Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding van 23 december 2019,
- de mondelinge behandeling gehouden op 16 januari 2020, waarbij [eiseres] is
2.De feiten
3.Het geschil
- bepaalt dat, als de man hier niet aan mee werkt, dit vonnis in de plaats zal treden van de noodzakelijke toestemming/wilsverklaring/handtekening van de man tot het in verkoop geven van de woning en in de plaats komt van de voor de eigendomsoverdracht en levering noodzakelijke toestemming/wilsverklaring/handtekening, en dat dit vonnis in de daartoe bestemde registers kan worden ingeschreven;
- bepaalt dat de kosten van de gezamenlijke woning voor rekening van de man komen en dat de man uiterlijk vier dagen voor de eigendomsoverdracht de (helft van de) makelaars- en notariskosten zal voldoen aan de makelaar/notaris, op straffe van een dwangsom;
- bepaalt dat de man de woning vier dagen voor de eigendomsoverdracht dient te ontruimen op straffe van een dwangsom;
- bepaalt dat mevrouw [A] dient mee te werken aan de inhoud van dit vonnis, op straffe van een dwangsom.
4.De beoordeling
2 augustus 2019.
5.De beslissing
- zijdens de advocaat van de vrouw aan de advocaat van de man per brief/e-mail drie NVM-makelaars met als werkgebied (mede) [woonplaats] voor te stellen, waarna de man de mogelijkheid heeft om één van deze makelaars te kiezen, welke keuze hij uiterlijk binnen vijf werkdagen na ontvangst van de brief/email van de vrouw kenbaar dient te maken; indien de man zijn keuze niet binnen voornoemde termijn kenbaar maakt, staat het de vrouw vrij om zelf een NVM-makelaar met als werkgebied (mede) Enschede aan te wijzen;
- verkoop van de woning tegen een door deze NVM-makelaar te bepalen reële marktconforme prijs tegen de door de makelaar gehanteerde gebruikelijke voorwaarden en tarieven;
5.11. verklaart dit vonnis tot zover uitvoer bij voorraad;