Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 7,
- de producties 1 tot en met 6 van de zijde van [gedaagde] ,
- de aanvullende producties 8 tot en met 11 van de zijde van Regio Capital,
- het mailbericht van 11 december 2020 van de zijde van Regio Capital met drie producties,
- de op voorhand toegezonden pleitnota’s van de advocaten van partijen,
- de (vanwege de maatregelen in verband met het Corona-virus) via een video-verbinding gehouden mondelinge behandeling op 14 december 2020, waar Regio Capital is vertegenwoordigd door haar advocaat en [gedaagde] is verschenen, bijgestaan door zijn advocaat.
2.Het geschil en de beoordeling
BCA Autoauktionen GmbH (hierna: BCA) voor een bedrag van € 11.000,--. Tussen Regio Capital en [naam autobedrijf] bestaat een overeenkomst van financiering, waarbij Regio Capital de aankoopbedragen van de door [naam autobedrijf] gekochte auto’s betaalt aan de verkopers en [naam autobedrijf] de eigendom van de door haar gekochte auto’s tot zekerheid overdraagt aan Regio Capital. In dit geval is € 11.000,-- door Regio Capital voldaan aan BCA. Regio Capital stelt dat er sprake is van een levering constitutum possessorium (cp), waarvoor naar Duits recht geen ondertekend geschrift is vereist, en van zekerheidseigendom. In de rechtsverhouding tussen Regio Capital en [naam autobedrijf] zijn de algemene voorwaarden van Regio Capital van toepassing. In artikel D van deze algemene voorwaarden wordt vermeld hoe de eigendomsoverdracht plaatsvindt. De originele autopapieren van de Audi zijn in het bezit van Regio Capital. [naam autobedrijf] heeft de Audi weliswaar op 2 januari 2020 verkocht aan [gedaagde] voor
€ 12.148,87, maar zij kon toen gelet op het vorenstaande de eigendom van de Audi niet overdragen aan [gedaagde] , omdat zij Regio Capital nog niet betaald had, Regio Capital nog eigenaresse was en [naam autobedrijf] (dus) beschikkingsonbevoegd was. Van een verwerving te goeder trouw in de zin van § 929 en 932 Bürgerliches Gesetzbuch (BGB) door [gedaagde] is geen sprake. Daarbij wijst Regio Capital op een arrest van het Bundesgerichtshof (BGH) van 27 januari 1965 (VIII ZR 62/63) en op het vonnis van het Landgericht Bad Kreuznach van 18 mei 2016 (3 O 41/16). Toetsing van het recht van de verkoper op basis van het kentekenbewijs is een van de minimumvereisten voor de aankoop te goeder trouw van een gebruikte auto. In dit geval heeft [naam autobedrijf] [gedaagde] er bij het sluiten van de overeenkomst en de aflevering van de Audi uitdrukkelijk op gewezen dat zij op dat moment niet beschikte over het originele kentekenbewijs deel II en dat de bank (waarbij het dus eigenlijk gaat om financier Regio Capital) dit had. Dit had voor [gedaagde] aanleiding moeten zijn voor nader onderzoek en verdere navraag. Dit heeft [gedaagde] nagelaten.