[B] veroordeelt om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis haar onvoorwaardelijke medewerking te verlenen aan de verkoop en levering van de woning aan de [adres] te [plaats] middels tussenkomst van makelaarskantoor [X] ;
[B] veroordeelt om de woning tegen een reële vraagprijs aan te bieden, die ligt tussen de € 300.000,- en € 320.000,-;
[B] veroordeelt om de woning te verkopen tegen een verkoopprijs die ligt op of boven een prijs van € 270.000,- en dit vast te leggen in de verkoopopdracht, waarmee de makelaar wordt belast;
[B] veroordeelt om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis een verkoopopdracht te verlenen aan makelaar [X] en deze opdracht te ondertekenen;
[B] veroordeelt om aan [A] een dwangsom te betalen van € 500,00 voor iedere dag dat zij niet aan de onder 1, 2, 3 en 4 genoemde veroordelingen voldoet, tot een maximum van € 20.000,- is bereikt;
bepaalt dat het te wijzen vonnis in de plaats zal treden van de rechtshandeling te verrichten door [B] , te weten het verstrekken van een verkoopvolmacht aan makelaarskantoor [X] ter zake van de woning, indien [B] twee weken na betekening van dit vonnis in gebreke zal zijn gebleven haar medewerking te verlenen aan de onder 4 genoemde veroordeling;
[B] veroordeelt om aan [A] te betalen € 7.500,- aan voorschot op diens regresvordering;
[B] veroordeelt om, zolang de woning nog niet is verkocht, ook [A] het gedeeltelijke genot van de woning te laten hebben: om de week van vrijdag 11.00 uur tot de vrijdag erop tot 11.00 uur, berekend naar een ingangsdatum met ingang van 8 augustus 2020, op straffe van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag dat [B] niet aan deze veroordeling voldoet;
[B] veroordeelt in de proceskosten en de nakosten.
3.3.[B] heeft de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, verzocht:
te bepalen dat de verdeling van de woning wordt uitgesloten voor de duur van 12 maanden vanaf het in deze procedure te wijzen vonnis;
te bepalen dat [B] het uitsluitend gebruik van de woning en de inboedel toekomt voor een periode van twaalf maanden na dagtekening van dit vonnis, met het gebod dat [A] de woning in deze periode niet mag betreden op straffe van een dwangsom van € 150,00 voor iedere dag of dagdeel dat [A] dit gebod overtreedt, tot een maximum van € 15.000,- is bereikt.