Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
kennelijk leugenachtigis en moet worden uitgesloten van het bewijs. De rechtbank begrijpt dat bedoeld is een
betrouwbaarheidsverweerte voeren. Dit verweer wordt verworpen. De rechtbank heeft geen reden te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van [medeverdachte] , die, anders dan de raadsvrouw stelt, consistent zijn en waarin [medeverdachte] ook zichzelf belast. Dat [medeverdachte] als getuige, nadat hij zich samen met getuige [getuige 2] had gemeld op het politiebureau, een andere verklaring heeft afgelegd doet aan het voorgaande niets af. De verklaring die [medeverdachte] voor deze “andere” verklaring heeft gegeven vindt de rechtbank aannemelijk. Deze verklaring kan dan ook voor het bewijs worden gebruikt.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De schade van benadeelden
[slachtoffer 8]. De opgevoerde materiële schadeposten zijn niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de strafbare feiten zijn gepleegd.
[slachtoffer 6]. De opgevoerde materiële en immateriële schadeposten zijn niet betwist en wat de materiële posten betreft voldoende onderbouwd en aannemelijk. Wat de immateriële schade betreft heeft de rechtbank rekening gehouden met de grote emotionele waarde die de weggenomen goederen voor het slachtoffer hadden. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de strafbare feiten zijn gepleegd.
[slachtoffer 5] ,maar de opgevoerde schade is onvoldoende komen vast te staan. Enerzijds omdat de gestelde schade (materiële kosten en proceskosten) niet is onderbouwd. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadepost alsnog nader te onderbouwen leidt tot een onevenredige belasting van de strafrechtelijke procedure, zodat de rechtbank de benadeelde partij die gelegenheid niet zal bieden.
[slachtoffer 4], maar de opgevoerde schade is onvoldoende komen vast te staan aangezien de gestelde schade niet is onderbouwd. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadepost alsnog nader te onderbouwen leidt tot een onevenredige belasting van de strafrechtelijke procedure, zodat de rechtbank de benadeelde partij die gelegenheid niet zal bieden.
[slachtoffer 9]. De opgevoerde immateriële schadepost is niet betwist en, door de bijgevoegde verklaring van een psychotherapeut, voldoende onderbouwd en aannemelijk. Daarbij heeft de rechtbank rekening gehouden met de grote emotionele waarde die de weggenomen goederen voor het slachtoffer hadden. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de strafbare feiten zijn gepleegd.
[slachtoffer 2]. De opgevoerde materiële schadepost is niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de strafbare feiten zijn gepleegd.
[slachtoffer 1]. De opgevoerde materiële en immateriële schadeposten zijn niet betwist en wat de materiële posten betreft voldoende onderbouwd en aannemelijk. Wat de immateriële schade betreft heeft de rechtbank rekening gehouden met de grote emotionele waarde die de weggenomen goederen voor het slachtoffer hadden. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de strafbare feiten zijn gepleegd.
[slachtoffer 3]. De opgevoerde materiële schadepost is niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de strafbare feiten zijn gepleegd.
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
straf
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden;
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende voorwaarden niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat verdachte:
bijzondere voorwaardendat verdachte:
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat verdachte:
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
180 (honderdtachtig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
90 dagen;
[slachtoffer 5], (feiten 1 primair en 2): in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
[slachtoffer 4], (feiten 1 primair en 2) in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
[slachtoffer 8](feiten1 primair en 2): van een bedrag van € 1.511,29 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 mei 2019) voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezenverklaarde feiten tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.511,29,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 mei 2019 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat gijzeling voor de duur van 30 dagen kan worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
[slachtoffer 6](feiten 1 primair en 2): van een bedrag van € 4.985,32 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 mei 2019) voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezenverklaarde feiten tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 4.985,32,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 mei 2019 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat gijzeling voor de duur van 59 dagen kan worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
[slachtoffer 9](feiten 1 primair en 2): van een bedrag van € 500,00 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 mei 2019) voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezenverklaarde feiten tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 500,00,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 mei 2019 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat gijzeling voor de duur van 10 dagen kan worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
[slachtoffer 2](feiten 1 primair en 2): van een bedrag van € 325,00 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 mei 2019) voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezenverklaarde feiten tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 325,00,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 mei 2019 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat gijzeling voor de duur van 6 dagen kan worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
[slachtoffer 1](feiten 1 primair en 2): van een bedrag van € 7.356,62 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 mei 2019) voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezenverklaarde feiten tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 7.356,62,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 mei 2019 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat gijzeling voor de duur van 71 dagen kan worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
[slachtoffer 3](feiten 1 primair en 2): van een bedrag van € 726,00 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 mei 2019) voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezenverklaarde feiten tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 726,00,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 mei 2019 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat gijzeling voor de duur van 14 dagen kan worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;