AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Veroordeling voor handel in cocaïne met voorwaardelijke gevangenisstraf
De rechtbank Overijssel heeft op 16 juli 2020 uitspraak gedaan in de zaak tegen een 41-jarige man, die werd beschuldigd van handel in cocaïne. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met een medeverdachte op frequente basis cocaïne verkocht en leverde. De tenlastelegging omvatte onder andere het opzettelijk aanwezig hebben van cocaïne en het verkopen en afleveren van deze drugs in de periode van 1 januari 2016 tot en met 27 januari 2020. Tijdens de zittingen op 14 mei en 2 juli 2020 werd het bewijs tegen de verdachte besproken, waaronder getuigenverklaringen die zijn betrokkenheid bij de drugshandel bevestigden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten, maar sprak hem vrij van enkele andere beschuldigingen. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de rol van de verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden bij het bepalen van de straf. De verdachte had openheid van zaken gegeven en werkte mee aan het onderzoek, wat in zijn voordeel werd meegewogen. De rechtbank legde een deels voorwaardelijke straf op, met bijzondere voorwaarden voor reclassering en behandeling.
Voetnoten
1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland, districtsrecherche IJsselland met nummer ON1R019095. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, pagina 338-340 en de kennisgeving van inbeslagneming, pagina 344.
3.Het proces-verbaal verdovende middelen van 3 maart 2020, proces-verbaalnummer PL0600-2019435284-49.
4.Het rapport NFiDENT van het Nederlands Forensisch Instituut van 9 juni 2020 met zaaknummer 2020.05.27.056 (aanvraag 009).
5.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 2 juli 2020, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
6.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] van 5 februari 2020, pagina 122-128.
7.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 4] van 3 februari 2020, pagina 116-119.
8.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] van 4 februari 2020, pagina 129-130.
9.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] van 3 februari 2020, pagina 114-115.
10.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 2 juli 2020, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
11.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] van 29 januari 2020, pagina 252.
12.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] van 29 januari 2020, pagina 248.