ECLI:NL:RBOVE:2020:868

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
10 februari 2020
Publicatiedatum
27 februari 2020
Zaaknummer
C/08/243633 / FA RK 20-258
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van een crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 10 februari 2020 heeft de Rechtbank Overijssel een beschikking gegeven inzake een verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, zoals bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Dit verzoek was ingediend door de officier van justitie naar aanleiding van een eerder opgelegde crisismaatregel op 6 februari 2020. De betrokkene, geboren in 1956 en verblijvende in een instelling, vertoonde ernstig verontrustend gedrag, waaronder het horen van stemmen die hem aanspoorden tot gewelddadige daden. Tijdens de mondelinge behandeling op 10 februari 2020 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, zijn advocaat, en een psychiater. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige schade aan personen of goederen. De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk was om het gevaar af te wenden, ondanks het verzet van de betrokkene tegen deze zorg. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die geldig is tot en met 2 maart 2020. De beschikking is mondeling gegeven door rechter A.L. Smit en schriftelijk uitgewerkt op 12 februari 2020.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Familierecht en Jeugdrecht
Locatie: Zwolle
Zaak-/rekestnr.: C/08/243633 / FA RK 20-258
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 10 februari 2020van de rechtbank Overijssel naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[A],
[geboortedatum] 1956 te [plaats 1] ,
wonende [adres] [plaats 2] ,
verblijvende te Dimence, Eerdelaan 45, 8043 RR Zwolle,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. J.C.F. Kooijmans te Zwolle.

1.Procesverloop

1.1
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 7 februari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 6 februari 2020 opgelegde crisismaatregel.
1.2
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel d.d. 6 februari 2020;
  • de medische verklaring d.d. 6 februari 2020;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet BOPZ en de Wvggz.
1.3
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 10 februari 2020, op de locatie Dimence, Eerdelaan 45 te Zwolle.
1.4
Ter zitting waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
  • betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
  • R. Veltkamp, psychiater;
  • H. Kok, systeemtherapeut.

2.Beoordeling

2.1
De raadsman heeft ter zitting aangevoerd dat betrokkene geen bedenkingen heeft geuit tegen de toevoeging van een advocaat door de burgemeester. Hij ontkent te zijn gehoord door de burgemeester. Daarover het volgende. In Khonraad is vermeld dat betrokkene is gehoord door de wethouder en dat hiervan een hoorverslag is ingevoerd. In de beschikking tot verlening van de crisismaatregel is eveneens vermeld dat betrokkene is gehoord en voorts dat hij bedenkingen naar voren heeft gebracht tegen de bijstand door een advocaat. Naar het oordeel van de rechtbank is de enkele ontkenning door betrokkene, die op dat moment in de separeer zat, onvoldoende om de vermelding in het dossier dat betrokkene is gehoord en daarbij bedenkingen heeft geuit tegen bijstand door een advocaat terzijde te schuiven. Van de juistheid daarvan moet dus worden uitgegaan. De wijze van horen door de wethouder, via de telefoon, ligt thans niet ter beoordeling voor.
2.2
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige materiële schade, ernstige financiële schade en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Betrokkene is opgenomen omdat hij stemmen hoorde die hem de opdracht gaven om zijn vrouw te vermoorden. Tijdens de opname vertoont betrokkene angstig en achterdochtig gedrag. Ook is hij dreigend geweest richting verpleegkundigen in het ziekenhuis en heeft hij een ontsnappingspoging gedaan, door het brandalarm in te drukken. Betrokkene probeerde toen via de brandtrap naar buiten te ontsnappen. Het hele gebouw is hierdoor ontruimd geweest. De paranoïde psychose is nog onverminderd aanwezig en het risico bestaat daarom dat betrokkene zijn vrouw alsnog iets aandoet als hij nu naar huis zou gaan. Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van een paranoïde psychose. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.3
De rechtbank is van oordeel dat de in de crisismaatregel genoemde zorg, te weten
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen; en;
- beperken van het recht op het ontvangen van bezoek
niet meer noodzakelijk is om het nadeel af te wenden en wijst deze verplichte vormen van zorg af.
Wel acht de rechtbank, op grond van de overgelegde stukken en hetgeen door de ter zitting aanwezige psychiater is toegelicht, de verplichte zorg, te weten
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen; en
- opnemen in een accommodatie
noodzakelijk om het nadeel af te wenden. De rechtbank gaat voorbij aan het verweer van de advocaat dat veel van de verplichte vormen van zorg ‘voor de zekerheid’ zijn aangekruist. De psychiater heeft ter zitting weloverwogen toegelicht welke verplichte vormen van zorg hij nu nog noodzakelijk acht. Hierbij heeft hij concrete punten genoemd die zijn professionele zienswijze onderbouwen. Zo bestaat het vermoeden dat betrokkene smokkelt met zijn medicatie, waardoor het toedienen van vocht, voeding en medicatie noodzakelijk is. Insluiten is een aantal dagen geleden nog noodzakelijk geweest wegens agressie van betrokkene. Omdat de psychische stoornis en het daarmee samenhangende gevaar nog onverminderd aanwezig zijn moet rekening worden gehouden met de kans dat betrokkene in de toekomst hetzelfde agressieve gedrag vertoont (en insluiten noodzakelijk is). Wat betreft het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten wordt ter zitting toegelicht dat betrokkene eerder in zijn verwarde toestand vage berichten op Facebook heeft geplaatst, welke hij in een normale gezondheidstoestand niet geplaatst zou hebben. Om die reden is het van belang dat de Ipad en/of telefoon van betrokkene kan worden ingenomen of het gebruik hiervan kan worden beperkt als daar aanleiding toe is.
2.4
Anders dan de advocaat van betrokkene bepleit is de rechtbank van oordeel dat betrokkene zich tegen de bovengenoemde zorg verzet. Immers, in het ziekenhuis heeft hij nog een ontsnappingspoging gedaan door het brandalarm in te drukken (zie r.o. 2.1). Daarbij geeft hij herhaaldelijk aan dat hij naar zijn vrouw wil gaan. Hieruit blijkt niet dat bij betrokkene de bereidheid bestaat om vrijwillig in de accommodatie te verblijven. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.4
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief
(artikel 3:3). Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.5
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [A] , [geboortedatum] 1956, [plaats 1] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen; en
- opnemen in een accommodatie.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 2 maart 2020.
Deze beschikking is op 10 februari 2020 mondeling gegeven door mr. A.L. Smit, rechter en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door G. van Beugen als griffier, en op 12 februari 2020 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.