ECLI:NL:RBOVE:2020:678

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
18 februari 2020
Publicatiedatum
19 februari 2020
Zaaknummer
08-223608-19 en 08-255381-19 (ttz gev) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor meerdere winkeldiefstallen in verschillende plaatsen

Op 18 februari 2020 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een 38-jarige man, die werd beschuldigd van een reeks winkeldiefstallen. De man, samen met een medeverdachte, heeft in een relatief groot gebied winkeldiefstallen gepleegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere diefstallen, waaronder het stelen van vlees en koffie uit verschillende supermarkten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder reclasseringstoezicht. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die een lagere straf had geëist, afgewezen en een hogere straf opgelegd, rekening houdend met de ernst van de feiten en de recidive van de verdachte. De rechtbank heeft de verdachte ook vrijgesproken van enkele ten laste gelegde feiten, omdat deze niet wettig en overtuigend bewezen konden worden. De uitspraak is gedaan na een openbare terechtzitting op 4 februari 2020, waar de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging heeft gehoord.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers: 08-223608-19 en 08-255381-19 (ttz gev) (P)
Datum vonnis: 18 februari 2020
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte 1],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
wonende in [adres 1] ,
thans verblijvende in de PI Nieuwegein - HvB loc. Nieuwegein te Nieuwegein.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 4 februari 2020.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. G.J. Jansen en van hetgeen door verdachte en de raadsman mr. M.P. Smit, advocaat te Almelo, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
ten aanzien van parketnummer 08-223608-19:
een winkeldiefstal heeft gepleegd;
ten aanzien van parketnummer 08-255381-19:
feit 1:samen met een ander een winkeldiefstal heeft gepleegd;
feit 2:samen met een ander een winkeldiefstal heeft gepleegd;
feit 3: samen met een ander een veelvoud aan winkeldiefstallen heeft gepleegd.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
ten aanzien van parketnummer 08-223608-19:
hij op of omstreeks 27 juni 2019 te Nijverdal, althans in de gemeente
Hellendoorn
twee, althans één of meer pak(ken) riblappen, althans vlees, en/of vijf,
althans één of meer zak(ken) koffie, in elk geval enig goed, dat geheel of
ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan de [supermarkt 1]
(gelegen aan de [adres 2] ),
heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
ten aanzien van parketnummer 08-255381-19:
1
hij op een of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 22 oktober 2019 te
Apeldoorn
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
-12 (twaalf) pakken koffie, althans een hoeveelheid koffie, merk Perla,
en/of
-een pak chocomel en/of
een hoeveelheid kruidenierswaren/boodschappen, in elk geval enig
goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s) toebehoorde, te weten aan de [supermarkt 2] , filiaal
[filiaalnaam 1] en/of een of meer andere filialen van [supermarkt 2] (te
Apeldoorn),
heeft/hebben weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen(PV pag.
46);
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van
Strafrecht )
2
hij op of omstreeks 4 oktober 2019 te Hardenberg
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
-13 (dertien) pakken koffie, merk Douwe Egberts, en/of -
-9 (negen) pakken koffiepads, merk Douwe Egberts, en/of -
-2 (twee) verpakkingen Babyvoeding, merk Nutrilon, in elk geval enig
goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s) toebehoorde, te weten aan de [supermarkt 3] (filiaal
[filiaalnaam 2] ), heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen(PV pag.
159);
3
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 28 april
2019 tot en met 17 oktober 2019 te Almelo en/of Ootmarsum en/of
Neede en/of Dedemsvaart en/of Nijverdal en/of Warnsveld en/of Borne
en/of Hardenberg
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens)
(op 28 april 2019(PV pag. 63))
-een hoeveelheid koffie en/of
(op 30 april 2019(PV pag. 77))
-een hoeveelheid vlees(waren), in elk geval enig goed, dat geheel of ten
dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde, te weten aan [supermarkt 4] (filiaal [filiaalnaam 3] te
Almelo ), en/of
(op 20 augustus 2019(PV pag. 187))
-een hoeveelheid vlees(waren), in elk geval enig goed, dat geheel of ten
dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde, te weten aan de [supermarkt 5] (filiaal [filiaalnaam 4] te
Almelo), en/of
-een hoeveelheid flessen/tubes shampoo en/of
-een hoeveelheid verpakkingen met scheermesjes, in elk geval enig
goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s) toebehoorde, te weten aan de [supermarkt 6] (filiaal
[filiaalnaam 5] te Ootmarsum), en/of
(op 4 september 2019(PV pag.96))
-8 (acht) pakken koffie(bonen), merk Douwe Egberts, en/of
-een hoeveelheid vlees(waren), in elk geval enig goed, dat geheel of ten
dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde, te weten aan de [supermarkt 7] (filiaal [filiaalnaam 6] te
Nijverdal), en/of
(op 10 september 2019(PV pag. 01))
-17 (zeventien) pakke koffie, merk Douwe
Egberts, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan
aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan de
[supermarkt 8] , (filiaal [filiaalnaam 7] te Warnsveld), en/of
(op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 11
september 2019 tot en met 4 oktober 2019(PV pag. 29))
-26 (zesentwintig) pondspakken koffie, merk Douwe Egberts, in elk geval
enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of
zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan de [supermarkt 9] (filiaal
[filiaalnaam 8] Borne)
(op 17 september 2019(PV pag. 127))
-31 (eenendertig) pakken koffie, merk Douwe Egberts, in elk geval enig
goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s) toebehoorde, te weten aan de [supermarkt 10] (filiaal
[filiaalnaam 9] te Neede), en/of
(op 19 september 2019(PV pag. 170))
-21 (eenentwintig) verpakking met gedroogde worst en/of
-een hoeveelheid verpakkingen met koffie, merk Starbucks, in elk geval
enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of
zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan de [supermarkt 11] (filiaal
[filiaalnaam 10] te Dedemsvaart), en/of
(op 22 september 2019(PV pag. 201))
-17 (zeventien) pakken koffie, merk Douwe Egberts, en/of
(op 13 oktober 2019(PV pag. 215))
-19 (negentien) pakken koffie, merk Douwe Egberts, en/of een
hoeveelheid vlees(waren)
, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan de [supermarkt 12]
(filiaal [filiaalnaam 11] te Almelo), en/of
heeft/hebben weggenomen (telkens) met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder parketnummer 08-223608-19 en onder 1, 2 en 3 bij parketnummer 08-255381-19 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden, met dien verstande dat verdachte van twee diefstallen bij het laatst genoemde verzamelfeit (bij de [supermarkt 5] te Almelo en de [supermarkt 12] te Almelo) dient te worden vrijgesproken.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit voor twee diefstallen (de [supermarkt 5] te Almelo en de [supermarkt 12] te Almelo) die onder 3 bij parketnummer 08-255381-19 ten laste zijn gelegd, zoals ook door de officier van justitie is gevorderd. Voor het overige heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen wat aan verdachte onder 3 ten aanzien van alinea 2 en 9 (de [supermarkt 5] te Almelo en de [supermarkt 12] te Almelo) bij parketnummer 08-255381-19 ten laste is gelegde, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
Ten aanzien van alinea zes bij parketnummer 08-255381-19 ( [supermarkt 9] te Borne) overweegt de rechtbank als volgt. Uit het proces-verbaal van aangifte blijkt dat op 11 september 2019 een aantal pakken koffie wordt gestolen. Op 4 oktober 2019 lijkt op dezelfde wijze koffie te worden gestolen door dezelfde dikke man; een tas wordt klaargezet met daarin 26 pondspakken koffie. [1] Verdachte zegt zich deze diefstal zich niet meer te kunnen herinneren. Een verbalisant heeft de camerabeelden van de [supermarkt 9] bekeken en herkent de winkeldieven als de hem ambtshalve bekende [verdachte 1] en [medeverdachte] . [2] Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte samen met een ander in de periode van 11 september 2019 tot en met 4 oktober 2019 koffie heeft gestolen van de [supermarkt 9] te Borne.
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder parketnummer 08-223608-19 en onder 1, 2 en 3 bij parketnummer 08-255381-19 ten laste gelegde op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen [3] .
Ten aanzien van parketnummer 08-223608-19:
  • het proces-verbaal van aangifte namens [supermarkt 1] van 28 juni 2019 (pag. 3 en 4);
  • het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting van 4 februari 2020, voor zover de bekennende verklaring van verdachte.
Ten aanzien van parketnummer 08-255381-19:
Feit 1:
- het proces-verbaal van aangifte namens [supermarkt 2] van 22 oktober 2019 (pag. 46);
- het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting van 4 februari 2020, voor zover de bekennende verklaring van verdachte.
Feit 2:
- het proces-verbaal van aangifte namens [supermarkt 3] van 4 oktober 2019 (pag. 159 en 160);
- het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting van 4 februari 2020, voor zover de bekennende verklaring van verdachte.
Feit 3:
Eerste alinea:
  • het proces-verbaal van aangifte namens [supermarkt 4] van 8 mei 2019 (pag. 63);
  • het proces-verbaal van aangifte namens [supermarkt 4] van 8 mei 2019 (pag. 77);
- het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting van 4 februari 2020, voor zover de bekennende verklaring van verdachte.
Derde alinea:
- het proces-verbaal van aangifte namens [supermarkt 6] van 29 augustus 2019 (pag. 110 en 111);
- het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting van 4 februari 2020, voor zover de bekennende verklaring van verdachte.
Vierde alinea:
- het proces-verbaal van aangifte namens [supermarkt 7] van 4 september 2019 (pag. 96 en 97);
- het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting van 4 februari 2020, voor zover de bekennende verklaring van verdachte.
Vijfde alinea:
  • het proces-verbaal van aangifte namens [supermarkt 10] van 17 september 2019 (pag. 1 en 2);
  • het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting van 4 februari 2020, voor zover de bekennende verklaring van verdachte.
Zevende alinea:
  • het proces-verbaal van aangifte namens [supermarkt 10] van 17 september 2019 (pag. 127 en 128);
  • het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting van 4 februari 2020, voor zover de bekennende verklaring van verdachte.
Achtste alinea:
- het proces-verbaal van aangifte namens [supermarkt 11] van 27 september 2019 (pag. 170);
- het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting van 4 februari 2020, voor zover de bekennende verklaring van verdachte.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte al dan niet met een ander een reeks aan winkeldiefstallen heeft gepleegd.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
ten aanzien van parketnummer 08-223608-19:
hij op 27 juni 2019 te Nijverdal, twee pakken riblappen en vijf zakken koffie dat toebehoorde aan de [supermarkt 1] (gelegen aan de [adres 2] ) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
ten aanzien van parketnummer 08-255381-19:
Feit 1:
hij op 22 oktober 2019 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met een ander 12 (twaalf) pakken koffie, merk Perla, en een pak chocomel, dat toebehoorde aan de [supermarkt 2] , filiaal [filiaalnaam 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Feit 2:
hij op 4 oktober 2019 te Hardenberg, tezamen en in vereniging met een ander:
- 13 (dertien) pakken koffie, merk Douwe Egberts, en
- 9 (negen) pakken koffiepads, merk Douwe Egberts, en
- 2 (twee) verpakkingen Babyvoeding, merk Nutrilon, dat toebehoorde aan de [supermarkt 3] (filiaal [filiaalnaam 2] ), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Feit 3:
hij in de periode van 28 april 2019 tot en met 17 oktober 2019 te Almelo en Ootmarsum en Neede en Dedemsvaart en Nijverdal en Warnsveld en Borne en Hardenberg tezamen en in vereniging met een ander (telkens)
op 28 april 2019:
- een hoeveelheid koffie en
op 30 april 2019:
- een hoeveelheid vleeswaren, dat toebehoorde aan [supermarkt 4] (filiaal [filiaalnaam 3] te Almelo) en
op 28 augustus 2019:
- een hoeveelheid verpakkingen met koffie, merk Douwe Egberts en
- een hoeveelheid flessen/tubes shampoo en
- een hoeveelheid verpakkingen met scheermesjes,
dat toebehoorde aan de [supermarkt 6] (filiaal [filiaalnaam 5] te Ootmarsum) en
op 4 september 2019:
- 8 (acht) pakken koffie(bonen), merk Douwe Egberts en
- een hoeveelheid vlees(waren), dat toebehoorde aan de [supermarkt 7] (filiaal [filiaalnaam 6] te Nijverdal) en
op 10 september 2019:
- 17 (zeventien) pakken koffie, merk Douwe Egberts, dat toebehoorde aan de [supermarkt 8] , (filiaal [filiaalnaam 7] te Warnsveld) en
op in de periode van 11 september 2019 tot en met 4 oktober 2019:
koffie, merk Douwe Egberts, dat toebehoorde aan de [supermarkt 9] (filiaal [filiaalnaam 8] Borne) en
op 17 september 2019:
- 31 (eenendertig) pakken koffie, merk Douwe Egberts, dat toebehoorde aan de [supermarkt 10] (filiaal [filiaalnaam 9] te Neede) en
op 19 september 2019:
- 21 (eenentwintig) verpakking met gedroogde worst en
- een hoeveelheid verpakkingen met koffie, merk Starbucks, dat toebehoorde aan de [supermarkt 11] (filiaal [filiaalnaam 10] te Dedemsvaart)
heeft weggenomen (telkens) met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van parketnummer 08-223608-19:
het misdrijf:
diefstal;
Ten aanzien van parketnummer 08-255381-19:
feit 1 en 2
telkens het misdrijf:
diefstal door twee of meer verenigde personen;
feit 3
het misdrijf:
diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht en met een proeftijd van drie jaren, waaraan beschermd wonen en reclasseringstoezicht als bijzondere voorwaarden moeten worden gekoppeld.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman sluit zich aan bij de eis van de officier van justitie, maar geeft in overweging een werkstraf op te leggen in plaats van een gevangenisstraf. Daarnaast is verdachte – ondanks het ontbreken van een diagnose – gemotiveerd voor een opname in een kliniek.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zich samen met de medeverdachte op forse schaal schuldig gemaakt aan het plegen van winkeldiefstallen, waarbij zij berekenend en in een relatief groot gebied te werk zijn gegaan. Hij heeft bij het plegen van deze feiten kennelijk geen rekening gehouden met de schade, hinder en ergernis die dit bij anderen toebrengt. Verdachte heeft uitsluitend vanuit eigenbelang en winstbejag gehandeld. De rechtbank neemt dit verdachte kwalijk.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank in het nadeel van verdachte rekening gehouden met het uittreksel justitiële documentatie van verdachte van 13 januari 2020. Hieruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor het plegen van soortgelijke strafbare feiten; dat heeft hem kennelijk niet weerhouden van het plegen van deze strafbare feiten.
De rechtbank heeft acht geslagen op de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) met betrekking tot eenvoudige winkeldiefstal. Daarin staat als uitgangspunt vermeld dat bij veelvuldig recidive een gevangenisstraf van één maand (per diefstal) geldt.
Daarnaast heeft de rechtbank kennisgenomen van het reclasseringsadvies van Inforsa van 9 januari 2020. Hierin komt onder meer naar voren dat verdachte problemen heeft op bijna alle leefgebieden. De voornaamste risicofactoren betreffen zijn financiën, zijn mogelijke verslavingsproblematiek en zijn persoonlijkheidsproblematiek. Het recidiverisico wordt ingeschat als hoog wanneer er geen behandeling plaatsvindt. De reclassering adviseert een deels voorwaardelijke straf op te leggen zodat daaraan als bijzondere voorwaarden een meldplicht, een opname in een zorginstelling en begeleid wonen of een maatschappelijke opvang kunnen worden gekoppeld.
De rechtbank heeft bij het opleggen van de straf rekening gehouden met artikel 63 Sr.
De rechtbank sluit in grote lijnen aan bij hetgeen door de reclassering is beschreven, met uitzondering van de klinische opname. De voormalig behandelaar van verdachte, mevrouw De Vries, heeft ter zitting verklaard dat verdachte alle nodige behandelingen heeft ondergaan en dat een klinische opname te vergaand en bovendien niet geïndiceerd is. Verwacht wordt dat verdachte baat heeft bij beschermd wonen. Derhalve zal de rechtbank niet overgaan tot de oplegging van de bijzondere voorwaarde die ziet op klinische behandeling. Gelet op het grote aantal winkeldiefstallen dat verdachte heeft gepleegd, zijn pro criminele houding en het ontbreken van beschermende factoren, ziet de rechtbank aanleiding om een hogere straf op te leggen dan door de officier van justitie is geëist. De rechtbank zal een hogere voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen om verdachte ervan te weerhouden nogmaals dergelijke feiten te plegen.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met aftrek van de duur dat verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, met een proeftijd van drie jaar en de nader te noemen voorwaarden, passend en geboden.

9.9. De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op artikelen 14a, 14b, 14c en 57 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte onder parketnummer 08-223608-19 en onder 1, 2 en 3 bij parketnummer 08-255381-19 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Ten aanzien van parketnummer 08-223608-19:
het misdrijf:
diefstal;
Ten aanzien van parketnummer 08-255381-19:
feit 1 en 2
telkens het misdrijf:
diefstal door twee of meer verenigde personen;
feit 3
het misdrijf:
diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder parketnummer 08-223608-19 en onder 1, 2 en 3 bij parketnummer 08-255381-19 bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
5 (vijf) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten; de rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat veroordeelde:
- zich binnen drie dagen na vrijlating meldt bij Reclassering GGZ Tactus aan de Raiffeisenstraat 40 in Enschede op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht gedurende de proeftijd;
- in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang verblijft, te bepalen door de reclassering; het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt; veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.J. Stoové, voorzitter, mr. M. van Berlo en mr. P.M. Breukink, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E. Koning, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 18 februari 2020.
mrs. M. van Berlo en P.M. Breukink zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het proces-verbaal van aangifte namens [supermarkt 9] van 24 oktober 2019 (pag. 29 en 30).
2.Het proces-verbaal van bevindingen van 23 augustus 2019 (pag. 44).
3.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossiers van de regiopolitie Oost-Nederland met respectievelijk nummer 2019284377 en 2019476019. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.