ECLI:NL:RBOVE:2020:4505

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
1 december 2020
Publicatiedatum
23 december 2020
Zaaknummer
8550015 \ CV EXPL 20-1613
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde factuur met betrekking tot medische behandelingen en de gevolgen van een niet nagekomen betalingsregeling

In deze zaak vordert Famed B.V. betaling van een onbetaalde factuur van € 51,97, die voortvloeit uit medische behandelingen verricht door Centrum voor Tandheelkunde Westerhaar B.V. voor de heer [X]. De factuur, die oorspronkelijk € 121,97 bedroeg, werd gedeeltelijk voldaan, maar de betalingsregeling die was getroffen, werd niet stipt nagekomen. Famed heeft de vordering rechtsgeldig gecedeerd gekregen en stelt dat MedexZorg, als bewindvoerder van de heer [X], aansprakelijk is voor de openstaande bedragen. MedexZorg voert verweer en stelt dat Famed contact had moeten opnemen om een betalingsregeling te treffen, maar de kantonrechter oordeelt dat Famed niet verplicht is om dit te doen, gezien de niet-nakoming van de betalingsregeling door de heer [X]. De kantonrechter wijst de vordering van Famed toe, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, en veroordeelt MedexZorg in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 1 december 2020.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer : 8550015 \ CV EXPL 20-1613
Vonnis van 1 december 2020
in de zaak van
de besloten vennootschap
FAMED B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Amersfoort,
eisende partij, hierna te noemen Famed,
gemachtigde: LAVG Gerechtsdeurwaarders,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MEDEXZORG B.V.,
in haar hoedanigheid van bewindvoerder uitoefenende het bewind over de goederen die toebehoren of zullen toebehoren aan [X] ,
gevestigd en kantoorhoudende te Vriezenveen, gemeente Twenterand,
gedaagde partij, hierna te noemen MedexZorg,
gemachtigde: de heer mr. M. Hof, bestuurder MedexZorg B.V.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 19 mei 2020 met producties,
- de conclusie van antwoord van 28 augustus 2020 met producties,
- de conclusie van repliek van 17 september 2020 met productie,
- de conclusie van dupliek van 31 oktober 2020.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 29 maart 2016 heeft Centrum voor Tandheelkunde Westerhaar B.V. in opdracht van en/of voor rekening van de heer [X] een aantal medische handelingen verricht. De uit deze behandelingen voortvloeiende vorderingen heeft Centrum voor Tandheelkunde Westerhaar B.V. gecedeerd aan Famed.
2.2.
Famed heeft op 7 april 2016 een factuur gestuurd voor de onder 2.1. genoemde behandelingen ten bedrage van € 121,97.
2.3.
Op 7 april 2016 is een bedrag van € 40,- voldaan.
2.4.
De heer [X] en de incassogemachtigde van Famed hebben een betalingsregeling getroffen, welke op 4 november 2016 per brief aan de heer [X] is bevestigd. Hierin staat:
“ Met u is afgesproken dat deze vordering zal worden afgelost met een termijnbedrag van€ 10,00per maand. Het eerste termijnbedrag dient uiterlijk
15-11-2016door ons te zijn ontvangen.
Zoals u kunt zien gaan wij de betalingsregeling met u aan voor zes maanden en dient u in maand zeven het volledige restantbedrag te voldoen. Indien u dit niet kan, dient u dan zelf contact met ons op te nemen.
Als een termijnbedrag niet, niet geheel of niet tijdig door ons wordt ontvangen, komt de regeling te vervallen, bent u formeel in verzuim en is het dan nog totaal verschuldigde bedrag in een keer opeisbaar. Een nieuwe betalingsregeling is dan niet meer mogelijk. Tevens zullen wij in dat geval verdere rechtsmaatregelen nemen om het totaal openstaande bedrag te incasseren. Alle hoge kosten die daaruit voortvloeien, komen geheel voor uw rekening.”
2.5.
De betalingsregeling is niet stipt nagekomen. Wel is op 27 februari 2017, 26 mei 2017 en 27 juni 2017 telkens een bedrag van € 10,- voldaan. In totaal is derhalve (3 maal
€ 10,- + 1 maal € 40,- maakt) € 70,- voldaan.
2.6.
Bij beschikking d.d. 19 april 2017 is MedexZorg per 19 juni 2017 benoemd tot beschermingsbewindvoerder over het vermogen van de heer [X] .
2.7.
Op 12 juli 2017 is de heer [X] namens Famed schriftelijk aangemaand om het resterende bedrag van € 51,97 binnen vijftien dagen na bezorging van de brief te voldoen. Dit bedrag is niet betaald door de heer [X] en/of MedexZorg.

3.Het geschil

Vordering

3.1.
Famed vordert – samengevat – MedexZorg te veroordelen om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te betalen een bedrag ad € 98,56, bestaande uit € 51,97 aan hoofdsom, € 6,59 aan wettelijke rente ex artikel 6:119 BW berekend tot 13 mei 2020 en
€ 40,- aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over
€ 81,97 te berekenen na 13 mei 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede MedexZorg te veroordelen in de proceskosten, een en ander als in de dagvaarding weergegeven.
3.2.
Famed vordert kosten in verband met de medische behandelingen die op 29 maart 2016 in opdracht van, dan wel voor rekening van de heer [X] hebben plaatsgevonden bij Centrum voor Tandheelkunde Westerhaar B.V. Famed legt aan haar vordering ten grondslag dat, ondanks verscheidene sommaties, de met die behandeling verband houdende kosten niet volledig zijn betaald. Thans resteert nog een bedrag van € 51,97 om te betalen. Daarnaast stelt Famed dat conform artikel 6:119 BW wettelijke rente verschuldigd is, en maakt Famed aanspraak op de buitengerechtelijke kosten, omdat zij de vordering uit handen heeft moeten geven aan haar incassogemachtigden.
Verweer
3.3.
MedexZorg voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van Famed in de kosten van het geding.
3.4.
MedexZorg voert hiertoe – samengevat – het volgende aan. Door de heer [X] is een betalingsregeling getroffen met de incassogemachtigde van Famed (zoals opgenomen onder 2.4.). De betalingsregeling is niet stipt nagekomen door de heer [X] , waarna hij een brief van de incassogemachtigde heeft ontvangen. De heer [X] heeft vervolgens een verzoek tot uitstel van betaling gedaan, maar dit verzoek is niet geaccepteerd door de incassogemachtigde. MedexZorg merkt daarbij op dat de incassogemachtigden van Famed de heer [X] rechtstreeks blijven aanschrijven en dat haar niet bekend is waarom zij niet de beschermingsbewindvoerder van de heer [X] aanschrijven. Het vermogen van de heer [X] stond namelijk al sinds 25 april 2014 onder beschermingsbewind (eerst bij de Stadsbank Oost Nederland en daarna bij MedexZorg). In september 2017 heeft MedexZorg de heer [X] aangemeld bij de Stadsbank Oost Nederland (hierna: de SON) voor een MSNP-traject. Op 21 november 2017 is de incassogemachtigde van Famed geïnformeerd dat er een overeenkomst is getekend met de gemeente Twenterand en dat via de SON een schuldregeling is opgestart in de vorm van een minnelijk traject. De correspondentie omtrent de schulden is vanaf dat moment (tijdelijk) overgenomen door SON. Het minnelijke traject is echter niet geslaagd. Vervolgens is door SON een verzoekschrift tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling ingediend, maar dit verzoek is bij vonnis afgewezen. Volgens MedexZorg heeft Famed na dit vonnis van 29 januari 2019 nooit meer contact gezocht met MedexZorg. De heer [X] heeft volgens MedexZorg bovendien een onoplosbare schuld. Blijkens de berekening van de beslagvrije voet heeft hij geen ruimte om zijn schulden te voldoen. MedexZorg is van mening dat Famed contact had moeten opnemen om te beproeven of een betalingsregeling tot de mogelijkheden zou behoren. Door prompt te dagvaarden wordt de heer [X] volgens haar namelijk enkel op kosten gejaagd, terwijl duidelijk is dat hij een onoplosbare schuld heeft.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter constateert dat Centrum voor Tandheelkunde Westerhaar B.V. de vordering rechtsgeldig heeft gecedeerd aan Famed en dat deze cessie ook is meegedeeld aan MedexZorg. Gesteld noch gebleken is dat MedexZorg tegen deze cessie bezwaar heeft gemaakt. Het vorderingsrecht in onderhavige procedure ligt dan ook bij Famed.
4.2.
De kantonrechter overweegt voorts als volgt. MedexZorg erkent de verschuldigdheid van de hoofdsom. Zij stelt echter dat Famed contact met haar had moeten opnemen om te beproeven of een betalingsregeling tot de mogelijkheden zou behoren. Weliswaar kan worden vastgesteld dat de incassogemachtigde van Famed ten onrechte met de heer [X] in plaats van zijn bewindvoerder een betalingsregeling is overeengekomen. Dat betekent echter niet, dat Famed verplicht is om een betalingsregeling te treffen met de bewindvoerder van de heer [X] . Dit klemt temeer nu de betalingsregeling met de heer [X] niet stipt is nagekomen. Het verzoek tot uitstel van betaling van de heer [X] behoefde evenmin door Famed te worden geaccepteerd. Famed heeft bij repliek verwezen naar een door haar overlegde brief van 2 maart 2020. Die brief is rechtstreeks gericht aan MedexZorg, waarin zij op haar verzoek wordt geïnformeerd over de op dat moment nog openstaande vordering van de heer [X] .
Famed heeft bij repliek onweersproken gesteld dat een reactie hierop is uitgebleven. Tegen die achtergrond kan niet worden aangenomen dat Famed in redelijkheid niet tot het dagvaarden van MedexZorg als bewindvoerder van de heer [X] kon besluiten. De door MedexZorg gestelde financiële onmacht van de heer [X] kan haar evenmin baten en staat niet aan toewijzing van de vordering in de weg. De vordering van de hoofdsom zal dan ook worden toegewezen.
4.3.
Ook de wettelijke rente zal als op de wet gegrond en verder niet weersproken worden toegewezen.
4.4.
Famed maakt bovendien aanspraak op vergoeding voor buitengerechtelijke kosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is, nu het verzuim na 30 juni 2012 is ingetreden. De namens Famed verzonden aanmaning gedateerd 12 juli 2017 die ziet op de openstaande vordering voldoet aan de in artikel 6:96, zesde lid, BW gestelde eisen. Het gevorderde bedrag van € 40,- aan buitengerechtelijke kosten zal dan ook worden toegewezen.
4.5.
Tot slot zal MedexZorg als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van Famed begroot als volgt:
- dagvaardingsexploot: € 83,38
- verschot conform art. 9 Btag:
GBA € 1,72
Digitaal Beslag Register € 1,76
- griffierecht: € 124,00
- salaris gemachtigde: € 72,00punten x tarief € 36,00)
Totaal: € 282,86

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt MedexZorg in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen die toebehoren of zullen toebehoren aan de heer [X] , om tegen kwijting aan Famed te betalen een bedrag van € 51,97 aan hoofdsom, € 6,59 aan wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over de hiervoor toegewezen hoofdsom tot 13 mei 2020 en € 40,- aan buitengerechtelijke kosten, vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over
€ 81,97 vanaf 13 mei 2020 tot de dag der algehele voldoening,
5.2.
veroordeelt MedexZorg in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen die toebehoren of zullen toebehoren aan de heer [X] , in de kosten van de procedure, tot op heden aan de zijde van Famed begroot op € 282,86,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.E.J. Goffin, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 1 december 2020.