In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 11 februari 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de stichting Woningstichting Sint Joseph en Aktiva B.V., die als bewindvoerder optreedt over het (toekomstige) vermogen van [betrokkene]. Sint Joseph vorderde dat Aktiva zou meewerken aan noodzakelijke werkzaamheden om een door brand zwaar beschadigde woning weer bewoonbaar te maken. De brand, die op 24 november 2019 plaatsvond, had ernstige schade veroorzaakt aan de woning, waardoor deze onbewoonbaar was verklaard. Sint Joseph stelde dat [betrokkene] niet meewerkte aan de herstelwerkzaamheden en dat er een spoedeisend belang was bij de vordering, gezien de situatie van de omwonenden.
De procedure begon met een dagvaarding op 27 januari 2020, waarna een zitting plaatsvond op 4 februari 2020. Sint Joseph was vertegenwoordigd door haar gemachtigde, terwijl Aktiva niet verschenen was. De kantonrechter oordeelde dat de vordering van Sint Joseph niet onrechtmatig of ongegrond was en dat er tegen Aktiva verstek verleend kon worden. De rechter heeft Aktiva veroordeeld om binnen drie dagen na betekening van het vonnis medewerking te verlenen aan de noodzakelijke werkzaamheden voor het herstel van de woning. Tevens werd Aktiva veroordeeld in de proceskosten van Sint Joseph, die op € 829,00 werden begroot.
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen. Deze uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van bewindvoerders in situaties waar de belangen van derden, zoals omwonenden, in het geding zijn.