10.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder het primair ten laste gelegde meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
primair:het misdrijf:
poging tot doodslag;
- verklaart verdachte strafbaar voor het primair bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
80 (tachtig) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
40 dagen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de
benadeelde partij [slachtoffer]van een
bedrag van
€ 719,70 (zegge: zevenhonderdnegentien euro en zeventig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 februari 2019, voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij
gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit
vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de
kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlandenvan een bedrag van
€ 719,70 (zegge: zevenhonderdnegentien euro en zeventig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 februari 2019, ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van
14 dagenkan worden toegepast, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de
benadeelde partij [slachtoffer]voor een deel van
€ 592,70 niet-ontvankelijkis in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. K. Haar, voorzitter, mr. A. van Holten en mr. C.A. Peterzon, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I. Potgieter, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 23 december 2020.
Buiten staat
De jongste rechter is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 26 februari 2019, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 6-7):
(...) Ik doe aangifte van mishandeling, deze mishandeling heeft plaatsgevonden op zondag24 februari 2019 tussen 4:45 uur en 5:15 uur aan de Jufferenwal te Zwolle. (...) Ik zag dat na ongeveer 20 seconden een jongen uit de andere groep bij ons kwam staan en zich ermee ging bemoeien. De sfeer werd grimmiger omdat deze jongen opgefokt reageerde. Het begon met een beetje duw werk van hun kant (…) Wat er daarna gebeurd is weet ik niet. Ik weet dat ik op de grond lag en in mijn onderbewustzijn voelde ik een trap in mijn rug. Ik was bewusteloos. Toen ik weer bij kwam voelde ik mij duizelig en versuft. Ik wist even niet waar ik was. Alles zag er als waas uit. Ik voelde mijn hele hoofd bonken, ik voelde dat mijn neusbrug erg veel pijn deed en ik voelde dat de linkerzijde van mijn kaak pijn deed. Ook voelde ik pijn aan de rechterzijde van borstkas. Ik wilde opstaan maar kan niet herinneren dat ik dit gedaan heb. (...) Ik merkte toen ook dat ik een stuk van mijn linker snijtand (onderkaak) miste. (...)
2. Een schriftelijk bescheid, te weten aantekeningen huisarts H. Post, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 10):
(…) rechts op achterhoofd licht zwelling, niet blauw doorschijnend, ook bij linker slaap lichte zwelling, neusrug gevoelig (neus goed doorgankelijk), stukje van tand (gaat nog naar tandarts), rechter achterzijde borstkas gevoelig, hersenschudding/hoofdtrauma (…)
3. Het proces-verbaal van bevindingen van 8 maart 2020, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 11):
(…) Op vrijdag 8 maart 2019 heb ik, verbalisant, beelden bekeken (…) Op de camerabeelden, met naam ZW013 Jufferenwal, zag ik dat op 24-02-2019 omstreeks
4.58uur, onder in beeld, vier mannen met elkaar aan het praten waren, (foto 1)
Ik zag dat de personen enkele seconden uit beeld waren om vervolgens weer in beeld te
komen. Ik zag dat 2 mannen met elkaar aan het vechten waren, ik zag beide mannen
slaande bewegingen maakten naar ieders hoofd. (in dit proces-verbaal verder MAN 1 en
MAN 2 genoemd) (foto 2, 3 en 4) Ik zag dat MAN 1 naar de grond ging en dat MAN 2 MAN 1 op of in de richting van het hoofd sloeg. (foto5) (…) Ik zag dat vervolgens MAN 2 MAN 1 op zijn hoofd trapte, (foto 7) (…)
4. De verklaring van verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 15 december 2020, inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…) Op de camerabeelden ben ik de persoon met de zwarte jas. De persoon met de camouflagejas is [medeverdachte] .(…)
Ik zie op de camerabeelden dat ik één keer richting het hoofd van aangever schop. (…)
5.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] van 29 mei 2019, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 19-24):
(…) A: Hij werd agressief tegen mij. Hij heeft mij twee keer geslagen. Ik heb geregeerd met een schop tegen zijn been. (…)V: Ik toon je enkele foto's / printjes afkomstig van de bewegende camerabeelden vande beveiligingscamera's van de binnenstad, Herken je deze personen?A: Ja dat ben ik met de zwarte jas (…)V: Is er geslagen en hoe ging dat?A: Ik kreeg twee klappen van hem en ik gaf hem een schop. (…)V: waar heb je hem geraakt?A: Op zijn gezicht. (…).V: Hoe vaak heb je hem geraakt?A: Ik denk ook ongeveer 5 of 6 keer. (...)