4.4Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan en overweegt daartoe het volgende.
parketnummer 08.081100-20
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder parketnummer 08.081100-20 onder 1 tenlastegelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, namelijk:
- het in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen opgemaakte proces-verbaal van aangifte van 26 maart 2020, pagina 29-30 uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland met nummer PL0600-2020133132;
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 2 juli 2020, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
Over de onder feit 2 tenlastegelegde belediging heeft verdachte ter terechtzitting verklaard dat hij zich dat niet meer kan herinneren. Hij weet nog wel dat hij wakker werd en er toen achter kwam dat hij was opgepakt.
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] hebben in het proces-verbaal van aanhouding verklaard dat zij op 25 maart 2020 in Deventer belast waren met het toezicht op de openbare weg in Deventer. Nadat zij verdachte hadden aangesproken op het drinken van bier, hoorde [verbalisant 1] dat verdachte tegen hem schreeuwde: “Hou je bek kankerlijer, kankerlijer, ik heb niks met jou kankermongool”. Even later hoorde [verbalisant 2] verdachte tegen haar schreeuwen: “Ik neuk jullie moeder. Ik neuk je kinderen”. Even later hoorde [verbalisant 1] dat verdachte naar beide verbalisanten schreeuwde: “ik neuk je kankervriendin”. Weer later hoorden verbalisanten dat verdachte naar hen schreeuwde: “ik neuk jullie kanker moeder”.
De rechtbank is van oordeel dat de door verdachte gebruikte woorden in het algemeen hedendaags taalgebruik als scheldwoorden worden ervaren en onmiskenbaar ertoe strekten de eer en goede naam van [verbalisant 1] en [verbalisant 2] aan te tasten.
Gelet op voorgaande acht de rechtbank ook het onder feit 2 tenlastegelegde bewezen.
parketnummer 08.066815-20
De rechtbank komt ook tot bewezenverklaring van het onder parketnummer 08.066815-20 tenlastegelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Sv, zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, namelijk:
- het in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen opgemaakte proces-verbaal van aangifte van 13 maart 2020, pagina 15-16 uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland met nummer PLO600-2020112987;
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 2 juli 2020, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
parketnummer 08.034009-20
Verdachte heeft ter terechtzitting over deze tenlastegelegde belediging eveneens verklaard dat hij zich dat niet meer kan herinneren. Hij weet nog wel dat hij ook ditmaal wakker werd en er toen achter kwam dat hij was opgepakt.
Verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] hebben in het proces-verbaal van aanhouding verklaard dat zij op 7 februari 2020 belast waren met de algemene surveillance te Deventer. Nadat zij verdachte hadden aangesproken, hoorden zij dat verdachte met luide stem zei: “kankerzonen, kankerlijers en kankerhonden.” Verbalisanten zagen dat verdachte hen hierbij recht in de ogen aankeek.
De rechtbank is van oordeel dat de door de verdachte gebruikte woorden in het algemeen hedendaags taalgebruik als scheldwoorden worden ervaren en onmiskenbaar ertoe strekten de eer en goede naam van [verbalisant 3] en [verbalisant 4] aan te tasten.
Gelet op voorgaande acht de rechtbank ook dit feit wettig en overtuigend bewezen.