Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
LE CAT B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Purmerend,
wonende te [woonplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vordert Le Cat B.V. betaling van door gedaagden geleende bedragen, welke vordering wordt toegewezen. De hoofdzaak betreft vier overeenkomsten van geldlening tussen Le Cat en de voormalige echtgenoten [A] en [B], die tijdens hun huwelijk zijn aangegaan. De rechtbank oordeelt dat [A] niet heeft voldaan aan zijn betalingsverplichtingen en dat de vordering tot betaling van de hoofdsom van € 10.500,00 wordt toegewezen. De gevorderde contractuele rente wordt toegewezen tot de respectievelijke data van opeisbaarheid, maar de vordering tot buitengerechtelijke kosten wordt afgewezen. In de vrijwaringszaak vordert [A] dat [B] hoofdelijk aansprakelijk wordt gesteld voor de schulden uit de geldleningsovereenkomsten. De rechtbank oordeelt dat beide partijen hoofdelijk aansprakelijk zijn en dat zij ieder voor een gelijk deel draagplichtig zijn voor de gezamenlijk aangegane schuld. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is gewezen door kantonrechter A.M. Koene en is openbaar uitgesproken op 29 december 2020.