ECLI:NL:RBOVE:2020:4165
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- S.H. Peper
- B.T.C. Jordaans
- B. Rademacher
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in drugszaken wegens gebrek aan bewijs van wetenschap van de drugs en het geld
Op 8 december 2020 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 25-jarige vrouw, die werd verdacht van het vervoeren van cocaïne en het witwassen van geld. De zaak kwam voor de rechtbank na een onderzoek op de openbare terechtzitting van 24 november 2020. De officier van justitie, mr. M.R.A. van IJzendoorn, had de vordering ingediend, terwijl de verdachte werd bijgestaan door haar raadsman, mr. H. Raza. De tenlastelegging omvatte onder andere het opzettelijk vervoeren van 207,3 gram cocaïne en het witwassen van een geldbedrag van € 10.000,--.
De rechtbank heeft vastgesteld dat op 23 juni 2019 in Roelofarendsveen een Volkswagen Golf, waarin de verdachte als bijrijdster zat, werd staande gehouden. In de auto werden zowel de cocaïne als het geld aangetroffen in een verborgen ruimte. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van de aanwezigheid van de drugs en het geld. Ondanks dat de verdachte eerder als bestuurder van de auto was aangetroffen, was er geen bewijs dat zij wetenschap had van de criminele herkomst van de voorwerpen.
De rechtbank heeft daarom besloten om de verdachte vrij te spreken van alle ten laste gelegde feiten. In de beslissing werd benadrukt dat er geen aanwijzingen waren die erop wezen dat de verdachte op de hoogte was van de drugs en het geld in de auto. Het vonnis werd uitgesproken door mr. S.H. Peper, voorzitter, en de rechters mr. B.T.C. Jordaans en mr. B. Rademacher, in aanwezigheid van griffier mr. J.P. Ponsteen.