3.19uur: een jongen gekleed in zwarte broek met opvallende 7/8 pijpen, donkerkleurige blouse over de broek en witte sportschoenen met bovenop een zwarte rand (verdachte), komt naar buiten bij [discotheek] en loopt naar het steegje tegenover [discotheek] aan de rechterzijde van de bioscoop.
Op de beelden van [restaurant] zien wij het volgende:
03.24: een scooter met voorop een windscherm komt vanuit de richting Beekstraat, uit het steegje ( Markstraat) rijden. Hij rijdt linksaf de Markstraat op en rijdt rechtdoor de Pastoriestraat in. Op deze scooter zit een jongen met een witte jas. De scooter is dan van de voorzijde in beeld.
Op de beelden van [coffeeshop] zien wij het volgende:
Camera 12: 03.25 uur: de scooter is van de achterzijde te zien. Bij de verdachte zit achterop de scooter een meisje gekleed in een zwart topje met open rug (aangeefster). De scooter rijdt linksaf het Bevrijderslaantje op.
Camera 12: 03.41 uur: verdachte rijdt met de scooter vanuit het Bevrijderslaantje rechtsaf de Deldenerstraat op en gaat linksaf de Pastoriestraat in.
Camera 7: 03.41 uur: de scooter is van de achterzijde te zien. Verdachte zit alleen op de scooter.
3.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangeefster] van 26 april 2018, voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven – op pagina 26:
Op 21 april 2018 rond 21.00 uur heb ik op het teamfeest een biertje, twee wijntjes en een glas Bacardi-cola gedronken. Op 22 april 2018 rond 01.00 uur zijn we op de fiets naar de stad gegaan. Bij [café] heb ik ook een biertje gedronken. Vervolgens ben ik rond 02.00 uur naar [discotheek] gelopen en daar heb ik een shotje Sourz en meerdere slokken uit een fles Bacardi gedronken. Hierna ben ik met [naam 1] , [naam 4] , [naam 2] en [naam 3] naar buiten gelopen. We stonden daar buiten en wat we verder hebben gedaan weet ik niet meer.
4.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [naam 2] met bijlage van 7 juni 2018, voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven – op pagina’s 53, 56 en 63:
Ik heb ook Bacardi gedronken en daar heeft aangeefster ook wat van gehad, maar toen ze dat heeft gehad was zij volgens mij al gedrogeerd. Ik heb een filmpje gezien waarop wij aan het drinken waren, op dat filmpje ziet ze er al gedrogeerd uit en niet dronken. Ik hoorde dat aangeefster maar twee biertjes had gehad en daarom dacht ik dat ze wel gedrogeerd moest zijn. Aangeefster gaat niet zo maar raar doen ofzo.
Aangeefster vond het die nacht wel leuk, maar nu ik haar na die tijd op de filmpjes heb gezien dacht ik wel: ‘zo ken ik jou niet’. Ik heb alleen filmpje gezien waarop te zien was dat aangeefster niet zichzelf was en een beetje gek deed.
Aangeefster heeft mij de volgende dag het volgende geappt:
[22-04-18 21:39:38] [aangeefster] : Laatste wat ik me kon herinneren was dat we met
[naam 2] en [naam 4] buiten stonden.
5.
Het proces-verbaal van bevindingen met een fotoblad als bijlage van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] van 24 april 2018 voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven – op pagina’s 64 tot en met 66:
Omstreeks 04.00 liepen wij over de Langestraat te Hengelo. Hier kwam een jongedame naar ons toe. Zij vertelde ons dat zij zojuist op het Bevrijderslaantje een meisje had zien zitten waar het niet goed mee leek te gaan. Het meisje was weliswaar bij kennis maar zij reageerde nergens op. Op het Bevrijderslaantje, ter hoogte van de sloot, troffen wij een meisje aan, voorovergebogen zittend op een stenen muurtje. Wij kwamen vanuit het centrum van Hengelo en aangeefster zat vanuit ons gezien op een muurtje aan de linker zijde van het Bevrijderslaantje. Wij, verbalisanten, zagen dat het meisje gekleed was in een zwart topje en een kort, blauw spijkerrokje. Wij zagen dat het spijkerrokje tot de middel omhoog getrokken was en gedraaid zat. Wij zagen dat de knoop en ritssluiting van het rokje geheel open waren. Wij zagen dat het meisje een zwarte, transparante panty droeg welke geheel kapot was (gaten en ladders over de hele benen). Wij zagen dat beide knieën bloedende schaafplekken had en dat zij op een van haar schouders ook een lichte schaafplek had. Wij zagen dat het meisje diverse malen kokhalste en tussen haar voeten op de grond braakte en dat er braaksel in haar haren zat. In het braaksel van aangeefster zagen wij enkele blauwe stukjes ter grootte van een tot enkele millimeters. Dit betrof een vaste stof. Ik, verbalisant [verbalisant 3] , stond aan de voorzijde, schuin naast aangeefster. Doordat haar rokje hoog zat zag ik de slip van [aangeefster] aan de voorzijde onder de rok uit komen. Ik zag dat de slip schuin in het kruis zat en dat er bloed ter hoogte van het kruis zat. Ik, verbalisant [verbalisant 2] , heb in de nabije omgeving rond gekeken en zag een iPhone enkele tot tientallen meters verderop bij de kant van de sloot liggen. Korte tijd later kwam de vader van aangeefster ter plaatse. Hierna hebben wij [aangeefster] achterin de auto van haar vader gezet. [aangeefster] verkeerde dusdanig onder invloed dat zij niet in staat was om zelfstandig te lopen. Zij had rood doorlopen ogen en sprak onverstaanbaar. Haar adem rook naar het gebruik van (sterk) alcoholhoudende drank.
[afbeelding]
6.
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 Wetboek van Strafvordering, te weten een rapport van het NFI (Toxicologisch onderzoek in het bloed van [aangeefster] ) van 28 november 2018, opgemaakt door dr. I.J. Bosman, apotheker-toxicoloog, voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven – op pagina’s 102 tot en met 105:
De resultaten van het toxicologisch onderzoek in het bloed van [aangeefster] staan in onderstaande tabel:
Stof
Stof(groep)
Resultaat
Ethanol
Alcoholen
0,76 mg/ml
Tussen het tijdstip van het voorval en de afname van bloed zijn ongeveer dertien uren verstreken. De concentratie van ethanol kan ten tijde van het voorval hoger zijn geweest dan hier gemeten. De omzetting en uitscheiding van ethanol vindt plaats met een snelheid, die individueel verschillend is en in verreweg de meeste gevallen gelegen is tussen de grenzen 0,10 en 0,25 mg ethanol (alcohol) per ml bloed per uur. De omzetting en uitscheiding is onder meer afhankelijk van de mate van gewenning aan ethanolgebruik. Indien tussen het voorval en de afname van het bloed geen ethanol meer is ingenomen en alle eerder ingenomen ethanol is opgenomen in het bloed kan de concentratie van ethanol ten tijde van het voorval hebben gelegen tussen 2,0 en 4,0 mg/ml (promille). Dit is een concentratie waarbij sprake is van duidelijk dronkenschap, gepaard gaande met significante verstoring van de lichaamsfuncties en mogelijk bewustzijnsverlies.
In onderstaande tabel staat een globaal overzicht van effecten van alcohol bij verschillende ethanolconcentraties in het bloed.
Ethanolconcentratie in bloed (in mg/ml=promille)
Effecten bij gemiddelde gebruiker
Van ongeveer 0,5 tot 1,0
Opgewektheid, enige ontremming, verhoogde spraakzaamheid, verstoorde waarneming en vertraagde reactietijd.
Van ongeveer 2,0 tot 3,0
niet zelfstandig kunnen staan, onsamenhangende spraak, slechte spiercontrole /functie en ernstige verstoring van waarneming en beoordelingsvermogen.
Van ongeveer 3,0 tot 4,0
ernstige verwardheid, bewustzijnsverlies en coma, oppervlakkige ademhaling en kans op overlijden.
In het bloed van [aangeefster] is ethanol (alcohol) aangetoond;
het bewustzijn/ gedrag van [aangeefster] was ten tijde van bloedafname beïnvloed dor het aanwezige ethanol (alcohol). De mate van effecten is afhankelijk van de gewenning aan ethanol.