Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[betrokkene sub 1], en
in haar hoedanigheid van bewindvoerder van
[betrokkene sub 2] ,
hierna te noemen de Stichting respectievelijk de zus en de moeder,
1.De procedure
- de dagvaarding van 12 oktober 2020 met producties,
- de akte wijziging van eis van 12 oktober 2020,
- de producties inclusief USB-stick van de zijde van de broer van 12 oktober 2020,
- de aanvullende productie en overige e-mailberichten met beeldmateriaal van de zijde van de Stichting van 12 oktober 2020,
- de mondelinge behandeling via skype op 13 oktober 2020.
2.De feiten
3.Het geschil
- bepaalt dat de broer binnen 24 uur na datum betekening van dit vonnis over dient te gaan tot afgifte van de sleutels van de schuren die zijn gelegen op het perceel aan [het adres] te [woonplaats] en de sleutel van de zitmaaier die in de schuren staat,
- alles op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag of gedeelte van de dag dat de broer niet voldoet aan dit vonnis en met machtiging van de Stichting om vorenstaande met behulp van de sterke arm van Politie en Justitie te bewerkstelligen,
- een en ander met veroordeling van de broer in de kosten van deze procedure.
14 september 2020 is bepaald dat de broer gedurende een jaar niet op het terrein rondom de woning aan [het adres] te [woonplaats] mag komen. Dit betekent dat de zus zorg dient te dragen voor het onderhoud van de tuin. De tuin moet nu winterklaar worden gemaakt. Om het onderhoud van de tuin te kunnen doen heeft de zus de beschikking nodig over het tuingereedschap, waaronder de zitmaaier. De zitmaaier is eigendom van de moeder. Het tuingereedschap ligt opgeslagen in de schuren en de schuren staan op het terrein van de woning waar de zus verblijft. De advocaat van de Stichting heeft de broer meerdere keren verzocht om de sleutels van de schuren en de zitmaaier af te geven. De broer heeft hier geen gehoor aan gegeven.
4.De beoordeling
De Stichting dient, nu zij benoemd is tot bewindvoerder van de moeder, te worden aangemerkt als optredend in de hoedanigheid van eigenaar van het perceel aan [het adres] en (dus) van de door natrekking daarvan deel uitmakende schuren. De Stichting is niet in het bezit van de sleutels van de schuren. Het spoedeisend belang van de Stichting bij de gevraagde voorziening is naar het voorshandse oordeel van de voorzieningenrechter daarmee dan ook gegeven. Dit betekent dat de vordering van de Stichting inhoudelijk kan worden behandeld.
5.De beslissing
28 oktober 2020.