Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[A] B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- explootkosten € 86,85
- griffierecht € 499,00
- salaris gemachtigde
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel, is er een geschil ontstaan tussen [A] B.V. en [gedaagde] over de vraag of er een mondelinge overeenkomst tot stand is gekomen. De eisende partij, vertegenwoordigd door mr. J. Backers van Armaere Incassospecialisten & Gerechtsdeurwaarders, vordert betaling van een bedrag van € 1.295,81, vermeerderd met wettelijke rente en kosten, op basis van een mondelinge overeenkomst die zou zijn gesloten voor het verlenen van diensten in het kader van de verbouwing van de schuur van [gedaagde]. De gedaagde partij, vertegenwoordigd door mr. S.A. Wind van Stichting Univé Rechtshulp, betwist het bestaan van deze overeenkomst en stelt dat er enkel een vrijblijvende offerte is opgevraagd.
De procedure omvatte een mondelinge behandeling op 3 november 2020, waarbij getuigen zijn gehoord, waaronder de constructeur [B]. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de bewijslast bij [eiseres] ligt en dat deze in voldoende mate bewijs heeft geleverd van het bestaan van de mondelinge overeenkomst. De verklaring van [B] en de overgelegde stukken ondersteunen de vordering van [eiseres]. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [gedaagde] niet voldoende bewijs heeft geleverd om zijn verweer te onderbouwen.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van [eiseres] toegewezen, inclusief de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten. [gedaagde] is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 945,85, en in de nakosten van € 90,00. Het vonnis is uitgesproken op 1 december 2020.