10.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf: poging tot doodslag;
- verklaart verdachte strafbaar voor het primair bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] : van een bedrag van € 2.000,- ter vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2018;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 2.000,-te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2018 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 30 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij af ten aanzien van het meer of anders gevorderde bedrag aan immateriële schade (te weten € 3.000,--);
- veroordeelt de benadeelde partij tot betaling van de kosten die de verdachte heeft gemaakt voor rechtsbijstand met betrekking tot deze vordering. De rechtbank begroot die kosten op nihil;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer] , voor het bedrag van € 780,-- (materiële schade) niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij dat deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
de inbeslaggenomen voorwerpen
- verklaart onttrokken aan het verkeer het inbeslaggenomen voorwerp, te weten een keukenmes.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.J.M. Bos, voorzitter, mr. M.A.H. Heijink en
mr. M.W. Eshuis, rechters, in tegenwoordigheid van S. Wongsokerto, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 15 december 2020.
Buiten staat
Mrs. M.A.H. Heijink en M.W. Eshuis zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Indien hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit (de doorgenummerde) pagina’s uit het proces-verbaal PL0600-2019027814 Z van de politie eenheid Oost-Nederland, district Twente, basisteam Enschede. Er wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal, tenzij hieronder anders wordt vermeld.
1. Het proces-verbaal van aangifte, pagina’s 14 en 15, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer] :
De afgelopen jaren word ik bedreigd door [verdachte] .
Ik zag dat [verdachte] achter mij reed in de auto. Hij heeft mij met zijn auto ingehaald en ik stapte uit. Ik liep naar hem toe. Hij heeft mij twee keer gestoken. De eerste keer was in mijn schouder en de tweede keer onder mijn oksel. Voordat hij mij stak zei hij: “Ik ga jou doodmaken”.
2.
Het geschrift, te weten letselinformatie van Medisch Spectrum Twente, van 1 augustus 2018, opgemaakt door T.M. Gresnigt, arts-assistent namens dr. W.R. Hogeboom, traumachirurg, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven:
Betreft: dhr. [slachtoffer]
[geboortedatum 2] -1983
[adres 2]
Op 31-07-2018 zagen wij bovengenoemde patiënt op de spoedeisende hulp.
Reden van komst: Steekwond thorax
- Steekwond L schouder en L hemithorax zonder intrathoracale betrokkenheid, zonder aanwijzingen
voor plexus of vaatletsel.
3.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige, pagina 36 t/m 38, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, als verklaring van [getuige 1] :
Ik woon aan [adres 3] . Op 31 juli 2018 zag ik twee getinte mannen. Ik zag een man met een wit hemd vanaf de achterste auto in de richting van de voorste auto lopen. Ik zag een andere man met een zwarte pet in de nabijheid van de voorste auto staan. Ik hoorde dat beide mannen luid naar elkaar aan het schreeuwen waren. Op een gegeven moment zag ik dat beide mannen vlak bij de voorste auto bij elkaar kwamen. Ik zag dat beide mannen tegenover elkaar stonden. Ik zag dat beide mannen erg opgefokt naar elkaar reageerden. Dit maakte ik op uit het schreeuwen en de armgebaren die ze maakten. Ik zag vervolgens dat de man met het zwarte petje iets in zijn hand had wat glinsterde. Ik zag dat beide mannen met elkaar in gevecht raakten. Ik zag dat de man met de zwarte pet vervolgens kruislings met zijn mes zwaaide in de richting van de man met het witte hemd. Ik zag de man met het witte hemd zich afweerde met zijn armen. Vervolgens zag ik dat de man met de zwarte pet een steekbeweging maakte met zijn rechter arm met daarin het steekwapen. Ik zag dat de man met het witte hemd aan de linker zijde van zijn borst werd geraakt. Ik zag dat de man met de zwarte pet meerdere keren deze steekbeweging herhaalde. Tijdens het steken liep de man met witte shirt achterwaarts. Ik zag dat de man met het witte hemd achterover op de grond viel. Ik zag hierop dat de man met de zwarte pet er direct boven op zat. Ik zag op dat moment dat de man met de zwarte pet het mes nog in zijn hand had.
4.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige pagina 40 t/m 42, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, als verklaring van [getuige 2] :
Ik ben zojuist getuige geweest van een incident aan de Oldenzaalsestraat te Enschede. Ik zag twee personen op de stoep staan ter hoogte van [naam] . Ik zag dat het twee mannen waren. Ik zag dat ze een woordenwisseling hadden. Ik zag dat aan hun gebaren. Terwijl wij er langs reden zag ik dat één van deze mannen een mes in zijn hand had. Ik kan de mannen als volgt omschrijven: de man met het mes had een donkere huidskleur, had een zwart petje op, droeg een zwart T-shirt en een zwarte korte broek, hij had een kort opgeknipt kapsel, normaal postuur, ongeveer 30 jaren oud, uitpuilende ogen. De andere man: ook donkere huidskleur, wit T-shirt, blauwe korte broek, minder kroezig haar dan de andere man, normaal postuur, ongeveer 30 jaar oud, maakte een rustige indruk. Ik kan het mes als volgt omschrijven: zwart handvat, lang puntig lemmet van zeker twintig centimeter zonder kartels, het lemmet glom en had een heel scherpe punt. Ik zag dat de man het mes langs zijn lichaam naar beneden hield. Ik zag dat ze met elkaar gingen vechten. Ik zag dat ze elkaar vast pakten. Ik zag dat de man die ik met het mes had gezien stekende bewegingen maakte. Ik zag dat de andere man probeerde de man af te weren met zijn armen. Ik zag dat de mannen doorgingen en dat ze kwamen te vallen. Ik zag dat de man die ik met het mes had gezien bovenop de andere man zat.
5. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte, pagina 77, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
V: vraag verbalisant
A: antwoord verdachte
V: Welke kleding had je vandaag aan?
A: Ik had een zwarte jogging broek aan, zwart T-shirt en een zwart petje
V: Hoe heet de persoon met wie jij de ruzie hebt gehad?
A: [slachtoffer]
6. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte, pagina 85 t/m 88, voor zover inhoudend zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
Ik had het mes in mijn hand. Dit was een mes met een zwart handvat en het lemmet was ongeveer 10 centimeter lang.