Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 6 oktober 2017 (pag. 4 tot en met 6);
- het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting van 4 februari 2020, voor zover de bekennende verklaring van verdachte.
dat toebehoorde aan de [supermarkt(keten) 1] ( [filiaal 5] te Ootmarsum) en
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van verdachte
7.7. De op te leggen straf of maatregel
8.De schade van benadeelden
9.De vorderingen tenuitvoerlegging
10.De toegepaste wettelijke voorschriften
11.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
365 dagen;
318 (driehonderdenachttien) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat verdachte:
bijzondere voorwaardendat veroordeelde:
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat verdachte:
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 21.175,00,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 oktober 2017 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 140 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;