Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Procesverloop
2.Beoordeling
;
.
3.Beslissing
[betrokkene], geboren [1993] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen voor de duur van deze machtiging:
Rechtbank Overijssel
In deze beschikking van de Rechtbank Overijssel, gedateerd 26 oktober 2020, wordt een zorgmachtiging verleend aan een betrokkene, geboren in 1993, op basis van een verzoek van de officier van justitie. Het verzoek betreft het verlenen van verplichte zorg zoals bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een stoornis in het schizofreniespectrum, en dat er ook sprake is van ontwikkelingsproblematiek en middelenmisbruik. Tijdens de mondelinge behandeling, die via videoverbinding plaatsvond vanwege Covid-19 maatregelen, is de betrokkene niet verschenen, maar zijn er wel verschillende zorgprofessionals gehoord die de situatie van de betrokkene toelichtten.
De rechtbank concludeert dat er ernstig nadeel voor de betrokkene en de omgeving kan ontstaan als er geen verplichte zorg wordt verleend. Dit nadeel omvat levensgevaar, ernstige lichamelijke en psychische schade, en verwaarlozing. De rechtbank oordeelt dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat de voorgestelde verplichte zorg, die onder andere het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid omvat, noodzakelijk is. De advocaat van de betrokkene pleit voor een kortere duur van de machtiging, maar de rechtbank wijst dit verzoek af en verleent de zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, tot en met 26 oktober 2021.
De beschikking is mondeling gegeven door rechter E.J.M. van Engelen en is op 28 oktober 2020 schriftelijk uitgewerkt. De rechtbank benadrukt dat de situatie van de betrokkene niet is gestabiliseerd en dat er meer tijd nodig is voor behandeling.