Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
MENZIS ZORGVERZEKERAAR N.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Wageningen,
GGN Mastering Credit N.V.,
wonende te [woonplaats] ,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, op 15 december 2020 een eindvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen Menzis Zorgverzekeraar N.V. en een gedaagde partij. Menzis vorderde betaling van onbetaalde zorgpremies die niet waren meegenomen bij de beëindiging van het faillissement van de gedaagde. De gedaagde had aangevoerd dat zij tot eind 2019 failliet was en betwistte de verschuldigdheid van de premie over de maanden juli en augustus 2019. Menzis stelde echter dat de gevorderde premies betrekking hadden op de periode na de beëindiging van het faillissement, dat op 5 februari 2020 had plaatsgevonden. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde niet gemotiveerd had weersproken dat de gevorderde premie niet was meegenomen bij de beëindiging van het faillissement.
Daarnaast was er een betalingsregeling overeengekomen tussen Menzis en de gedaagde, waarbij de gedaagde maandelijks een bedrag van € 250,00 zou betalen. Menzis stelde dat de gedaagde in gebreke was gebleven met de nakoming van deze regeling, wat leidde tot het vervallen van de betalingsregeling. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde onvoldoende had onderbouwd dat zij aan de betalingsregeling voldeed, en dat de vordering van Menzis daarom toewijsbaar was.
De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 758,37, bestaande uit hoofdsom, buitengerechtelijke incassokosten en omzetbelasting, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 844,09. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.