Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De vordering tenuitvoerlegging
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
straf
gevangenisstrafvoor de duur van
60 (zestig) dagen;
26 (zesentwintig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
120 (honderdtwintig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
60 (zestig) dagen;
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de politierechter te Zutphen van
taakstraf van 30 uren, subsidiair 15 dagen vervangende hechtenis.