Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
J.T.M. VASTGOED B.V.,kantoorhoudende te [plaats] ,
AMBOJEBA HOLDING B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Enschede,
gemachtigde: mr. J.M. Wagenaar.
1.De procedure
2.De feiten
‘(…)Probleemstelling(…) Een te hoge Loan TO Value, gecombineerd met te hoge (rente)verplichtingen en een verstoorde communicatie tussen met name ING Real Estate N.V. en de onderneming heeft geleid tot de huidige actuele zeer ernstige situatie waarbij ING Real Estate N.V. blijkens haar laatste schrijven voornemens is de kredietlijnen op te zeggen vermits er niet wordt voldaan aan een aantal afspraken en er geen strategisch onderbouwd plan wordt opgesteld dat de goedkeuring en nog belangrijker ook de medewerking verkrijgt van de betrokken bank (…)’.
‘(…) Bij deze voortzetting hoort alsdan ook een hernieuwde opdrachtbevestiging welke ik je thans voorleg. ING Bank N.V. heeft in haar schrijven van 15 september 2015 de kaders aangegeven waarbinnen afbouw van het bij ING aangehouden obligo op JTM Vastgoed en privé dient te worden gerealiseerd en binnen welke termijn. Ook in de komende periode ben ik bereid onder de voorwaarden en condities zoals genoemd in deze opdrachtbevestiging voor jou en jouw onderneming de benodigde werkzaamheden te verrichten (…)’.
- op 12 oktober 2017 is er € 3.650,00 betaald,
- op 9 november 2017 is er € 2.575,00 betaald,
- op 5 januari 2018 is er € 1.500,00 betaald.
3.Het geschil
I.
Primair:voor recht verklaart dat de overeenkomst tussen de curator en Ambojeba van
Subsidiair: de overeenkomst tussen de curator en Ambojeba van 29 september 2019 vernietigt;
II. Ambojeba veroordeelt tot het betalen van € 7.725,00 aan de curator;
III. Ambojeba veroordeelt tot het betalen aan de curator van de wettelijke rente, over het bedrag van € 7.725,00 vanaf 22 februari 2019 tot de dag der algehele voldoening;
IV. Ambojeba veroordeelt tot het betalen aan de curator van een bedrag van € 761,25 ter zake van buitengerechtelijke incassokosten;
V. Ambojeba veroordeelt in de kosten van dit geding, waaronder het na-salaris en de wettelijke rente over de proceskosten vanaf 14 dagen na het wijzen van het vonnis indien en voor zover deze niet binnen de termijn zijn voldaan.
4.De beoordeling
47 Fw. De curator beroept zich echter primair niet op vernietiging van de betalingen, maar op vernietiging van de overeenkomst. Als deze overeenkomst wordt vernietigd, is er geen rechtsgrond meer voor de betaling van de facturen en moeten de bedragen als onverschuldigd betaald worden terugbetaald, aldus de curator.