behandeling heeft genomen. De claim behelsde onkosten van een accountant, de onderzoekskosten van verdachte en een eventuele boete van de Belastingdienst.
A.I.G. oordeelt, na eigen onderzoek naar de authenticiteit ervan, dat de brief van de Belastingdienst die door verdachte is meegestuurd, vals of vervalst is en stuurt verdachte op 30 januari 2014 een afwijzingsbrief. [56]
De heer [naam 12] van de Belastingdienst (zijn naam stond onder de door verdachte overgelegde brief) wordt gehoord en verklaart dat de door verdachte overgelegde brief een vervalste brief is en niet van hem afkomstig. [57]
Op grond van het voorgaande stelt de rechtbank vast dat de brief die aan A.I.G is overgelegd ter onderbouwing van de schadeclaim vals is opgemaakt dan wel vervalst is en dat verdachte door een samenweefsel van verdichtsels en listige kunstgrepen, waaronder het overleggen van een valse/vervalste stuk, heeft geprobeerd bij A.I.G. een onjuiste voorstelling van zaken in het leven te roepen en deze daardoor te bewegen tot de afgifte van geld.
De rechtbank is van oordeel dat op grond van het voorgaande wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht ten aanzien van verdachte wettig en overtuigend bewezen dat:
1. primair.
hij in de periode van 21 september 2011 tot en met 21 mei 2014 in Nederland,
stukken, te weten een brief van de belastingdienst en facturen en een wekelijkse urenstaat en getuigenverklaringen en een brief van een chirurg en een jaarverslaglegging 2011 en een offerte en een e-mail bericht en aangifte Inkomstenbelasting 2010 en aangifte Inkomstenbelasting 2011,
elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt en/of vervalst, te weten onder meer:
a. een brief van de belastingdienst, d.d. 8 november 2013, gericht aan [advocatenkantoor 1] advokaten en
b. twee facturen van [bedrijf 1] , gedateerd 5 februari 2012 en 11 februari 2012, telkens gericht aan [bedrijf verdachte] Garage en
c. een factuur van [bedrijf 3] Autorestauratie, d.d. 9 september 2009, gericht aan [bedrijf verdachte] Garage en
d. een wekelijkse urenstaat van [bedrijf verdachte] Garage begin week 06-02-12 t.n.v. werknemer [naam 1] en
e. drie getuigenverklaringen, te weten met betrekking tot een bijna aanrijding tussen verdachte op de fiets en een vrachtwagen op woensdag 21 september (2011) te [plaats] en met betrekking tot het van een fiets vallen door verdachte op 20 december 2011 te Doorwerth en met betrekking tot het van een fiets vallen door verdachte op 27 oktober 2012 te Slijk Ewijk en
f. [bedrijf verdachte] Garage Jaarverslaglegging 2010 en 2011 en
g. een offerte van [bedrijf 1] , d.d. 28 september 2011, aan [naam 2] betreffende het plaatsen van een ervaren arbeidskracht en
h. twee e-mailberichten, gericht aan [e-mail] met verzenddatum op 9 april 2012 en betreffende het uit elkaar knallen dan wel ontploffen van een bierfles en afkomstig van [naam 1] en [naam 4] en
i. een brief van het ziekenhuis Rijnstate d.d. "26 januari 2012-0-26" aan huisarts [naam 5] betreffende letsel aan dig. I links (digitus I = duim, i.c. linker duim) en een snijwond aan de top van dig. III (digitus III = middelvinger) van verdachte en
j. aangifte Inkomstenbelasting 2010 en aangifte Inkomstenbelasting 2011 en
k. een factuur van [bedrijf 1] gedateerd 18 november 2012 gericht aan [bedrijf verdachte] Garage en
l. een wekelijkse urenstaat van [bedrijf verdachte] Garage begin week 12-11-12 t.n.v. werknemer [naam 6] ,
immers heeft verdachte telkens valselijk:
ad a.
in de brief van de belastingdienst onder meer vermeld dat verdachte een vergoeding heeft ontvangen van Allianz inzake een ongeval en dat partijen een zogenaamde belastinggarantie hebben opgesteld waarin het standpunt werd ingenomen dat het bedrag van EURO 51.861 niet belast is voor de inkomstenbelasting en
ad b.
op die facturen vermeld dat [naam 7] werkzaamheden voor verdachte had verricht in week 5-2012 en week 6-2012 en
ad c.
op die factuur vermeld dat [bedrijf 3] Autorestauratie, [naam 7] , 40 uren las-schuurwerk in de maand September (2009) à EURO 56,- per uur voor in totaal EURO 2665,60 heeft verricht en
ad d.
op die wekelijkse urenstaat onder meer vermeld dat werknemer [naam 1] van 06-02-12 tot en met 10-02-12 in totaal EURO 1.531,25 heeft verdiend en dat [naam 7] manager was en een handtekening gezet voorstellende de handtekening van de manager ( [naam 7] ) en
ad e.
in die getuigenverklaring van [naam 4] onder meer vermeld dat deze [naam 4] getuige was van een bijna aanrijding tussen verdachte en een vrachtauto op 21 september, waarbij verdachte ten val kwam en verdachtes arm uit de kom schoot en
in een getuigenverklaring van [naam 8] onder meer vermeld dat deze [naam 8] op 20 december 2011 getuige was, dat een wit hondje aan het linker been van verdachte hing en verdachte daardoor hard ten val kwam op het asfalt, waarbij verdachte een wond aan zijn hand opliep en
in een getuigenverklaring van [naam 1] onder meer vermeld dat deze [naam 1] op 27 oktober 2012 getuige was, dat verdachte, rijdend op een fiets, achterna gezeten werd door een grote bruine hond, die verdachte in zijn rechter been leek te bijten, waardoor verdachte met een ongelofelijke harde smak op het onverharde wegdek terecht kwam, waarbij verdachte een wond aan zijn linker hand, ter hoogte van de duim opliep en
ad f.
op [bedrijf verdachte] Garage Jaarverslaglegging 2010 en 2011 vermeld dat deze [bedrijf verdachte] Garage Jaarverslaglegging 2010 en 2011 zijn opgemaakt door [naam 10] , Accountant Administratieconsulent van [bedrijf 4] , en die jaarverslaglegging 2010 en 2011 was ondertekend met een handtekening van [naam 10] en
ad g.
op een offerte van [bedrijf 1] gedateerd 28 september 2011 vermeld dat [naam 7] werkzaamheden gaat verrichten voor verdachte en
ad h.
op die twee e-mailberichten vermeld, dat de afzenders van de e­ mail berichten, te weten [naam 1] en [naam 4] , beiden getuige zijn geweest dat op lste kerstdag 2011 een beugel bierfles van [biermerk] in de hand van verdachte ontplofte, waarna enige paniek ontstond omdat verdachte aan de hand gewond raakte en de wond heftig bloedde en
ad i.
op een brief van het ziekenhuis Rijnstate gericht aan huisarts [naam 5] met de datum "26 januari 2012-0-26" en afkomstig van dr. [naam 11] , plastisch, reconstructief en handchirurg, vermeld onder meer dat patiënt (verdachte) werd gezien en behandeld op 26-12-2011 en patiënt (verdachte) letsel had opgelopen door een val met de fiets en patiënt (verdachte) behandeld werd op de OK in verband met het herstel van de digitaal zenuw radiaal en hechten van flexor pollicis longus en dat hij (verdachte) dan nog een spalk moet blijven dragen tot ongeveer 12 weken postoperatief en dat het verwachte herstel na zo'n letsel 12-24 weken is en
ad j.
op de aangifte Inkomstenbelasting 2010 en aangifte Inkomstenbelasting 2011 dat zijn, verdachtes, verzamelinkomen in 2010 EUR 222.993 bedroeg en in 2011 EUR 233.151 bedroeg, en
ad k.
op die factuur vermeld dat [naam 7] werkzaamheden voor verdachte had verricht in week 46-2012 en
ad l.
op die wekelijkse urenstaat onder meer vermeld dat werknemer [naam 6] van 13-11-12 tot en met 16-11-12 in totaal EURO 640,00 heeft verdiend en dat [naam 7] manager was en een handtekening gezet voorstellende de handtekening van de manager ( [naam 7] )
zulks met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;
2.
hij in de periode van 21 september 2011 tot en met 21 mei 2014 in Nederland,
telkens:
met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, door één of meer listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, verzekeraars,
Allianz voor EUR 51.861,20 en
N.V. Univé Schade voor EUR 10.000,--
heeft bewogen tot afgifte van een geldbedrag van in totaal ongeveer EUR 61.861,20,
hebbende hij, verdachte, telkens met voren omschreven oogmerk, valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid:
ad a.
  • zich voorgedaan als een bonafide slachtoffer/claimant van een aan hem overkomen schade toebrengend ongeval op 20 december 2011;
  • twee vals of vervalste facturen van [bedrijf 1] gedateerd 5 februari 2012 en 11 februari 2012 gericht aan [bedrijf verdachte] Garage, waarbij de valsheid bestond uit het in strijd met de waarheid daarin opnemen de vermelding dat [naam 7] werkzaamheden voor verdachte had verricht in week 5-2012 en week 6- 2012, zulks terwijl in werkelijkheid die [naam 7] in voormelde weken niet voor verdachte heeft gewerkt en
  • een valse wekelijkse urenstaat van [bedrijf verdachte] Garage begin week 06-02-12 t.n.v. [naam 1] , waarbij de valsheid bestond uit het in strijd met de waarheid daarin opnemen van de vermelding dat werknemer [naam 1] van 06-02-12 tot en met 10-02-12 in totaal EURO 1.531,25 heeft verdiend en dat [naam 7] manager was en welke urenstaat was voorzien van een ondertekening voorstellende de handtekening van de manager ( [naam 7] ), zulks terwijl in werkelijkheid [naam 7] ( [naam 7] ) nimmer manager bij [bedrijf verdachte] Garage is geweest en het niet de handtekening van [naam 7] ( [naam 7] ) is en
  • een valse getuigenverklaring van [naam 8] in zake het van een fiets vallen door verdachte op 20 december 2011 te Doorwerth, waarbij de valsheid bestond uit het in strijd met de waarheid daarin opnemen van de vermelding dat deze [naam 8] op 20 december 2011 getuige was, dat een wit hondje aan het linker been van verdachte hing en verdachte daardoor hard ten val kwam op het asfalt, waarbij verdachte een wond aan zijn hand opliep, zulks terwijl in werkelijkheid dit ongeval nimmer heeft plaatsgevonden en de getuige nimmer getuige is geweest van een dergelijk ongeval en
  • een valse of vervalste brief van het ziekenhuis Rijnstate d.d. "26 januari 2012- 0-26" aan huisarts [naam 5] en afkomstig van dr. [naam 11] , plastisch, reconstructief en handchirurg, waarbij de valsheid bestond uit het in strijd met de waarheid daarin opnemen van de vermelding, dat patiënt (verdachte) werd gezien en behandeld op 26-12-2011 en patiënt (verdachte) letsel had opgelopen door een val met de fiets en patiënt (verdachte) behandeld werd op de OK in verband met het herstel van de digitaal zenuw radiaal en hechten van flexor pollicis longus en dat hij (verdachte) dan nog een spalk moet blijven dragen tot ongeveer 12 weken postoperatief en dat het verwachte herstel na zo'n letsel 12-24 weken is, zulks terwijl in werkelijkheid deze brief niet geschreven en afkomstig is van voornoemde dr. [naam 11] of het ziekenhuis Rijnstate
en deze facturen en urenstaat en getuigenverklaring en brief direct of indirect heeft overgelegd aan verzekeraar Allianz,
waardoor verzekeraar Allianz werd bewogen tot bovenomschreven afgifte
ad b.
  • zich voorgedaan als een bonafide slachtoffer/claimant van een aan hem overkomen schade toebrengend ongeval op 27 oktober 2012;
  • een valse getuigenverklaring van [naam 1] waarbij de valsheid bestond uit het in strijd met de waarheid daarin opnemen van de vermelding, dat deze [naam 1] op 27 oktober 2012 getuige was, dat verdachte, rijdend op een fiets, achterna gezeten werd door een grote bruine hond, die verdachte in zijn rechter been leek te bijten, waardoor verdachte met een ongelofelijke harde smak op het onverharde wegdek terechtkwam, waarbij verdachte een wond aan zijn linker hand, ter hoogte van de duim opliep, zulks terwijl in werkelijkheid dit nimmer heeft plaatsgevonden;
  • een valse of vervalste aangifte Inkomstenbelasting 2010 en aangifte inkomstenbelasting 2011 waarbij de valsheid bestond uit het in strijd met de waarheid daarin opnemen van de vermelding, dat het verzamelinkomen in 2010 EUR 222.993 bedroeg en het verzamelinkomen in 2011 EUR 233.151 bedroeg, zulks terwijl in werkelijkheid zijn verzamelinkomen in 2010 negatief was, te weten EUR- 53.733 en de aangifte Inkomstenbelasting 2011 op 2 oktober 2014 nog niet was ingediend en
  • een valse of vervalste factuur van [bedrijf 1] gedateerd 18 november 2012 gericht aan [bedrijf verdachte] Garage, waarbij de valsheid bestond uit het in strijd met de waarheid daarin opnemen van de vermelding, dat [naam 7] werkzaamheden voor verdachte had verricht in week 46-2012, zulks terwijl in werkelijkheid die [naam 7] in voormelde week niet voor verdachte heeft gewerkt en
  • een valse wekelijkse urenstaat van [bedrijf verdachte] Garage begin week 12-11-12 t.n.v. werknemer [naam 6] , waarbij de valsheid bestond uit het in strijd met de waarheid daarin opnemen van de vermelding, dat werknemer [naam 6] van 13-11-12 tot en met 16- 11-12 in totaal EURO 640,00 heeft verdiend en dat [naam 7] manager was en welke urenstaat was voorzien van een ondertekening voorstellende de handtekening van de manager ( [naam 7] ), zulks terwijl in werkelijkheid [naam 7] ( [naam 7] ) nimmer manager bij [bedrijf verdachte] Garage is geweest en het niet de handtekening van [naam 7] ( [naam 7] ) is,
deze getuigenverklaring en deze aangiften Inkomstenbelasting 2010 en 2011 en deze factuur en deze urenstaat direct of indirect heeft overgelegd aan verzekeraar Univé,
waardoor verzekeraar Univé werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
3.
hij in de periode van 21 september 2011 tot en met 21 mei 2014 in Nederland,
telkens:
ter uitvoering van zijn voornemen en het misdrijf om opzettelijk met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, door één of meer listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, met dat voornemen opzettelijk verzekeraars,
a. A.I.G. voor EUR 5.000,-- en
b. A.I.G. / Chartis voor EUR 35.000,-- en
c. TVM voor enig geldbedrag,
te bewegen tot afgifte van geldbedragen,
hebbende hij, verdachte, telkens met voren omschreven oogmerk, valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid:
ad a.
  • zich voorgedaan als een bonafide slachtoffer/claimant ter zake van een beroepsfout van zijn belangenbehartiger [bedrijf 5] ;
  • een valse of vervalste brief van de belastingdienst gedateerd 9 november 2013, waarbij de valsheid bestond uit het in strijd met de waarheid daarin opnemen van de vermelding dat verdachte een vergoeding heeft ontvangen van Allianz inzake een ongeval en dat partijen een zogenaamde belastinggarantie hebben opgesteld waarin het standpunt werd ingenomen dat het bedrag van EURO 51.861 niet belast is voor de inkomstenbelasting, zulks terwijl in werkelijkheid die brief niet door de ondergetekende [naam 12] is opgemaakt en verstuurd aan [advocatenkantoor 1] advocaten,
ad b.
  • zich voorgedaan als een bonafide slachtoffer/claimant ter zake van een schade toebrengend voorval op 25 december 2011;
  • een valse of vervalste jaarverslaglegging van [bedrijf verdachte] Garage Jaarverslaglegging 2010 en 2011 waarbij de valsheid bestond uit het in strijd met de waarheid daarin opnemen van de vermelding dat deze [bedrijf verdachte] Garage Jaarverslaglegging 2010 en 2011 is opgemaakt door [naam 10] , Accountant Administratieconsulent van [bedrijf 4] , en die jaarverslaglegging 2010 en 2011 was ondertekend met een handtekening van [naam 10] , zulks terwijl in werkelijkheid de cijfers weergegeven in [bedrijf verdachte] Garage Jaarverslaglegging 2010 niet in overeenstemming zijn met de waarheid en de geplaatste handtekening niet de handtekening van [naam 10] was en [bedrijf verdachte] Garage Jaarverslaglegging 2011 nimmer is opgemaakt door [naam 10] en de geplaatste handtekening niet de handtekening van [naam 10] was en
  • valse e-mailberichten afkomstig van [naam 1] en [naam 4] , gericht aan [e-mail] met verzenddatum 9 april 2012 waarbij de valsheid bestond uit het in strijd met de waarheid daarin opnemen van de vermelding dat [naam 1] en [naam 4] beiden getuige zijn geweest dat op 1ste kerstdag 2011 een bierfles van [biermerk] in de hand van verdachte ontplofte, waarna enige paniek ontstond omdat verdachte aan de hand gewond raakte en de wond heftig bloedde, zulks terwijl in werkelijkheid die beugel bierfles van [biermerk] niet ontploft is en verdachte geen letsel aan zijn hand heeft bekomen en de getuigen geen getuige zijn geweest van dit voorval
en dit heeft overgelegd aan verzekeraar A.I.G./Chartis,
ad c.
  • zich voorgedaan als een bonafide slachtoffer/claimant van een aan hem overkomen schade toebrengend voorval op 21 september 2011
  • een valse of vervalste factuur van [bedrijf 3] Autorestauratie gedateerd 9 september 2009 gericht aan [bedrijf verdachte] Garage, waarbij de valsheid bestond uit het in strijd met de waarheid daarin opnemen van de vermelding dat [bedrijf 3] Autorestauratie, [naam 7] , 40 uren las-schuurwerk in de maand September (2009) à EURO 56,- per uur voor in totaal EURO 2665,60 heeft verricht, zulks terwijl in werkelijkheid [bedrijf 3] Autorestauratie niet bestaat en
  • een valse getuigenverklaring van [naam 4] waarbij de valsheid bestond uit het in strijd met de waarheid daarin opnemen van de vermelding dat deze [naam 4] getuige was van een bijna aanrijding tussen verdachte en een vrachtauto op 21 september 2011, waarbij verdachte ten val kwam en verdachtes arm uit de kom schoot, zulks terwijl in werkelijkheid dit voorval niet heeft plaatsgevonden en de getuige geen getuige is geweest van dit voorval,
  • een valse of vervalste offerte van [bedrijf 1] gedateerd 28 september 2011 gericht aan [naam 2] waarbij de valsheid bestond uit het in strijd met de waarheid daarin opnemen van de vermelding, dat [naam 7] werkzaamheden gaat verrichten voor verdachte, zulks terwijl in werkelijkheid die [naam 7] nimmer voor [bedrijf 1] heeft gewerkt en
en deze stukken heeft overgelegd aan verzekeraar T.V.M.,
de verdere uitvoering van dit voorgenomen misdrijf is alleen niet voltooid ten gevolge van een of meer van zijn, verdachtes, wil onafhankelijke omstandigheden.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 1 primair, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 45, 57, 225 en 326 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
feit 1 primair
het misdrijf:
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd
feit 2
het misdrijf:
oplichting, meermalen gepleegd
feit 3
het misdrijf:
poging tot oplichting, meermalen gepleegd.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezen verklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn, verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, met aftrek van het voorarrest.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat aan verdachte een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf, al dan niet in combinatie met een taakstraf, wordt opgelegd.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan drie pogingen tot oplichting en twee voltooide oplichtingen. Hij heeft bij verschillende verzekeringsmaatschappijen schadeclaims ingediend waarbij hij heeft aangegeven dat hij letsel had opgelopen door een ongeval waarvoor een daar verzekerde aansprakelijk zou zijn. Verdachte heeft deze ongevallen en letsels echter verzonnen.
Verdachte heeft om zijn schadeclaims te laten slagen valse of vervalste stukken als bewijs bij de schadeclaims overgelegd. Verdachte is daarmee doorgegaan totdat het werd ontdekt.
Verdachte heeft zich alleen maar laten leiden door eigen geldelijk gewin en heeft hierdoor het vertrouwen geschaad dat in het maatschappelijk en economische verkeer moet bestaan in overgelegde stukken die tot bewijs dienen.
Ook hebben de verzekeringsmaatschappijen forse schade geleden, in de vorm van onterechte uitkeringen, maar ook in de vorm van onnodig gemaakte onderzoekskosten. Dit gedrag leidt bovendien tot hogere premies voor verzekeringen.
Het vorenstaande in aanmerking nemende is de rechtbank van oordeel dat in beginsel vanuit het oogpunt van normhandhaving en ter vergelding van de door verdachte begane feiten oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden passend en geboden is. De rechtbank zal deze straf echter matigen, nu de redelijke termijn van berechting als bedoeld in artikel 6 EVRM is overschreden.
Als uitgangspunt geldt dat de berechting van de zaak behoort te zijn afgerond met een einduitspraak binnen twee jaren na aanvang van de redelijke termijn. Verdachte is op 21 mei 2014 aangehouden en verhoord als verdachte. Er is dus sprake van een overschrijding van de redelijke termijn van ongeveer drie jaren en negen maanden. Gelet hierop zal de rechtbank de duur van de op te leggen gevangenisstraf met 6 maanden verminderen, namelijk tot 18 maanden.
De rechtbank ziet aanleiding om een deel van de gevangenisstraf (te weten 6 maanden) voorwaardelijk op te leggen. De voorwaardelijk op te leggen gevangenisstraf met een proeftijd van drie jaren dient als stok achter de deur, om te voorkomen dat verdachte opnieuw (soortgelijke) strafbare feiten zal begaan.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b en 14c Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 primair, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 primair
het misdrijf:
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd
feit 2
het misdrijf:
oplichting, meermalen gepleegd
feit 3
het misdrijf:
poging tot oplichting, meermalen gepleegd.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 primair, 2 en 3 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Melaard, voorzitter, mr. drs. H.M. Braam en
mr. N.J.C. Monincx, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. Nijhuis, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 27 februari 2020.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Belastingdienst/FIOD, kantoor Arnhem, met nummer 54032. Voor zover het een proces-verbaal betreft is het opgemaakt in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen.
2.Doc-043, p. 914, en Doc-051, p. 947.
3.Doc-091, p. 1524-1526
4.P.v. verhoor verdachte d.d. 21 mei 2014, V-001-01, p. 484
5.Doc-053, p. 948.
6.Doc-053a, p. 949 en Doc-055, p. 953.
7.P.v. verhoor verdachte [naam 4] d.d. 23 mei 2016, ongenummerd opgenomen in het dossier.
8.P.v. bevindingen, AMB-042, p. 380 t/m 384.
9.Doc-055, p. 953.
10.Doc-014, p. 761
11.Doc-057, p. 956
12.Doc-049, p. 939 t/m 943 en Doc-054, p. 950 t/m 952.
13.Doc-047, p 923 en 929 en Doc-010, p. 675 t/m 682.
14.P.v. verhoor getuige [naam 7] , G-006-01, p. 579 t/m 581.
15.P.v. verhoor getuige [naam 13] , G-004-01, p. 550 t/m 553.
16.P.v. verhoor getuige [naam 10] , G-003-01, p. 529 t/m 535.
17.P.v. verhoor getuige [naam 15] , G-005-01, p. 573 t/m 577.
18.Aangifte TVM verzekeringen, AMB-0, bijlage 3.
19.Brief aansprakelijkstelling, p. 720.
20.Bijlage Nr. 1004DLM2, p. 721.
21.Bijlage Nr. 50014WL5, p. 729.
22.Bijlage Nr. 50015DMY, p. 735.
23.Bijlage Nr. 50015075, p. 736.
24.Bijlage Nr. 50015075, p. 737.
25.Doc-13B, p. 760.
26.Doc-076a, p. 1416.
27.Bijlage nr. 54032, AMB-0, geen paginanummer.
28.P.v. verhoor getuige [naam 13] , G-004-01, p. 550 t/m 553.
29.P.v. verhoor getuige [naam 7] , G-006-01, p. 579 t/m 581.
30.P.v. verhoor [naam 8] bij de RC op 4 oktober 2017.
31.Bijlage nr. 54032, Doc-013A, p. 754 t/m 755.
32.Bijlage nr. 54032, Doc-013A, p. 754.
33.Bijlage nr. GH B-1-7, p. 289.
34.p. 101 t/m 102.
35.Bijlage nr. 54032, doc-090, p. 1522 t/m 1523.
36.P.v. verklaring getuige [naam 24] , G-009-01, p. 608 t/m 611
37.Doc-004, p. 103 t/m 106.
38.Doc-073, p. 1374.
39.Doc-072, p. 1373.
40.P.v. bevindingen, AMB-042, p. 380 t/m 384.
41.Doc-081, p. 1438.
42.Doc-085, p. 1445 t/m 1454.
43.Doc-083, p. 1441 t/m 1442.
44.Doc-047 en Doc-048, p. 918 t/m 938
45.Doc-076, p. 1387 en 1388.
46.Doc-011, p. 683 t/m 696.
47.Overzichtsp.v. p. 54 en 55.
48.AMB-042, p. 385 en Doc-068, p. 1356.
49.Doc-069, p. 1357.
50.Doc-070, p. 1358.
51.Doc-077, p. 1418 t/m 1420.
52.G-004-01, p. 550 t/m 553.
53.G-006-01, p. 579 t/m 581.
54.Doc-006, p. 637.
55.p. 642.
56.G-002-01, p. 524 t/m 528.
57.G-001-01, p. 520 t/m 523.