Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering,
[minderjarige 4], geboren op [2014] te [geboorteplaats] , hierna te noemen [minderjarige 4] .
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de kinderrechter op 3 november 2020 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van vier minderjarigen, [minderjarige 1], [minderjarige 2], [minderjarige 3] en [minderjarige 4]. De kinderrechter oordeelde dat de bedreigingen in de ontwikkeling van de kinderen nog niet voldoende zijn weggenomen, en dat de ouders eerst aan hun persoonlijke problemen moeten werken voordat terugplaatsing mogelijk is. De gecertificeerde instelling (GI) had verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing, omdat er nog steeds ernstige ontwikkelingsbedreigingen aanwezig zijn. De ouders, bijgestaan door hun advocaat mr. P.C. Schouten, hebben verweer gevoerd tegen dit verzoek en betwistten dat hun persoonlijke problematiek zo ernstig is dat zij niet voor de kinderen kunnen zorgen. De kinderrechter heeft de argumenten van de ouders gehoord, maar concludeerde dat de situatie in hun huis nog niet op orde is en dat de kinderen in hun huidige pleeggezinnen veilig zijn. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd voor de duur van een jaar, met de mogelijkheid voor de ouders om eerder een verzoek in te dienen om de machtiging te verkorten indien de situatie verbetert. De kinderrechter heeft ook aandacht besteed aan de klachten van de ouders over vermeende discriminatie door de GI op basis van hun geloofsovertuiging, maar heeft voorlopig vertrouwen in de onpartijdigheid van de GI.