ECLI:NL:RBOVE:2020:3598

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
30 oktober 2020
Publicatiedatum
30 oktober 2020
Zaaknummer
08/283430-19 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van voorbereidingshandelingen en productie van amfetamine in drugslaboratorium te Oldenzaal

Op 30 oktober 2020 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 39-jarige man uit Oldenzaal, die samen met mededaders zich schuldig heeft gemaakt aan voorbereidingshandelingen voor de productie van amfetamine en de opzettelijke productie van amfetamine(-pasta). De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten in de periode van 5 september 2019 tot en met 2 november 2019 in Oldenzaal een drugslaboratorium hebben opgezet en onderhouden. Tijdens een controle op 2 november 2019 zijn in de panden aan [adres 2] en [adres 3] grote hoeveelheden chemicaliën, laboratoriumbenodigdheden en een professionele productieopstelling aangetroffen, die bestemd waren voor de vervaardiging van amfetamine. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor het medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet, waarbij de verdachte een essentiële rol heeft vervuld in het opbouwen van het drugslaboratorium. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het bezit van een vuurwapen en munitie, omdat er onvoldoende bewijs was voor de vereiste wetenschap van de aanwezigheid daarvan. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van veertig maanden, met aftrek van het voorarrest.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/283430-19 (P)
Datum vonnis: 30 oktober 2020
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum 1] 1981 in [geboorteplaats 1] ,
ingeschreven in de BRP aan [adres 1] ,
nu verblijvende in P.I. Achterhoek, HvB,
Verlengde Ooyerhoekseweg 21 te Zutphen.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 11 februari 2020, 8 mei 2020, 17 juli 2020, 2 en 16 oktober 2020.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. G.J. Jansen en van hetgeen door verdachte en de raadsman mr. A.R. Maarsingh, advocaat te Deventer, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte, al dan niet samen met anderen, de productie en handel van amfetamine heeft voorbereid (
feit 1), amfetamine heeft geproduceerd en/of verhandeld (
feit 2 primair)dan wel dat hij daaraan medeplichtig is geweest
(feit 2 subsidiair)en dat hij een wapen en/of munitie voorhanden heeft gehad (
feit 3).
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij op of omstreeks de periode van 1 juli 2019 tot en met 2 november 2019,
te Oldenzaal en/althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of het bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of het vervaardigen van (een) hoeveelheid/hoeveelheden amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid, voor te bereiden en/of te bevorderen,
-een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
-zich of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen en/of
-voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en/of gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist (en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),
immers heeft/hebben verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s):
-(een deel van) een of meer bedrijfspanden aan [adres 2] en/of [adres 3] in Oldenzaal (als opslagruimte voor chemicaliën en/of grondstoffen en/of als productieruimte) gehuurd en/of laten huren en/of ter beschikking gesteld en/of ter beschikking laten stellen en/of
-toezicht gehouden en/of laten houden op dat/die pand(en) en/of op de personen die dat/die perceel/percelen betrad(en) en/of
-een of meer (nep)huurovereenkomsten opgesteld en/of laten opstellen en/of overlegd en/of voorhanden gehad, waaruit bleek, althans zou moeten blijken dat verdachte(n) (een deel van) het pand aan de [adres 3] in Oldenzaal had(den) onderverhuurd en/of
-aanpassingen en/of verbouwingen in/aan dat/die pand(en) aangebracht en/of laten aanbrengen en/of verricht en/of laten verrichten en/of toegestaan ten behoeve van de opslag van chemicaliën en/of grondstoffen en/of ten behoeve van de productie van BMK en/of amfetamine en/of
-de toegang tot dat/die pand(en) en/of opslagruimte en/of productielocatie (voor derden) aan het zicht onttrokken en/of laten onttrekken en/of belemmerd en/of laten belemmeren, door het (laten) plaatsen van een of meer containers en/of een mobiele snack/SRV-wagen en/of
-een of meer vervoermiddelen ter beschikking gesteld en/of ter beschikking laten stellen en/of gebruikt en/of voorhanden gehad en/of
-(telefonisch) contact gelegd en/of onderhouden en/of ontmoetingen gehad en/of afspraken gemaakt met een of meer mededader(s) en/of met (een) leverancier(s) van grondstoffen/of benodigdheden ten behoeve van de opslag van chemicaliën en/of grondstoffen en/of ten behoeve van de productie van BMK en/of amfetamine en/of
-(een of meer onderdelen van) een productieopstelling aangeschaft en/of voorhanden gehad, waaronder een of meer RVS-reactieketels en/of roermechanismen en/of
koelbuizen en/of gasbranders en/of stoomdestillatieopstellingen en/of
-een grote hoeveelheid/hoeveelheden (laboratorium)benodigdheden aangeschaft en/of laten aanschaffen en/of vervoerd en/of laten vervoeren en/of opgeslagen en/of voorhanden gehad, waaronder een of meer dopvaten en/of klemdekselvaten en/of gasflessen en/of IBC’s en/of koofstoffilters en/of emmers en/of jerrycans en/of scheitrechters en/of trechters en/of maatbekers en/of weegschalen en/of vloeistofpompen en/of luchtafzuiginstallaties en/of thermometers en/of tuinslangen en/of
-een grote hoeveelheid/hoeveelheden chemicaliën en/of grondstoffen aangeschaft en/of laten aanschaffen en/of vervoerd en/of laten vervoeren en/of opgeslagen en/of voorhanden gehad, waaronder Benzylmethylketon (BMK) en/of formamide en/of mierenzuur en/of fosforzuur en/of zoutzuur en/of bio-ethanol en/of MAPA en/of
-handschoenen en/of gasmaskers vervoerd en/of voorhanden gehad en/of
-(aldus) een laboratorium- en/of productieopstelling voor het vervaardigen van precursoren en/of amfetamine en/althans synthetische drugs voorhanden gehad;
2.
hij in of omstreeks de periode van 5 september 2019 tot en met 2 november 2019, te Oldenzaal en/althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen en/althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd en/of in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad -in (een deel van) een of meer bedrijfspanden aan [adres 2] en/of [adres 3] in Oldenzaal-, een hoeveelheid of hoeveelheden van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde (telkens) amfetamine, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen
leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of een of meer andere (onbekend gebleven) personen in of omstreeks de periode van 5 september 2019 tot en met 2 november 2019, te Oldenzaal en/althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen en/althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft/hebben bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd en/of in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad -in (een deel van) een of meer bedrijfspanden aan [adres 2] en/of [adres 3] in Oldenzaal-, een hoeveelheid of hoeveelheden van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde (telkens) amfetamine, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte en/of zijn mededader(s) in of
omstreeks de periode van 5 september 2019 tot en met 2 november 2019, te Oldenzaal
en/althans (elders) in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door:
-(een deel van) dat/die pand(en) aan [adres 2] en/of [adres 3] in Oldenzaal ter beschikking te stellen en/of die persoon/personen de toegang tot dat/die pand(en) te verschaffen en/of
-toezicht te (laten) houden op dat/die pand(en) en/of op de personen die dat/die percelen
betrad(en) en/of
-een of meer (fake)huurovereenkomsten op te (laten) stellen en/of te overleggen, waaruit bleek, althans zou moeten blijken dat verdachte(n) (een deel van) het pand aan de [adres 3] in Oldenzaal had(den) onderverhuurd en/of
-aanpassingen en/of verbouwingen in/aan dat/die pand(en) aan [adres 2] en/of [adres 3] aan te (laten) brengen en/of te (laten) verrichten en/of toe te staan en/of
-de toegang tot dat/die pand(en) en/of opslagruimte en/of productielocatie (voor derden) aan het zicht te (laten) onttrekken en/of te (laten) belemmeren, door het (laten) plaatsen van een of meer containers en/of een mobiele snack/SRV-wagen en/of
-een of meer vervoermiddelen ter beschikking te stellen en/of
-chemicaliën en/of grondstoffen en/of (laboratorium)benodigdheden, ten behoeve van de opslag van chemicaliën en/of grondstoffen en/of ten behoeve van de productie van BMK en/of amfetamine, aan te (laten) schaffen en/of te (laten) vervoeren en/of op te (laten) slaan;
3.
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2019 tot en met 2 november 2019, in elk geval op 2 november 2019 te Oldenzaal, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een (geladen) vuurwapen van categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool (kaliber 9 mm) en/of munitie van categorie III van genoemde wet, te weten (in totaal) 41 kogelpatronen (kaliber 9 mm), voorhanden heeft gehad.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

Feiten en omstandigheden
Hierna stelt de rechtbank op grond van de inhoud van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting de feiten en omstandigheden vast.
De voor de bewezenverklaring redengevende bewijsmiddelen zijn opgenomen in de bijlage bij dit vonnis. De rechtbank overweegt verder, al dan niet in reactie op gevoerde verweren, waarom zij op basis van die feiten en omstandigheden tot conclusies en beantwoording van de bewijsvraag komt.
Aan verdachte (verder [verdachte] ) en zijn medeverdachten [medeverdachte 3] (verder [medeverdachte 3] ),
[medeverdachte 1] (verder [medeverdachte 1] ), [medeverdachte 2] (verder [medeverdachte 2] ) en [medeverdachte 4] (verder [medeverdachte 4] ) is ten laste gelegd het medeplegen van voorbereidingshandelingen voor, kort gezegd, de productie van en handelen in amfetamine, alsmede het medeplegen van de productie van en handelen in amfetamine, althans het medeplichtig zijn aan die feiten. Zij allen zijn verdachte in dit onderzoek.
Aan verdachte is daarnaast nog het bezit van een vuurwapen en munitie ten laste gelegd.
4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de ten laste gelegde feiten – waarbij het onder 2 ten laste gelegde in de primaire variant – wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft integraal vrijspraak bepleit voor de ten laste gelegde feiten. Meer in het bijzonder stelde de verdediging dat [verdachte] het pand waarin het drugslaboratorium is aangetroffen, had onderverhuurd. Ook is geen sprake van bewijs dat [verdachte] feitelijk betrokken was bij, of weet had van het drugslaboratorium. Ten aanzien van het wapen en de munitie heeft de verdediging bepleit dat [verdachte] niet de voor strafbaarheid vereiste mate van bewustzijn had van de aanwezigheid daarvan in zijn pand.
4.3
De overwegingen van de rechtbank
De rechtbank zal de feiten 1 en 2 vanwege hun onderlinge verband en samenhang hierna gezamenlijk bespreken. Te dien aanzien stelt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden vast.
4.3.1
Feiten 1 en 2
[adres 2] en [adres 3]
[verdachte] is via zijn holding [bedrijf 1] B.V. (verder [bedrijf 1] ) eigenaar van het pand aan [adres 2] te Oldenzaal. [bedrijf 1] is de moedermaatschappij van [bedrijf 2] B.V. (verder [bedrijf 2] ), dat eveneens aan [adres 2] gevestigd was. [bedrijf 2] is op 19 december 2018 failliet verklaard.
De feitelijke activiteiten van [bedrijf 2] werden uitgevoerd aan [adres 2] , aldus mr. [getuige 2] , curator in het faillissement van [bedrijf 2] . Het pand aan de [adres 3] werd door [verdachte] via zijn holding [bedrijf 1] gehuurd van de eigenaar [bedrijf 3] B.V. Aan de [adres 3] werd de boekhouding van [bedrijf 2] gevoerd. In 2019, na het faillissement van [bedrijf 2] , bleef [verdachte] het pand aan de [adres 3] gebruiken. Daarnaast is [verdachte] via [bedrijf 1] eigenaar van het gedeelde terrein aan de achterzijde van de panden aan [adres 2] en [adres 3] .
Na het faillissement heeft de curator alle sloten van nummer 4 en [adres 3] vervangen. [verdachte] en zijn vader hebben nieuwe sleutels gekregen. [medeverdachte 3] had ook de beschikking over de sleutels van nummer [adres 2] en [adres 3] .
Tijdens een integrale controle door de gemeente Oldenzaal werden op 2 november 2019 de panden aan [adres 2] en [adres 3] gecontroleerd, waarbij een drugslaboratorium werd aangetroffen. Tijdens de daarop volgende doorzoeking werd het volgende gevonden:
Het pand aan [adres 2] bevat meerdere ruimtes, waaronder een magazijn, een bedrijfshal en een kantoor. In de bedrijfshal zijn vier dopvaten van 200 liter met formamide, twaalf lege IBC’s (waarvan twee van 600 liter en tien van 1000 liter) en een nieuwe RVS-ketel van 750 liter aangetroffen. De RVS-ketel is soortgelijk aan de ketels die in het pand op nummer [adres 3] zijn aangetroffen. Verder zijn gasflessen, koolstoffilters en twaalf lege verpakkingen van koolstoffilters aangetroffen. In het magazijn zijn nieuwe koolstoffilters in de verpakking, tassen met dekens, handdoeken en lepels aangetroffen. In de bedrijfshal is een groene koffer aangetroffen die toebehoort aan [medeverdachte 1] .
In het kantoor is een zwarte tas met persoonlijke spullen van [verdachte] , waaronder een iPhone, aangetroffen. Ook is in de tas een usb-stick aangetroffen. In het kantoor is ook een MacBook van [medeverdachte 3] aangetroffen.
In een vrijstaande kluis is een met elf patronen geladen vuurwapen, zijnde een pistool van het merk FN, aangetroffen. In de kantine op de eerste verdieping van het pand is op een plaat in het verlaagde plafond een vuurwapendoosje met munitie van Winchester (30 patronen, kaliber 9 mm), houder en schoonmaakborstel aangetroffen. De munitie is categorie III en geschikt voor het aangetroffen pistool.
In het pand aan de [adres 3] zijn verschillende ruimtes aangetroffen, ingericht als voorraad-, lab-, destillatie- en scheidingsruimte. In de laboratoriumruimte zijn twee aangesloten RVS-reactieketels van 750 liter aangetroffen, waarvan de aftapopeningen amfetamine bevatten. Van de derde aangesloten RVS-reactieketel van eveneens 750 liter bevat de aftapopening N-formylamfetamine. Twee reactievaten waren in gebruik voor de tweede kookstap ter bereiding van amfetamine (Leuckart methode). Een reactievat was in gebruik voor de eerste kookstap ter bereiding van amfetamine (Leuckart methode). In de destillatieruimte stonden drie professionele stoomdestillatieopstellingen, waaronder twee aangesloten RVS-ketels. In de destillatiebuis is amfetamine aangetroffen. In de scheidingsruimte stonden zakken met MAPA. In relatie tot de vervaardiging van synthetische drugs wordt MAPA (methyl 3-oxo-2-fenylbutanoaat) gebruikt voor de vervaardiging van BMK, een grondstof voor amfetamine of metamfetamine. In de voorraadruimte stonden vaten, jerrycans en emmers met destillatieafval.
De ruimtes waren voorzien van een professioneel luchtafzuigsysteem.
In de verschillende ruimtes zijn in meerdere IBC’s en vaten grote hoeveelheden benzylmethylketon (BMK) en N-formylamfetamine aangetroffen. In andere vaten en jerrycans is amfetamine aangetroffen. Verder zijn dopvaten met formamide, jerrycans met mierenzuur, jerrycans met zoutzuur en vaten met fosforzuur aangetroffen. Fosforzuur wordt, in relatie tot synthetische drugs, gebruikt bij de vervaardiging en/of bewerking van diverse drugs en drugsprecursoren. Alle zijn chemicaliën, precursoren en hulpstoffen voor de productie van amfetamine.
Aan de achterkant van het pand is een roze SRV-wagen aangetroffen die tegen de roldeur die toegang geeft tot het lab, geparkeerd stond. In de SRV-wagen was een slaap- en eetruimte, waarin verse etenswaren zijn aangetroffen.
Tussenconclusie
Op grond van bovenstaande feiten en omstandigheden stelt de rechtbank vast dat in het pand aan de [adres 3] een professionele productieopstelling voor de grootschalige vervaardiging van amfetamine is aangetroffen, en dat op de percelen [adres 2] en [adres 3] de voor de synthese van amfetamine benodigde chemicaliën en laboratoriumbenodigdheden aanwezig waren.
Naar het oordeel van de rechtbank waren die stoffen en voorwerpen ook met dat doel op de genoemde locaties aanwezig. Het feit dat de aftapopeningen van twee reactieketels amfetamine en van een derde reactieketel N-formylamfetamine bevatten, sterkt de rechtbank in die conclusie. Daar komt bij dat noch gesteld noch gebleken is dat de aangetroffen stoffen en voorwerpen een andere bestemming zouden hebben gehad.
Onderzoek aan aangetroffen voorwerpen
In de voorraadruimte van de [adres 3] is een werktafel aangetroffen met daarop een weegschaal, maatbekers en doekjes. Op en onder de werktafel zijn zes gasmaskers aangetroffen en op de werktafel drie paar handschoenen. Naast de werktafel zijn twee bigshopper-tassen aangetroffen; een groene en een blauwe.
-
bigshopper tassen
Op de handvatten van de groene bigshopper tas die naast de werktafel is aangetroffen, is DNA-materiaal aangetroffen dat matcht met het DNA-profiel van [medeverdachte 1] . De kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen persoon matcht met het afgeleide DNA-hoofdprofiel is kleiner dan een op een miljard.
Op de handvatten van de blauwe bigshopper tas die naast de werktafel is aangetroffen, is een DNA-mengprofiel aangetroffen, waarbij het afgeleide hoofdprofiel matcht met dat van [verdachte] . Daarbij is de kans dat het afgeleide DNA-profiel matcht met een willekeurig ander persoon kleiner dan een op een miljard.
-
peuk
Op de peuk is een DNA-mengprofiel aangetroffen. Het hoofdprofiel matcht met het DNA-profiel van [medeverdachte 2] . De kans dat het afgeleide DNA-profiel matcht met een willekeurig ander persoon is kleiner dan een op een miljard. Tevens zijn nevenkenmerken aangetroffen, die matchen met de DNA-profielen van [medeverdachte 1] en minimaal één onbekende persoon. De kans dat de nevenkenmerken matchen met een willekeurig ander persoon is kleiner dan een op een miljard.
-
conclusie
De rechtbank concludeert dat het aangetroffen DNA-materiaal, voor zover thans van belang, afkomstig is van de verdachten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [verdachte] .
-
tas
In de kantoorruimte van [adres 2] is een zwarte tas aangetroffen die toebehoort aan [verdachte] . In de tas is, naast persoonlijke eigendommen van [verdachte] , een USB-stick aangetroffen.
-
USB-stick
Op de in de tas van [verdachte] aangetroffen USB-stick bevonden zichbestanden met inloggegevens voor accounts op verschillende Darknetmarkets ( [naam 16] , [naam 17] , [naam 18] , [naam 19] , [naam 20] ). De accountnamen waren ‘ [naam 1] ’ en ‘ [naam 2] ’. De politie is met gebruikmaking van deze gegevens ingelogd op verschillende van deze accounts en heeft daar vervolgens Bitcoins in beslag genomen. Op de USB-stick is in een verwijderd bestand een afbeelding van [naam 1] met allerlei pillen aangetroffen. Daarnaast werd een bestand met de naam ‘ [naam 3] ’ aangetroffen waarin inloggegevens staan voor de VPN-dienst van ‘ [naam 4] ’.
Kort na de inbeslagneming van de USB-stick werd op het Darkweb gewaarschuwd om niet meer via deze accounts te bestellen, omdat men vermoedde dat de politie de accounts had overgenomen.
-
iPhone van [verdachte]
In de iPhone 6 van [verdachte] is een notitie aangetroffen: “Wallstreet – [naam 2] wacht op verkoop goedkeuring”. De tekst luidt
”om in te loggen werken we met een beveiligde PGP sleutel. Ik heb de private key om de versleuteling te lezen op een USB-stick, zonder de private key kun je het PGP bericht niet decoderen. Dan werkt het inloggen niet op Wallstreet”.
-
MacBook van [medeverdachte 3]
Op de MacBook van [medeverdachte 3] en op de USB-stick, aangetroffen in de tas van [verdachte] , wordt hetzelfde bestand aangetroffen dat kan worden gebruikt om in te loggen op een Virtueel Particulier Netwerk. Beide bestanden hebben dezelfde metagegevens en dezelfde MD5 hashwaarden, waaruit blijkt dat de bestanden identiek zijn.
De MacBook bevat een op 15 oktober 2019 gemaakt document, zijnde een (ongetekende) huurovereenkomst tussen verhuurder [verdachte] en huurder [naam 5] met betrekking tot het pand aan de [adres 3] .
Kort nadat deze huurovereenkomst op de Macbook is opgeslagen, zijn met het telefoonnummer van [medeverdachte 3] diezelfde dag twee berichten naar [verdachte] verzonden:
“heb net t hele contract gemaakt”en
“super dik”.
-
Telefoons van [medeverdachte 3]
Op de iPhone 7 van [medeverdachte 3] is een WhatsAppbericht naar [naam 6] , de boekhouder van [verdachte] , aangetroffen. Op 29 oktober 2019 vraagt [medeverdachte 3] hoe laat Van [naam 6] de volgende dag kan in verband met de huurcontracten van de twee panden, om deze samen te doen.
Op de iPhone 7 is een WhatsAppbericht van [verdachte] aangetroffen. [verdachte] zegt op 29 oktober 2019, kennelijk in een bericht bedoeld voor de energieleverancier, dat het pand op nummer [adres 3] vanaf 1 oktober verhuurd is, dat op dat moment er een boedelveiling is en dat de huurders pas wat later kunnen beginnen en dat het daarom op leegstand staat.
Ook is onder [medeverdachte 3] een zogenaamde cryptotelefoon in beslag genomen.
-
IBC’s
Aan [adres 2] zijn twaalf IBC’s aangetroffen: tien van 1000 liter per stuk en twee van 600 liter per stuk. De lege IBC’s stonden naast een ongebruikte RVS ketel van 750 liter.
Aan de [adres 3] stonden drie gebruikte RVS ketels van 750 liter en daar stonden ook - onder andere met BMK gevulde - IBC’s.
Uit de verklaring van [getuige 7] blijkt dat [medeverdachte 3] op 1 november 2019 via WhatsApp tien IBC’s van 1000 liter bij [getuige 7] heeft besteld. Deze zijn opgehaald met een vrachtwagen. [getuige 8] heeft verklaard dat hij met [naam 9] op 1 november 2019 IBC’s heeft opgehaald met een vrachtwagen. Daartoe had [getuige 8] van [verdachte] opdracht gekregen en geld om te betalen. Deze IBC’s zijn afgeleverd op [adres 2] . [verdachte] was op 1 november 2019 daar aanwezig.
[verdachte] heeft verklaard dat hij de IBC’s heeft gekocht ten behoeve van de watervoorziening van zijn verblijf op de camping in de winterperiode en dat hij ze heeft gekocht voor vier chalets. Reeds gezien de verklaring van de beheerder van de camping over de esthetische grenzen voor de aanwezigheid van IBC’s bij chalets en het grote aantal IBC’s dat met de aankoop gemoeid was, acht de rechtbank deze uitleg onwaarschijnlijk, temeer nu aan [adres 2] en [adres 3] diverse IBC’s zijn aangetroffen die in gebruik waren ten behoeve van de amfetamineproductie.
De huurovereenkomst(en)
[verdachte] heeft verklaard dat hij het pand aan de [adres 3] vanaf 1 oktober 2019 heeft onderverhuurd aan een onderneming genaamd ‘ [bedrijf 4] ’, toebehorend aan [naam 10] . [naam 10] zou hiertoe een bezoek aan de [adres 2] hebben gebracht en contant, zonder kwitantie, de huursom hebben betaald. Volgens [verdachte] is de huurovereenkomst opgesteld door zijn boekhouder, [naam 6] , maar die ontkent de huurovereenkomst te hebben opgesteld. Opvallend is dat de huurovereenkomst tussen [verdachte] en [naam 10] inhoudelijk en tekstueel, inclusief merkwaardige zinswendingen, constructies en fouten, identiek is aan de huurovereenkomst tussen [verdachte] en [naam 5] , zoals deze op 15 oktober 2019 werd opgeslagen op de Macbook van [medeverdachte 3] Blijkens de ongetekende huurovereenkomsten, bedroeg de huurprijs € 1950,- per maand. Inhoudelijk, dus wederom inclusief merkwaardige zinswendingen en constructies, komen beide overeenkomsten volledig overeen met een andere overeenkomst die op de MacBook is aangetroffen, te weten de huurovereenkomst van [naam 11] – de partner van [medeverdachte 3] – met haar verhuurder te [naam 12] .
Volgens informatie van de Kamer van Koophandel is [bedrijf 4] op 24 oktober 2019 ingeschreven, houdt het zich bezig met fotografie, is het gevestigd op het woonadres van [naam 10] in Alkmaar en is er één persoon werkzaam binnen het bedrijf voor minder dan 15 uren per week. [naam 10] verklaart [verdachte] niet te kennen en nog nooit in Oldenzaal te zijn geweest. Ook de huurovereenkomst heeft hij nooit gezien en niet getekend, aldus [naam 10] . Hij beschikt niet over vervoer en werkt voor zijn levensonderhoud in een horecagelegenheid in Bergen. Uit de historische verkeersgegevens blijkt dat [verdachte] en [naam 10] geen bel- of sms contact met elkaar hebben gehad. Ook blijkt hieruit niet dat [naam 10] in de omgeving van Oldenzaal is geweest. [naam 10] verklaart verder door [naam 13] te zijn benaderd om in ruil voor betaling van € 1.000,-- zijn paspoort, bankpas en Kamer van Koophandel-inschrijving op te sturen. Uit onderzoek aan de telefoon van [naam 10] , blijkt dat [naam 10] tussen 18 oktober en 2 november 2019 meerdere malen telefonisch contact heeft gehad met [naam 13] . Op zijn beurt verklaart [naam 13] dat [naam 10] een vage kennis is en dat het ging om het ID van [naam 10] . [naam 13] verklaart dat hij de gegevens heeft overhandigd, maar zegt niet aan wie. [naam 13] heeft in de genoemde periode een aantal keren telefonisch contact gehad met [naam 5] . [naam 5] is blijkens de telefoongegevens een contact van zowel [verdachte] als [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] . Ook [naam 5] verklaarde geen huurder te zijn van het pand aan de [adres 3] en de huurovereenkomst niet te kennen.
Op de iPhone 7 van [medeverdachte 3] is, zoals eerder vermeld, een WhatsAppbericht van [verdachte] aangetroffen waarin hij op 29 oktober 2019, kennelijk in een bericht bedoeld voor de energieleverancier, zegt dat het pand op nummer [adres 3] vanaf 1 oktober verhuurd is, dat op dat moment er een boedelveiling is en dat de huurders pas wat later kunnen beginnen en dat het daarom op leegstand staat.
Op 2 november 2019 stond de scooter van de vriendin van [verdachte] , nog gestald in het pand aan de [adres 3] .
Op basis van het voorgaande concludeert de rechtbank dat het pand aan de [adres 3] niet was onderverhuurd, dat de vermeende huurovereenkomst tussen [verdachte] en [naam 10] nep was en enkel tot doel had om [verdachte] als daadwerkelijk gebruiker van het pand te verhullen. De verklaring van [verdachte] op dit punt acht de rechtbank gelet op de hiervoor omschreven feiten en omstandigheden ongeloofwaardig.
Verbouwingen aan het pand
Getuige [getuige 1] , de eigenaar van het pand aan de [adres 3] , verklaarde in november 2019 dat hij twee jaren geleden voor het laatst in het achterste deel van het pand was geweest . Dat is de plaats waar het drugslaboratorium is aangetroffen. Volgens [getuige 1] zag dat er nu, in november 2019, anders uit dan voorheen. Over het magazijn verklaarde [getuige 1] dat daar nu een scheidingsmuur met opening was gemetseld en dat daarachter een verdiepte vloer zat, die er nooit had gezeten. Ook het houten ‘hokje’ voor de buitendeur was nieuw en het hele plafond lag er uit. In de kantine was het keukenblok en systeemplafond verwijderd en er waren leidingen aangebracht die er niet eerder waren.
De vloer is volgens [verdachte] omstreeks juni 2019 verdiept voor de aanleg van een jacuzzi. Tijdens een controle op 28 juni 2019 heeft de gemeente Oldenzaal in aanwezigheid van [verdachte] geconstateerd dat op die plek de tegels uit de vloer waren gehaald. Uit onderzoek aan de telefoon van [medeverdachte 1] , blijkt dat hij in opdracht van [verdachte] aan deze verdiepte vloer heeft gewerkt en deze heeft aangesmeerd. In een chatgesprek op 5 september 2019 met [medeverdachte 1] zegt [verdachte] dat “
alles er uit moet, ook de pallets met tegels”. Ook moet [medeverdachte 1] alle deuren dichthouden. Op de telefoon van [medeverdachte 1] staan foto’s van 4 september 2019 waarop is te zien dat de verdiepte ruimte leeg is en dat er een muur met opening voor staat. In deze ruimte met de verdiepte vloer zijn tijdens de doorzoeking drie RVS-ketels met daarboven afzuiging aangetroffen, onderdeel uitmakend van het drugslaboratorium.
Ook is in het toestel van [medeverdachte 1] een foto aangetroffen van een net gelegde/gestorte vloer. [verdachte] heeft verklaard dat [medeverdachte 1] voor hem een vloer heeft verdiept, omdat hij daar een jacuzzi wilde. [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij de foto’s van 4 september 2019 heeft gemaakt, maar hij heeft niet willen verklaren waarom hij de foto’s heeft gemaakt en waarvoor hij de verdiepte vloer heeft gemaakt.
Op 26 september 2019 stuurt [medeverdachte 1] een bericht aan ‘ [naam 14] ’ waarin hij schrijft aan de gang te zijn gegaan met stroom en gaten.
Op 2 november 2019 stond voor de verdiepte ruimte een tussenmuur. Deze stond er op 28 juni 2019 nog niet. Op de foto’s van september van het toestel van [medeverdachte 1] is de muur (al) wel te zien.
[medeverdachte 1] en [verdachte] verklaarden beiden dat [medeverdachte 1] veel kluswerkzaamheden heeft verricht aan de [adres 3] . Opvallend daarbij is dat [verdachte] en [medeverdachte 1] in verhoren andere plekken voor deze werkzaamheden op de bouwtekening aanwezen en andere werkzaamheden benoemden.
De toegang tot [adres 3]
Ten behoeve van de veiling in het faillissement van [bedrijf 2] zijn twee medewerkers van [bedrijf 5] in mei, juni en op vier dagen in oktober 2019 aan [adres 2] en [adres 3] geweest. Op al die dagen was [medeverdachte 3] aanwezig. Op 7, 9 en 10 oktober 2019 was [verdachte] er. [medeverdachte 1] is op 10 oktober 2019 ook gezien. De medewerkers verklaarden dat zij tijdens hun werkzaamheden in oktober 2019 van [medeverdachte 3] de instructie kregen om niet in of achter het pand op nummer [adres 3] te komen. De medewerkers moesten laten weten wanneer ze kwamen en gingen. Ook viel hen op dat de SRV-wagen tegen de zijkant van het pand was geplaatst zodat de medewerkers geen toegang meer hadden tot [adres 3] . Ook werden er materiaalbakken geplaatst om het gedeelte achter dat pand en het pand zelf af te zonderen.
Tijdens de controle
Tijdens de controle op 2 november 2019 is [medeverdachte 1] aanwezig op de locatie [adres 2] . Hij probeert aanvankelijk de roldeur van perceel 4 voor de controleurs te sluiten, maar tevergeefs. Intussen belt [medeverdachte 1] kort naar [verdachte] waarbij een controleur hem hoort zeggen: ‘Ja, dat zeg ik toch, ze lopen in de hal en overal buiten’. Daarna start onmiddellijk een WhatsAppgesprek met een contact dat in zijn telefoon staat vermeld als ‘ [naam 14] ’. [medeverdachte 1] doet hem verslag van wat er gebeurt en hij krijgt duidelijke instructies terug. Zo appt [naam 14] hem dat ze niet in de buurt zijn, dat hij ervoor moet zorgen dat ze zijn telefoon niet te pakken krijgen, dat hij alles moet wissen, en dat hij er is om te schilderen en meer niet, dat hij die ochtend er is afgezet en later zal worden opgehaald. Ook zegt [naam 14] dat als [medeverdachte 1] gearresteerd wordt, er al een advocaat is gebeld. [medeverdachte 1] stuurt onder meer terug ‘staan nu voor’, waarop [naam 14] stuurt: ‘Ok dus gezien alles ook’, en [medeverdachte 1] reageert met ‘ja denk.wel’. [naam 14] stuurt dan ‘Dus is fuck denk je’ en [medeverdachte 1] reageert met ‘Ja’ ‘Weet zeker’.
[medeverdachte 1] heeft tegen de politie verklaard dat hij er was om te schilderen en te metselen, maar de daarvoor benodigde spullen zijn niet aangetroffen bij de doorzoeking.
‘Boodschappenlijstje’
In de koffer van [medeverdachte 1] met zijn persoonlijke eigendommen is een handgeschreven briefje aangetroffen met daarop vermeld diverse goederen (scheitrechters, luchtbedden, slaapzakken, 40 gasflessen, thermometers, ethanol, vlamvaste tuinslang). Deze goederen zijn ook aangetroffen. [medeverdachte 1] ontkent dat dit briefje van hem is.
Op 1 november 2019 heeft [medeverdachte 1] tien gasflessen gekocht bij een tankstation in Elburg en heeft hij twaalf gasflessen gevuld in Denekamp. [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij dat op verzoek heeft gedaan, maar op wiens verzoek dat was, dat wil hij niet zeggen. Op het moment van de aankopen reed [medeverdachte 1] in een wit bestelbusje, waarvan het kenteken op naam van [bedrijf 2] staat. De kassabon van de aankoop van de gasflessen is aangetroffen in het pand aan de [adres 3] . Personeel van het tankstation in Elburg heeft verklaard dat de man (de rechtbank begrijpt [medeverdachte 1] ) twee weken daarvoor ook voor € 350,-- aan gasflessen heeft gekocht.
Contact met en aanwezigheid van [medeverdachte 1]
onderhield in de ten laste gelegde periode veel telefonisch contact met [verdachte] , [medeverdachte 3] , [naam 5] en [naam 14] . De telefoon van [medeverdachte 1] , die zelf woonachtig is in Soest, wordt in de periode van juli tot november 2019 op 37 verschillende dagen in Oldenzaal gelokaliseerd. Uit informatie van het [hotel] (gelegen in de omgeving Oldenzaal) blijkt dat [medeverdachte 1] daar van 1 juli 2019 tot en met 24 oktober 2019
21 nachten is verbleven.
Medeplegen bij de feiten 1 en 2
Voor de kwalificatie medeplegen is vereist dat sprake is van nauwe en bewuste samenwerking. Die kwalificatie is slechts gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde - intellectuele en/of materiële - bijdrage van de verdachte aan het delict van voldoende gewicht is. Een en ander brengt mee dat indien het ten laste gelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering, maar uit gedragingen die met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht (zoals het verstrekken van inlichtingen, op de uitkijk staan, helpen bij de vlucht), op de rechter de taak rust om in het geval dat hij toch tot een bewezenverklaring van het medeplegen komt, in de bewijsvoering dat medeplegen nauwkeurig te motiveren. Bij de vorming van het oordeel dat sprake is van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking, kan de rechter rekening houden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
In de panden waarvan [verdachte] (indirect, via zijn onderneming) eigenaar c.q. huurder was, bevond zich een professioneel ingericht en producerend drugslaboratorium, alsook een grote hoeveelheid grondstoffen en precursoren ten behoeve van de productie van amfetamine. Daarnaast is ook amfetamine aangetroffen.
Ten behoeve van het drugslab vormden de verdachten in ieder geval met elkaar, en wellicht ook met (een) ander(en), een samenwerkingsverband met ieder een eigen rol. [verdachte] heeft de panden beschikbaar gesteld en gezorgd dat hierin de voor het laboratorium noodzakelijke verbouwingen werden verricht door [medeverdachte 1] . [verdachte] en [medeverdachte 3] zorgden ervoor dat het drugslaboratorium werd afgeschermd van derden. Zowel [verdachte] als [medeverdachte 3] hadden de beschikking over de inloggegevens voor de diverse verkoopaccounts op verschillende Darknetmarkets en de sleutels van beide panden. Beiden zorgden voor contacten met de uitvoerende personen zoals [medeverdachte 1] en zorgden zelf ook voor de aankoop van materialen ten behoeve van de productie, zoals IBC’s. Beiden lieten de uitvoerende personen toe in de panden. [medeverdachte 3] was vaak aanwezig aan [adres 2] en [adres 3] en schermde het drugslaboratorium af voor de medewerkers van de faillissementsveiling. [medeverdachte 3] boekte overnachtingen in het hotel op zijn naam ten behoeve van [medeverdachte 1] . [verdachte] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] onderhielden daarbij veel telefonisch contact.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachten in samenwerking met elkaar essentiële werkzaamheden hebben verricht ten behoeve van de voorbereiding en het functioneren van het laboratorium om amfetamine te produceren. Uit de aard en de coördinatie van de handelingen van [verdachte] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat [verdachte] opzet had op het verweten gronddelict, alsmede op het medeplegen daarvan.
In de overweging betrekt de rechtbank tevens dat naast de werktafel in de voorraadruimte van het drugslaboratorium in het pand [adres 3] een blauwe bigshopper waarvan de handvatten DNA-materiaal van [verdachte] bevat, aangetroffen, waarbij het afgeleide hoofdprofiel matcht met die van [verdachte]
De rechtbank geeft zich rekenschap van het feit dat het DNA-sporen op een verplaatsbaar object betreft. Maar gelet op de wijze waarop [verdachte] deel uitmaakt van de organisatie van dit amfetaminelaboratorium is de rechtbank van oordeel dat zijn sporen op deze voorwerpen zonder meer steun geven aan het bewijs dat [verdachte] zich als medepleger heeft bezig gehouden met (voorbereidingshandelingen voor) de productie van amfetamine.
Voor het opzettelijk ‘aanwezig hebben’ van verdovende middelen als bedoeld in artikel 2, onder C, Opiumwet, is niet beslissend aan wie die middelen toebehoren. Enige beschikkings- of beheersbevoegdheid ten aanzien van de verdovende middelen is niet vereist. Voldoende is dat de verboden middelen zich in de machtssfeer van de verdachte bevinden, waartoe in elk geval noodzakelijk is dat de verdachte wetenschap heeft van de aanwezigheid van de verdovende middelen, althans van de aanmerkelijke kans daarop.
Aan dat vereiste is naar het oordeel van de rechtbank op grond van de hiervoor vastgestelde feiten ruimschoots voldaan. Uit al hetgeen hiervoor is vastgesteld en overwogen leidt de rechtbank dan ook af dat [medeverdachte 3] en [verdachte] tezamen en in vereniging opzettelijk de amfetamine aanwezig hebben gehad en hebben geproduceerd. Er was kortom naar het oordeel van de rechtbank sprake van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking.
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat in onderling verband en samenhang bezien wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het produceren van amfetamine en de voorbereidingshandelingen daartoe.
Weliswaar zijn er daarbij ook aanwijzingen voor de ten laste gelegde handel in synthetische drugs – de rechtbank verwijst naar de op de MacBook van [medeverdachte 3] aangetroffen adressenlijst waarin namen, (inter)nationale adressen en drugs worden genoemd en waarop diverse inloggegevens voor accounts op het Darkweb staan–, maar de rechtbank is van oordeel dat op grond van de bewijsmiddelen in het dossier niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat in de ten laste gelegde periode daadwerkelijk het verkopen, het afleveren, het verstrekken en vervoeren van amfetamine heeft plaatsgevonden, zodat de rechtbank verdachte daarvan zal vrijspreken.
4.3.2
Feit 3
In het kantoor van het pand aan [adres 2] is in een grote vrijstaande kluis een blauwe plastic tas met daarin een vuurwapen, type pistool, van het merk FN aangetroffen. De sleutel van de kluis lag ernaast.
In de kantine op eerste verdieping van hetzelfde pand lag op een plaat in het verlaagde plafond een groene plastic zak met daarin een vuurwapendoosje. In het doosje zat munitie van Winchester (30 patronen, kaliber 9 mm), een houder en een schoonmaakborstel. De aangetroffen munitie is geschikt voor voornoemd pistool.
Verdachte heeft verklaard dat het vuurwapen niet van hem is en dat hij geheel geen weet had van de aanwezigheid van het vuurwapen in het pand, en zich niet bewust was dat er nog munitie in het pand lag. Hij had weleens munitie in het pand gezien. Daarnaast heeft hij verklaard dat ook anderen toegang hadden tot de kluis en in dat licht verwezen naar de vindplaats van de sleutel van de kluis. Op het wapen zijn geen DNA-materiaal of vingerafdrukken van [verdachte] aangetroffen.
Overwegingen van de rechtbank
De rechtbank komt op grond van de inhoud van het dossier tot het oordeel dat er onvoldoende bewijs is om te kunnen komen tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde onder feit 3, reeds nu niet kan worden vastgesteld dat de verdachte de vereiste wetenschap had van de aanwezigheid van de in de tenlastelegging genoemde goederen. Uit deze constatering vloeit noodzakelijkerwijs voort dat evenmin kan worden vastgesteld dat verdachte opzet heeft gehad op de aanwezigheid van de hennep en munitie en de feitelijke macht over deze munitie kon uitoefenen, zoals voor een bewezenverklaring is vereist. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van dit feit.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in
op of omstreeksde periode van 1 juli 2019 tot en met 2 november 2019,
te Oldenzaal en/althans (elders)in Nederland, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken
, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoerenen/of het vervaardigen van
(een) hoeveelheid/hoeveelhedenamfetamine,
in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine,zijnde amfetamine, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst 1
, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid ,voor te bereiden en/of te bevorderen,
-een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
-
zich ofeen ander gelegenheid en
,middelen
en/of inlichtingentot het plegen van
dat/die feit
(en
)heeft getracht te verschaffen en
-voorwerpen
, vervoermiddelen,stoffen
en/of gelden of andere betaalmiddelenvoorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes mededader
(s
)wist
(en
) of ernstige redenen had(den) te vermoeden,dat
dat/die bestemd
was/waren tot het plegen van
dat/die feit
(en
),
immers
heeft/hebben verdachte en/of
een of meer vanzijn mededader
(s
):
-
(een deel van) een of meerbedrijfspanden aan [adres 2] en
/of[adres 3] in Oldenzaal (als opslagruimte voor chemicaliën en/of grondstoffen en/of als productieruimte)
gehuurd en/of laten huren en/ofter beschikking gesteld
en/of ter beschikking laten stellenen/of
-toezicht gehouden en/of laten houden op
dat/die pand
(en
)en
/ofop de personen die
dat/die
perceel/percelen betrad
(en
)en
-
een of meer(nep)huurovereenkomsten opgesteld en/of laten opstellen en/of
overlegd en/ofvoorhanden gehad, waaruit
bleek, althanszou moeten blijken dat verdachte
(n) (een deel van)het pand aan de [adres 3] in Oldenzaal had
(den)onderverhuurd en-aanpassingen en
/ofverbouwingen in
/aandat
/diepand
(en)aangebracht en/of laten aanbrengen ten behoeve van de opslag van chemicaliën en
/ofgrondstoffen
en/often behoeve van de productie van BMK en
/ofamfetamine en-de toegang tot die productielocatie (voor derden) aan het zicht onttrokken
en/of laten onttrekken
en/of belemmerd en/of laten belemmeren,door het (laten) plaatsen van een of meer containers en
/ofeen mobiele snack/SRV-wagen en
-een
of meervervoermiddel
enter beschikking gesteld en/of ter beschikking laten stellen en/of gebruikt en/of voorhanden gehad en
/of
-
(telefonisch
)contact gelegd en/of onderhouden en/of ontmoetingen gehad en/of afspraken gemaakt met een of meer mededader
(s
)en/of met
(een
)leverancier
(s)van
grondstoffen/ofbenodigdheden ten behoeve van de opslag van chemicaliën
en/of grondstoffen en/of ten behoeve van de productie van BMK en/of amfetamineen
/of
-
(een of meer onderdelen van)een productieopstelling
aangeschaft en/ofvoorhanden heeft gehad, waaronder een of meer RVS-reactieketels en
/ofroermechanismen en
/of
koelbuizen en
/ofgasbranders en
/ofstoomdestillatieopstellingen en
/of
-een grote hoeveelheid
/hoeveelheden (laboratorium
)benodigdheden aangeschaft en/of laten aanschaffen en/of vervoerd en/of laten vervoeren en/of opgeslagen en
/ofvoorhanden gehad, waaronder een of meer dopvaten en
/ofklemdekselvaten en
/ofgasflessen en
/ofIBC’s en
/ofkoofstoffilters en
/ofemmers en
/ofjerrycans en
/ofscheitrechters en
/oftrechters en
/ofmaatbekers en
/ofweegschalen en
/ofvloeistofpompen en
/ofluchtafzuiginstallaties en
/ofthermometers en
/oftuinslangen en
-een grote hoeveelheid/
hoeveelhedenchemicaliën en
/ofgrondstoffen
aangeschaft en/of laten aanschaffen en/of vervoerd en/of laten vervoeren en/of opgeslagen en/ofvoorhanden gehad, waaronder Benzylmethylketon (BMK) en
/offormamide en
/ofmierenzuur en
/offosforzuur en
/ofzoutzuur en
/ofbio-ethanol en
/ofMAPA en
/of
-handschoenen en
/ofgasmaskers
vervoerd en/ofvoorhanden gehad en
/of
-
(aldus
)een laboratorium- en
/ofproductieopstelling voor het vervaardigen van precursoren en
/ofamfetamine
en/althans synthetische drugsvoorhanden gehad;
2.
hij in
of omstreeks de periode van 5 september 2019 tot en met 2 november 2019, te Oldenzaal
en/althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met
een of meeranderen
en/althans alleen, (telkens)opzettelijk heeft bereid en
/ofbewerkt en
/ofverwerkt
en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerden
/ofvervaardigd en
/ofin elk geval
(telkens)opzettelijk aanwezig heeft gehad -in
(een deel van) een of meerbedrijfspanden aan [adres 2] en/of [adres 3] in Oldenzaal-,
een hoeveelheid ofhoeveelheden van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde
(telkens)amfetamine
,een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 1 en 2 primair meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
Taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging, zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 het misdrijf:
medeplegen van een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voorbereiden of bevorderen door voorwerpen en stoffen voorhanden te hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
feit 2 primair het misdrijf:
medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder B en C, van de Opiumwet gegeven verbod..

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van [verdachte] uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat [verdachte] strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd [verdachte] te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit om bij een strafoplegging rekening te houden met het feit dat [verdachte] niet eerder ter zake van drugsdelicten met politie en justitie in aanraking is geweest, de reclassering de kans op herhaling als laag inschat en het voorarrest er toe heeft geleid dat verdachte het faillissement van [bedrijf 1] heeft moeten aanvragen. Verder noemt de verdediging dat het verblijf in detentie onder de geldende corona-maatregelen extra zwaar is.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zich samen met zijn mededaders schuldig gemaakt aan het plegen van voorbereidingshandelingen ten behoeve van de productie van amfetamine. Ook heeft verdachte samen met zijn mededader opzettelijk amfetamine(-pasta) geproduceerd.
Verdachte heeft een essentiële rol vervuld in het opbouwen van een groot en professioneel drugslaboratorium. Hij heeft panden beschikbaar gesteld, opdrachten tot verbouwingen en aanpassingen aan een mededader gegeven en hierdoor gelegenheid gecreëerd voor de opbouw van het laboratorium en voor het productieproces van synthetische drugs.
Reeds met de bij ontdekking van het drugslaboratorium aangetroffen grote hoeveelheden productiemiddelen en chemicaliën had volgens de politie in het laboratorium 840 kilogram amfetaminepasta geproduceerd kunnen worden. Het drugslaboratorium was dus geschikt en bedoeld voor een productie op grote schaal.
Amfetamine bevat voor de gezondheid van personen schadelijke stoffen en is daarmee een gevaar voor de volksgezondheid. Het betreft hier verslavende en bewustzijnsbeïnvloedende middelen ten aanzien waarvan de wetgever (onder meer) om die reden de productie en het bezit heeft verboden. Met betrekking tot de amfetamine komen er bij de productie daarvan grote hoeveelheden chemische afvalstoffen vrij, die in de regel niet via de reguliere weg op verantwoorde wijze verwerkt, maar ergens worden gedumpt. Hierdoor ontstaat ofwel een zeer grote kans op milieuschade, ofwel - bij tijdige ontdekking - zeer hoge kosten voor de samenleving omdat deze afvalstoffen zorgvuldig moeten worden verwijderd en er alsnog voor een verantwoorde verwerking van deze afvalstoffen moet worden zorggedragen. Bovendien is de vervaardiging van amfetamine bezwarend voor de directe leefomgeving van de locatie van het laboratorium, onder andere vanwege de gevaarlijke stoffen en het mogelijke explosiegevaar. De vervaardiging van synthetische drugs dient dan ook krachtig te worden bestreden.
De rechtbank rekent het verdachte in het bijzonder aan dat hij zich met de productie van amfetamine heeft ingelaten, zonder acht te slaan op de mogelijke negatieve gevolgen voor anderen, kennelijk louter ten behoeve van eigen financieel gewin. Ook rekent de rechtbank het verdachte aan dat hij geen enkele verantwoordelijkheid neemt voor zijn daden, maar het juist heeft geprobeerd zijn betrokkenheid te verhullen door te proberen de verantwoordelijkheid voor het amfetaminelaboratorium door middel van valse overeenkomsten in de schoenen van een ander te schuiven.
Voor deelname aan een dergelijk professioneel amfetaminelaboratorium in georganiseerd verband worden in de regel langdurige gevangenisstraffen opgelegd. De straffen moeten immers voldoende afschrikkende werking hebben ten opzichte van het lucratieve karakter van de productie van synthetische drugs.
De rechtbank weegt strafverlagend mee dat in de eis van de officier van justitie mede het wapen- en munitiebezit is betrokken, waarvan de rechtbank verdachte vrijspreekt.
Gelet op de bewezen verklaarde feiten, de aantoonbare essentiële rol die verdachte heeft gehad bij dit amfetaminelaboratorium en straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd, komt de rechtbank, alles in samenhang bezien, tot de slotsom dat een gevangenisstraf voor de duur van veertig maanden, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden is.
Naar het oordeel van de rechtbank bestaat er geen aanleiding tot het opleggen van een voorwaardelijke strafdeel.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen en op de artikelen 47 en 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 3 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 en 2 primair meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1:medeplegen van een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voorbereiden of bevorderen door voorwerpen en stoffen voorhanden te hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
feit 2 primair:medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder B en C, van de Opiumwet gegeven verbod;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 en 2 primair bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
40 (veertig) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Venekatte, voorzitter, mr. P.M.F. Schreurs en
mr. A.M. van Diggele, rechters, in tegenwoordigheid van mr. W.J. van der Leest, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 30 oktober 2020.
Mr. Van Diggele is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie Oost-Nederland, Eenheid Oost-Nederland, Districtsrecherche Twente, met nummer Singapore/ON2R019108. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] van 10 februari 2020, paginanummer 1 tot en met 9 met bijlage een fotomap van 27 pagina’s (pag. 928 – 968).
2.
Het deskundigenverslag van het Nederlands Forensisch Instituut, opgemaakt door
dr. J.D.J. van den Berg van 21 januari 2020, nr. 2019.11.12.087 (aanvraag 001), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina’s 972- 975:
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
Conclusie
Opiumwet
In het onderzoeksmateriaal is amfetamine aangetoond. Amfetamine is vermeld op
lijst I, behorende bij de Opiumwet.
Wet voorkoming misbruik chemicaliën
In het onderzoeksmateriaal is BMK aangetoond. Benzylmethylketon (BMK; l-fenyl-2-propanon) is vermeld op bijlage I van de Verordening (EG) nummer 273/2004 inzake drugsprecursoren en de bijlage behorende bij Verordening (EG) nummer 111/2005 betreffende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Gemeenschap en derde landen in drugsprecursoren. Naar beide Verordeningen wordt verwezen in de Wet voorkoming misbruik chemicaliën.
Aanvullende informatie
In relatie tot synthetische drugs zijn formamide en mierenzuur hulpstoffen voor de vervaardiging van amfetamine uit BMK met de Leuckartmethode. N-formylamfetamine is het tussenproduct in de vervaardiging van amfetamine uit BMK met de Leuckartmethode.
In relatie tot de vervaardiging van synthetische drugs wordt MAPA (methyl 3-oxo-2-fenylbutanoaat) gebruikt voor de vervaardiging van BMK, een grondstof voor amfetamine of metamfetamine.
Fosforzuur is een algemeen chemicalie dat in diverse industrieën toegepast wordt, waaronder bij de productie van kunstmest, wasmiddelen en als additief in levensmiddelen. In relatie tot synthetische drugs wordt fosforzuur gebruikt bij de vervaardiging en/of bewerking van diverse drugs en -drugsprecursoren.
3.
Een geschrift zijnde een uittreksel van de Kamer van Koophandel (pag. 717) betreffende de inschrijving van een onderneming, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
[bedrijf 2] BV.
Activiteiten gestaakt per 19 december 2018.
Met ingang van 19 december 2018 is [bedrijf 2] BV in staat van faillissement verklaard.
Enig aandeelhouder: [bedrijf 1] BV, [adres 2] .
Curator: mr. [getuige 2] .
4.
Een geschrift zijnde een uittreksel van de Kamer van Koophandel (pag. 719) betreffende de inschrijving van een onderneming, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Besloten vennootschap [bedrijf 3] BV
Enig aandeelhouder: [getuige 1]
Bestuurders: [getuige 1] en [naam 15] .
5.
Een geschrift zijnde een NVM huuroverkomst kantoorruimte tussen [bedrijf 3] BV als verhuurder en [bedrijf 1] BV als huurder (pag. 721 - 728)
[adres 3] .
Een geschrift zijnde een uittreksel van de Kamer van Koophandel (pag. 732) betreffende de inschrijving van een onderneming, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Besloten Vennootschap [bedrijf 1] BV
Enig aandeelhouder: [verdachte]
Bestuurder: [verdachte] .
7.
Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 3] en [verbalisant 4] , onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven (pag. 704):
Een van de toezichthouders zag toen nog dat de man probeerde deze deur te sluiten, maar dat lukte hem toen niet meer. De man gaf desgevraagd op te zijn; [medeverdachte 1] , geboren te [geboorteplaats 2] , [geboortedatum 2] 1986, wonende te [adres 4] . [medeverdachte 1] had ondertussen met eigenaar [verdachte] gebeld en deze zou ook ter plaatse komen.
8.
Het proces-verbaal van bevindingen van J. Ligtenberg (pag. 700), onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik hoor dan een telefoon gaan en zie dat de jongeman opneemt. Ik hoor hem het volgende zeggen: “Nee, ze lopen op de plas en in de hal”, dan is het even stil. Ik hoor de jongeman dan zeggen: “Ja dat zeg ik toch ze lopen in de hal en overal buiten”. Hierna wordt het gesprek beëindigd.
De gegevens van de jongeman zijn door mij geraadpleegd via de politie, het blijkt dat de jongeman inderdaad [medeverdachte 1] heet en woonachtig is op het adres [adres 4] .
9.
Het proces-verbaal “Zaaksdossier zaak 1, vervaardiging synthetische drugs” van verbalisant [verbalisant 5] , onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 557):
Groene koffer
In de bedrijfshal werd bij de verdachte [medeverdachte 1] een groene koffer aangetroffen.
De groene koffer was voorzien van verschillende goederen.
In de koffer werden de volgende goederen aangetroffen:
Een handgeschreven notitie
Op het lijstje stonden onder andere de volgende goederen vermeld:
Teflontape
Betonmixer
Bio ethanol
Thermometers
Blauwe handschoentjes
Tyrips
40 gasflessen
Vlamvaste tuinslang
Scheidtrechters
Luchtbedden
Slaapzakken
Een factuur van [hotel] ten name van [medeverdachte 3] uit [plaats 1] . In verband met reservering van 105 voor [medeverdachte 3] van 10/07/2019 t/m 11/07/2019.
Een factuur van [hotel] ten name van [medeverdachte 1] uit [plaats 2] .
In verband met reservering van 104 van 15/07/2019 tot en met 19/07/2019.
Een kassabon van [hotel] waaruit blijkt dat op 9 juli 2019 te 19.57 uur een aantal consumpties en een maaltijd zijn genuttigd.
Een kassabon van [hotel] ten name van de klant [medeverdachte 3] in verband met een reservering van 105 van 10 juli 2019 tot 11 juli 2019 voor [medeverdachte 3] . De kassabon is geprint op 10 juli 2019 te 18.18 uur.
Zwarte weekendtas
Op een bureau in het kantoor stond een zwarte weekendtas.
USB stick merk Silicon Power
In de zwarte weekend tas zat een zilverkleurige USB stick van het merk Silicon Power.
In de uitgelezen gegevens waren bestanden opgenomen met daarin inloggegevens voor accounts op de darknet Markets “ [naam 16] ”, “ [naam 17] ”, “ [naam 18] ”, “ [naam 19] " en “ [naam 20] ”. Dit had betrekking op de accountnamen [naam 1] / [naam 1] en [naam 2] .
Er werd een afbeelding in een verwijderd bestand aangetroffen. Dit betrof een afbeelding met de naam [naam 1] en pillen/tabletten in verschillende vormen en kleuren.
Apple MacBook
Op een bureau lag een zilverkleurige Apple Macbook.
10.
Het proces-verbaal van [verbalisant 5] (pag. 971) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 28 juni 2019 heeft de gemeente Oldenzaal, in het bijzijn van [verdachte] , een controle uitgevoerd in het pand aan de [adres 3] te Oldenzaal. Het bleek dat een deel van de tegels uit de vloer waren gehaald en dat die tegels op een pallet lagen. Uit onderzoek aan de telefoon van [medeverdachte 1] bleek dat hij en [getuige 8] een verdiepte vloer hebben aangesmeerd in het pand aan de [adres 3] te Oldenzaal. Dit betreft de vloer waar op 28 juni 2019 de tegels waren verwijderd.
Op deze verdiepte vloer zijn op 2 november 2019 drie RVS ketels aangetroffen die gebruikt
werden om amfetamine te vervaardigen.
[verdachte] heeft tijdens een verhoor door de politie verklaard dat die vloer door hem en [medeverdachte 1] verdiept is en dat voornamelijk [medeverdachte 1] daar in zijn opdracht mee bezig is geweest.
Uit onderzoek aan de telefoon van [medeverdachte 1] bleek dat [verdachte] op 4 september 2019 aan [medeverdachte 1] gevraagd heeft alles leeg te ruimen, ook de pallet met tegels.
Op 4 september 2019 te 11.56 uur en 12.06 uur zijn met de telefoon van [medeverdachte 1] een aantal foto’s gemaakt waarop te zien is dat een ruimte in het pand aan de [adres 3] geheel leeg was.
Uit historische verkeersgegevens is gebleken dat [verdachte] veel contact heeft gehad met andere verdachten. Onder meer met [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [naam 5] .
Op 12 oktober 2019 tussen omstreeks 12.00 uur en 13.00 uur maakten de telefoonnummers van [medeverdachte 1] , [verdachte] , [medeverdachte 3] en [naam 5] gebruik van cellen die dekking geven aan het gebied waar ook [adres 2] en [adres 3] te Oldenzaal zich bevindt.

11.

Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] (pag. 1045), onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik ben ongeveer 2 jaar geleden nog in het achterste gedeelte, het magazijn, geweest. Toen zag het eruit zoals het er altijd uit had gezien vanaf 1995.
Magazijn
Hier is een scheidingsmuur in gemetseld met een opening. Daarachter zit een verdiepte vloer die er nooit zat. In het verleden was het één ruimte die geheel gelijkvloers was. Het houten ‘hokje’ voor de buitendeur in deze ruimte is voor mij ook nieuw. Het hele plafond ligt eruit.
Kantine
In de ‘kantine' is het keukenblok verwijderd. Het systeemplafond is verwijderd. Verder zijn er leidingen aangebracht in de muur tussen de kantine en de sportzaal. Deze zaten er nooit in.
Het houten hokje in deze ruimte voor de buitendeur is ook nieuw. Het afvoerputje in de grond is nieuw.
12.
Het proces-verbaal onderzoek USB-stick van [naam 21] (pag. 792-793), onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Het goed betrof een USB stick van het merk Silicon Power.
Met de mij ter beschikking staande apparatuur en programmatuur heb ik een onderzoek ingesteld in de overgenomen gegevens van de voornoemde USB Stick.
Ik zag hierbij de volgende afbeelding in het verwijderde bestand “ [naam 22] ”.
[Afbeelding]
Ik zag dat in de uitgelezen gegevens de USB stick bestanden waren opgenomen met daarin inloggegevens voor accounts op de darknet markets “ [naam 16] ", “ [naam 17] ", “ [naam 18] ", “ [naam 19] ” en “ [naam 20] ”.
Accountnamen [naam 1] en [naam 2] .
Op 5 november 2019 ontving ik een e-mail bericht van [naam 23] van het Team Dark Web van de Landelijke Eenheid.
Op het “Dread” forum op het TOR netwerk was de volgende post geplaatst.
“denke [naam 1] sind busted! [naam 1] von [naam 18] und [naam 16] und [naam 2] von [naam 17] ist die selbe gruppe.bei [naam 18] und [naam 17] seit dem 1.11 nicht online, bei [naam 16] waren sie ge stern abend online,habe ne nachricht gesendet warum sie in den anderen markten nicht online waren, heute morgen geschaut keine antwort bekommen,der account auf [naam 16] war über ne stunde online,bin mir zu 100% sicher dass die cops kontrolle über den account haben oder sogar über den ganzen [naam 16] markt, ergibt sonst keinen sinn,der vendor hat sonst immer innerhalb mintuten geantwortet wenn online war! hat in [naam 18] auch die letzten wochen vermehrt feedbacks bekommen wo nichts ankam, wenn man die letzten busts sieht war immer der selbe weg.erst haben die cops sendungen abgefangen und kurze zeit spater gebustefseit vorsichtig da zu bestellen,denke die anderen markte( [naam 18] und [naam 17] ) sollten auch reagieren bevor die cops auch kontrolle über die accounts haben"
13.
Het proces-verbaal onderzoek Apple MacBook Pro van [naam 21] (pag. 797) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Het goed betrof een computer, merk Apple, type MacBook Pro (A1278).
[verbalisant 5] verzocht mij te zoeken naar gegevens die verband zouden kunnen houden met het aantreffen van het amfetaminelaboratorium aan [adres 2] en [adres 3] te Oldenzaal op zaterdag 2 november 2019.
Ik trof een pdf document aan met de naam “ [naam 24] ' in de bestandsmap “ [naam 25] ".
Ik zag dat dit pdf document op 15 oktober 2019 te 12:25:36u was gemaakt.
14.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] (pag. 386) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
V: Er is ook een Apple Macbook inbeslaggenomen. Van wie is die laptop?
A: Die is van mij.
15.
Het proces-verbaal ‘forensisch onderzoek plaats delict [adres 2] en [adres 3] Oldenzaal’ van verbalisanten [verbalisant 6] en [verbalisant 7] (pag. 976), onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 2 november 2019 kwamen wij voor een forensisch onderzoek aan op de locatie [adres 2] .
Wij zagen dat de bedrijfspanden gelegen op percelen [adres 2] en [adres 3] vrij te betreden zijn vanaf de openbare weg. Wij zagen dat de overheaddeur van het pand gelegen op perceel nummer [adres 2] open stond. Wij zagen een open bedrijfshal met diverse goederen verspreid door het pand. Wij zagen enkele blauwe vaten.
Wij zagen dat een overheaddeur halverwege de bedrijfshal, aan de linkerkant van de hal, open stond. Wij zagen dat via deze overheaddeur een binnenplaats te betreden was die weer toegang verschaft tot de achterzijde van het pand op perceel nummer [adres 3] . Wij zagen aan de achterzijde van het pand op perceel nummer [adres 3] een SRV wagen staan. Wij zagen aan de achterzijde van het pand gelegen op nummer [adres 3] een overheaddeur die open stond. Wij zagen een ruimte met de uitstraling gelijkend aan een drugslaboratorium.
Wij zagen op perceel nummer [adres 3] een ruimte gelijkend aan een drugslaboratorium.
Wij zagen op en onder de werktafel een weegschaal, maatbekers, doekjes, meerdere paren handschoenen en halfgelaatmaskers.
Wij hebben de gelaatsmasker veiliggesteld, gewaarmerkt en voorzien van SIN AAJE9455NL, AAJE9456NL, AAJE9457NL, AAJE9458NL, AAJE9459NL en AAJE9460NL.
Op de werktafel zagen wij enkele handschoenen. Wij hebben deze handschoenen veiliggesteld, gewaarmerkt en voorzien van SIN AAKL5055NL, AAKL5051NL en AAJE9454NL.
Wij zagen naast de werktafel twee big shoppers staan met daarin diverse goederen gerelateerd aan het drugslaboratorium.
Ik, [verbalisant 6] , heb de handvatten van de big shoppers geknipt en afzonderlijk veiliggesteld teneinde een biologisch vervolgonderzoek. De handvatten zijn, per paar van één big shopper, veiliggesteld, gewaarmerkt en voorzien van SIN AAJE9464NL en AAJE9463NL.
Wij zagen, net voorbij de werktafel, een blauw vat staan. Wij zagen naast dit blauwe vat een tafel en koelkast met daar op een asbak. Wij zagen dat de asbak leeg was maar wij zagen daaronder op de grond één peuk liggen.
Wij hebben deze peuk veiliggesteld, gewaarmerkt en voorzien van SIN AAJE9453NL.
16.
Het deskundigenverslag van het Nederlands Forensisch Instituut, opgemaakt door
ing. J.L.W. Dieltjes van 15 mei 2020, nr. 2019.11.12.087 (aanvraag 007), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
DNA-onderzoek
Onderstaand onderzoeksmateriaal is onderworpen aan een DNA-onderzoek:
AAMQ4944NL#0l bemonstering (handvatten, middelste deel circa 15 cm AAJE9463NL)
AAMQ4945NL#01 bemonstering (handvatten, middelste deel circa 15 cm AAJE9464NL)
Tabel 2 Resultaten, interpretatie en conclusie van het vergelijkend DNA-onderzoek
SIN (omschrijving)
AAMQ4944NL#01
(handvatten AAJE9463NL)
DNA kan afkomstig zijn van:
verdachte [medeverdachte 1]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
17.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] van 7 november 2019 (p. 1048) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Vanuit de faillissementsafwikkeling van [bedrijf 2] BV heb ik als curator perceel nummer [adres 2] en [adres 3] bekeken. [bedrijf 2] BV zit gevestigd aan [adres 2] en aan de [adres 3] zit gevestigd [bedrijf 1] , de moeder vennootschap van [bedrijf 2] BV. In dat perceel werd de administratie gevoerd van [bedrijf 2] BV.
De activiteiten van [bedrijf 2] werden uitgevoerd op nummer [adres 2] en het buitenterrein daarvan. De uitleg van [verdachte] was dat op nummer [adres 3] alleen de boekhouding werd gevoerd. Dat is alleen een administratief adres.
Het is mij bekend dat [verdachte] nummer [adres 3] gewoon bleef gebruiken als kantoorruimte.
Na het faillissement zijn alle sloten van zowel nummer 4 als [adres 3] door ons vervangen. De nieuwe sleutels zijn alleen uitgereikt aan [verdachte] jr. en sr.
18.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] van 5 februari 2020 (p. 385) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik kon het pand betreden door middel van een loopsleutel.
19.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] (p. 1070) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
V: Hoe vaak bent u in Oldenzaal bij [bedrijf 2] geweest?
A: 6 keer
-woensdag 29 mei 2019
-donderdag 13 juni 2019
-maandag 7 oktober 2019
-woensdag 9 oktober 2019
-donderdag 10 oktober 2019
-maandag 18 november 2019.
V: Welke werkzaamheden heeft u verricht op woensdag 29 mei 2019 in Oldenzaal aan de
[adres 2] ?
A: In de grote hal van [adres 2] heb ik die dag spullen geïnventariseerd. En ik heb
rondgekeken in het gebouw [adres 3] .
V: Wie waren er die dag aanwezig?
A: Vanuit [bedrijf 2] was [medeverdachte 3] daar aanwezig. [medeverdachte 3] is overal bij geweest. Hij heeft meegelopen door het pand nummer [adres 3] en hij was ook bij de inventarisatie op
nummer [adres 2] . In nummer [adres 2] liet hij ons aardig bezig zijn. En bij nummer [adres 3] liep hij steeds mee.
V: Welke werkzaamheden heeft u verricht op maandag 7 oktober 2019 in Oldenzaal aan de
[adres 2] ?
A: Ik ben toen alleen aan [adres 2] geweest. Ik ben bezig geweest met de veiling
voorbereiden.
A: [medeverdachte 3] was voornamelijk boven op nummer [adres 2] bij de kantine. Hij zat daar achter zijn laptop.
V: Waar heeft u uw werkzaamheden verricht aan [adres 2] die dag?
A: In de hal op nummer [adres 2] en buiten op de plas achter perceel [adres 2] en [adres 3] . [medeverdachte 3] kwam af en toen bij ons kijken. Toen wij buiten op de plas waren achter perceel [adres 3] hoorde ik dat [medeverdachte 3] tegen ons zei dat hij niet wilde dat er mensen op de veiling dag kwamen op het gedeelte gelijk achter pand [adres 3] . Hij wees mij een stuk aan alwaar een SRV wagen stond, en dat stuk van het terrein wilde [medeverdachte 3] afgeschermd hebben.
De SRV wagen stond op 29 mei nog niet op de plek waar deze later stond.
In oktober stond deze wagen strak tegen de achtergevel van [adres 3] .
V: Welke werkzaamheden heeft u verricht op woensdag 9 oktober 2019 in Oldenzaal aan de
[adres 2] ?
A: Hetzelfde als maandag 7 oktober.
V: Wie waren er die dag aanwezig aan de [adres 2] ?
A: [naam 26] , [medeverdachte 3] en de dikkere jongen. [verdachte] kwam af en toe langs.
A: We zijn na mei alleen nog maar op [adres 2] geweest. Op nummer [adres 3] hadden we niets meer te zoeken had [medeverdachte 3] aangegeven.
V: Welke werkzaamheden heeft u verricht op donderdag 10 oktober 2019 in Oldenzaal aan de
[adres 2] ?
A: Weer verkavelen. Ook weer alleen op nr. [adres 2] en op het achter terrein van nummer [adres 2] en [adres 3] .
V: Wie waren er die dag aanwezig aan [adres 2] ?
A: Vanuit [bedrijf 2] [medeverdachte 3]
[medeverdachte 1] was er die dag ook. Als de jongens bij ons waren, hielpen ze ons mee. Het was mij
onbekend wat zij deden als ze weggingen. In principe was er altijd wel iemand op [adres 2] aanwezig dus ze gingen niet allemaal tegelijk weg. Er werd ons wel steeds gevraagd hoe laat wij weggingen. [medeverdachte 3] vroeg dat voornamelijk.
Aan [adres 2] zat een hokje onder de trap. Die was op 9 of 10 oktober 2019 ineens
afgesloten en daar konden we dus niet meer in. Ik heb het bij [naam 26] en [medeverdachte 3] aangegeven.
Zij gaven aan dat ze het slot zouden openen, maar dat deden zij uiteindelijk niet. Elke keer als wij weggingen moesten wij de grote overheaddeuren van pand nummer [adres 2] vrij houden. Er werd mij verteld door [medeverdachte 3] dat deze weg vrij moest blijven zodat er een busje of een auto langs kon.
V: Jullie hebben geen sleutels verstrekt gekregen?
A: Nee, mensen van [bedrijf 2] openden de deur.
20.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 4] (pag. 1076) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik ben projectleider bij [bedrijf 5]
A: De allereerste afspraak was op woensdag 29 mei 2019. Ik ben toen ook ter plaatse geweest aan de [adres 2] en [adres 3] te Oldenzaal.
V: Wie kent u bij het bedrijf [bedrijf 2] ?
A: [verdachte] , [medeverdachte 3] (…) [medeverdachte 1] de metselaar.
Op 7 oktober 2019 zijn wij opnieuw bezig geweest om te inventariseren wat er geveild kon en mocht worden. Toen dit bekend was hebben we de goederen geplaatst in de hal aan de [adres 2] . Hiermee bedoel ik dat we het beter hebben neergezet. Het stond allemaal al in het pand.
Wij zijn vanaf die dag niet meer in het pand aan [adres 3] geweest. Wat mij opviel was dat een SRV wagen tegen de zijkant was geplaatst waardoor wij geen toegang meer hadden tot het pand. Ook werden er materiaal bakken geplaatst om het gedeelte
achter het pand en het pand zelf af te zonderen.
Er kwam op de dagen dat wij er waren veel volk over de vloer. Er werd vaak gefluisterd en lacherig gedaan als wij er waren.
Op de dagen dat wij er waren moesten we duidelijk aangegeven wanneer we kwamen en wanneer we weer dachten te vertrekken. Dit werd altijd gevraagd door [medeverdachte 3] . In het pand aan de [adres 2] moesten wij het pad tussen de grote roldeur en de eerste roldeur aan de linkerzijde vrij houden.
Dit gaf namelijk een vrije doorgang naar het pand aan [adres 3] .
21.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 7] (pag. 1079) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
V: Wie is [verdachte] ?
A: Die ken ik van [bedrijf 6] .
V: Hij gaf aan de IBC’s bij jou te hebben gekocht.
A: Die heb ik zeker weten niet aan hem verkocht, niet in persoon. Dat had ik wel geweten want ik zou hem hebben herkend.
Dan moet het buiten hem om zijn gegaan.
V: [verdachte] verklaarde dat hij telefonisch contact met jou heeft gehad over de verkoop van deze vaten.
A: Ik heb geen contact gehad met hem.
V: Wie heeft er dan op 1 november IBC’s bij je gekocht?
O: Getuige laat een Whatsappgesprek zien op de telefoon.
A: Met die persoon heb ik een afspraak gemaakt, maar hij heeft ze niet zelf opgehaald. Hij belde mij n.a.v. de advertentie. Daarna stuurde hij dit appje en had het adres nog nodig.
V: Wie heeft de IBC’s opgehaald?
A: Er kwamen twee mannen.
V: Hoe zijn deze IBC vaten die dag vervoerd?
V: Hoeveel IBC vaten heb je aan hen verkocht?
A: 10 stuks. Ik heb er ook 10 meegegeven.
A: Nee. Ik heb niet eerder wat aan deze mannen of aan [verdachte] verkocht.
V: Waar gebruikten de jongens de IBC’s voor?
A: Ze hadden het nodig voor op een camping, wateropslag. Ik vraag er meestal even naar wat mensen er mee doen.
22.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 8] (pag. 1086-1087) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik moest in opdracht van [verdachte] een aantal IBC's ophalen bij een boertje verderop in Oldenzaal. Ik
weet niet hoe die boer heet maar als u aangeeft dat dit [getuige 7] moet zijn dan zal dat zo
zijn. Ik weet niet meer precies hoeveel ik er moest ophalen. Ik dacht een stuk of zeven maar tien kan
ook.
V: Met wie heb jij deze IBC’s opgehaald?
A: Ik heb de IBC’s opgehaald samen met [naam 9] .

23.

Een geschrift zijnde een huurovereenkomst tussen [bedrijf 1] B.V. als verhuurder en [bedrijf 4] als huurder (pag. 249-251).
24.
Een geschrift zijnde een zijnde een huurovereenkomst tussen [bedrijf 1] B.V., dhr. [verdachte] , als verhuurder, en PPK Klussenbedrijf, dhr. [naam 5] , als huurder (pag. 799- 801).
25.
Een geschrift zijnde een zijnde een huurovereenkomst tussen [naam 27] en [naam 28] als verhuurder, en [naam huurder] als huurder (pag. 813 - 815).
26.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [naam 10] (pag. 1166) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
V: Welke bedrijven heeft u?
A: Ik heb bij de KvK één bedrijf ingeschreven, dat heet [bedrijf 4] .
V: Welke gegevens hebt u aan de KvK verstrekt?
A: Mijn persoonsgegevens. Mijn bankgegevens denk ik. De naam van het bedrijf is ter plekke bedacht.
O: Volgens onze gegevens is uw bedrijf op 24 oktober 2019 ingeschreven bij de KvK.
V: Wanneer is aan het bedrijf een BTW nummer toegekend?
A: Ik heb van de Kamer van Koophandel een tijdelijk BTW nummer gekregen. Dat nummer kreeg ik tijdens de inschrijving.
O: We tonen je een foto van [verdachte] .
A: Ik ken hem niet. Ik heb hem nooit ontmoet.
O: [verdachte] heeft ons een huurovereenkomst laten zien met daarbij gegevens van u. Hierin staat dat u per 1 oktober 2019 huurder bent van een bedrijfspand aan de [adres 3] te Oldenzaal. We tonen u hierbij de huurovereenkomst van het bedrijfspand aan de [adres 3] te Oldenzaal.
A: Ik heb deze huurovereenkomst nooit gezien en ik heb nooit wat getekend.
V: er zitten ook bijlages bij.
A: ja dat is precies wat ik heb opgestuurd.
O: In deze huurovereenkomst staan gegevens van u en het bedrijf [bedrijf 4] .
V: Aan wie heeft u een kopie/foto van uw paspoort verstrekt?
A: Aan dat e-mailadres.
V: Aan wie heeft u een kopie van uw bankpas verstrekt?
A: Ook aan dat emailadres. Dat zat er als bijlage bij: een foto van de bankpas, een foto van mijn paspoort en een foto van de KvK inschrijving.
O: We hebben de historische verkeersgegevens onderzocht van uw telefoonnummer [telefoonnummer] . Wij zien dat u meerdere keren telefonisch contact heeft gehad met [naam 14] [naam 13] ,
A: Ik werd door [naam 14] gebeld. Hij vroeg of ik geld nodig had. Dat het eenmalig zou zijn. Ik zou 1000 Euro kunnen verdienen. Ik moest van hem papieren op sturen. Dus mijn paspoort, mijn bankpas en een inschrijvingsbewijs. Hij zei dat ik er met niemand over mocht praten.
27.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [naam 13] (pag. 541-542) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
V: Om welke gegevens ging het?
A: Dat zou wel zijn ID zijn denk ik.
V: Wat heb jij gedaan met de gegevens die jij van [naam 10] hebt ontvangen?
A: Die zijn overhandigd. Niet door mij. Ik laat in het midden door wie.
28.
Een geschrift, te weten het chatgesprek tussen [verdachte] en [medeverdachte 3] op 29 oktober 2019, (pag. 437):
[Afbeelding]
29.
Een geschrift, te weten het chatgesprek tussen [verdachte] en [medeverdachte 1] op 5 september 2019, weergegeven in ‘Report gsm [medeverdachte 1] chat met [verdachte] Oldenzaal’, onder meer inhoudende:
[Afbeelding]
30.
Het proces-verbaal bevindingen van 4 maart 2020 van D. Markvoort (p. 1385 en 1386), onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 27 januari 2020, werd bij de aanhouding van verdachte [medeverdachte 3] een Apple Iphone [adres 3] ,
type A1549, met IMEI nummer 359296064814644 in beslag genomen. Het betreft dus een telefoon waarmee het de bedoeling is om versleuteld te communiceren, een zogenaamde cryptotelefoon waarbij berichten verstuurd kunnen worden die niet onderschept kunnen worden.
31.
Een geschrift, te weten het chatgesprek tussen [medeverdachte 1] en [naam 14] op 2 november 2019, weergegeven in ‘Report gsm chat [medeverdachte 1] met [verdachte] ’ (als ook op pag. 576), onder meer inhoudende:
[naam 14] 11.23 uur: “Yoo ja bra is het dringed , we zijn niet zo in de buurt”
[medeverdachte 1] 11.24 uur: “ja”, “want de aanhanger is mee genomen” en “opgehaald”
[medeverdachte 1] 11.24/11.25 uur: ‘ die was gejat”, “En ze zijn in de panden aan kijken” [medeverdachte 1] 11.27 uur: “ze zijn nu alleen maar in het andere pand wat ik niet geschildert heb”
[naam 14] 11.28 uur: “Maar wat ik niet snap je bent toch op nummer 4 nr [adres 3] is
verhuurd hoe komen ze daar in godsnaam binnm”
[medeverdachte 1] 11.29 uur: “volgende mij via de achterkant”
[naam 14] 11.30 uur: “zorg dat ze je tellie niet kunnen pakken ’
[medeverdachte 1] 11.30 uur: “Okeee” en “Moet ik die weggooien”
[medeverdachte 1] 11.31 uur: “maar ze hebben, me zien bellen en doen”
[naam 14] 11.31 uur: “Zorg dat je alles wist met” en “Nee je bent er om te schilderen meer niet” en “Verder Weet jij ook niet”
[naam 14] 11.32 uur: “Wis alle gesprekken en app” en “foto”
[naam 14] 11.32 uur: “als ze je arresteren” en “heb advocaat al gebeld
[naam 14] 11.33 uur: “Alles wissen”
[medeverdachte 1] 11.41 uur: “Staan nu voor”
[naam 14] 11.41 uur: “Ok dus alles gezien ook”
[medeverdachte 1] 11.42 uur: “ja denk. wel”
[naam 14] 11.42 uur: “en wis deze gesprek ehh”
[naam 14] 11.42 uur: “dus is fuck”
[medeverdachte 1] 11.42 uur: “ja” en “weet zeker”
[naam 14] 11.43 uur: “Ok wis het gelijk en ik ga nu naar advocaat ’
32.
Een geschrift, te weten het chatgesprek tussen [medeverdachte 1] en [naam 14] op
26 september 2019, weergegeven in ‘Report gsm chat [medeverdachte 1] met [verdachte] ’, onder meer inhoudende:
Aan participant [naam 14] :
“Deuren zijn af”op 26-9-2019 11:01:55 (UTC+2)
“Aan de gang gegaan stoom”op 26-9-2019 18:12:46 (UTC+2)
“Stroom”op 26-9-2019 18:12:52 (UTC+2)
“En gaten”op 26-9-2019 18:12:56 (UTC+2)
33.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 8] (pag. 906) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Tijdens de doorzoeking op 2 november aan de [adres 2] en [adres 3] te Oldenzaal werden verschillende gasflessen aangetroffen.
De gasflessen waren van verschillende merken. Enkele merken die werden aangetroffen in het amfetaminelaboratorium waren: Primagaz, Primagaz EasyBlue, Aantargaz, Propaanflessen en Tegas.
Ook werd in het pand aan de [adres 2] een groene koffer aangetroffen. Uit onderzoek van de koffer is gebleken dat deze koffer eigendom van verdachte [medeverdachte 1] was. In de koffer werd onder andere een “boodschappenlijstje” en bonnen gevonden.
Uit de fouillering van verdachte [medeverdachte 1] kwam een bon van tankstation [tankstation 1] te Elburg. Op deze bon is te zien dat er op 1 november 2019, tien glasflessen zijn gekocht bij dit tankstation. Het gaat hierbij om propaanflessen.
Na aanleiding van de bon van [tankstation 1] is navraag gedaan bij tankstation [tankstation 1] te Elburg. De caissière [caissiére] heeft verklaard dat er zowel op 1 november als 2 weken ervoor, voor 350 euro aan gasflessen is gekocht. Dit was gedaan door een en dezelfde man rijdend in een
busje/bestelauto.
Uit onderzoek op internet en sociale media komen we uit bij een facebookpagina van [tankstation 1]
Elburg. Hierop zijn een gasflessen te zien die te koop zijn bij [tankstation 1] . Op de afbeelding zijn soortgelijke gasflessen te zien die ook zijn aangetroffen bij het amfetaminelaboratorium aan de [adres 2] en [adres 3] te Oldenzaal.
In een aangetroffen portemonnee zaten verschillende bonnen, waaronder een bon waarop te zien is dat er 12 propaanflessen zijn gekocht bij Tankstation [tankstation 2] te Denekamp.
Na onderzoek op de website van [tankstation 2] en bij vergelijking van de bon met de informatie die op de website staat, kunnen we concluderen dat er 12 gasflessen van 11 kg zijn gevuld a 17,95 euro per fles.
Een medewerker bij tankstation [tankstation 2] heeft als volgt verklaard.
Het was op 1 november 2019 toen een man het tankstation in kwam lopen. De man vroeg of er 12 gasflessen gevuld konden worden. De man was in Oldenzaal aan het werk en daarom kwam hij de gasflessen hier vullen. ” De man heeft vervolgens contant betaald met 3 briefjes van 100 euro.
Op de camerabeelden is te zien dat de man om 11:10:08 uur wegreed in een Volkswagen Caddy voorzien van het kenteken [kenteken] .
Op 1 november 2019 was de kentekenhouder van dit voertuig [bedrijf 2] B V. waarvan [verdachte] de enige aandeelhouder en bestuurder was.
34.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 9] en [verbalisant 10] (pag. 916) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
In de fouillering van [medeverdachte 1] werden twee rekeningen en twee bonnen aangetroffen van genoemd hotel/restaurant.
Het betrof een reservering voor een eenpersoonskamer in het hotel. Deze was geboekt van 15-07-2019 tot 19-07-2019. De andere rekening stond op naam van [medeverdachte 3] . [adres 5] in Oldenzaal. Dat betrof ook een reservering voor een eenpersoonskamer van 10-07-2019 tot 11-07-2019.
Wij hebben deze reserveringen laten zien aan de medewerkster. Wij hoorden dat ze zei dat ze wist wie [medeverdachte 1] was en ze zei dat hij hier vaker had overnacht. De rekening op naam van [medeverdachte 3] was geboekt voor [medeverdachte 1] , hij had op genoemde datum hier overnacht. De medewerkster kende geen [medeverdachte 3] .
[medeverdachte 1] had meerdere keren ingecheckt en uitgecheckt. Hierbij werd zijn identiteit gecontroleerd namens een identiteitsbewijs.
Toen wij de medewerkster de bonnen van het restaurant toonden, hoorden wij dat ze zei dat hij op genoemde data alleen had gegeten in het restaurant. Wij hoorden dat ze zei dat op de bon van 10 juli 2019 de naam van [medeverdachte 3] stond, maar dat [medeverdachte 1] hier had gegeten.
35.
Bijlage bij het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 9] (pag. 924) bevattende een overzicht van de dagen waarop [medeverdachte 1] heeft overnacht bij [hotel] :
[Afbeelding]
36.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 11] (pag. 887) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 18 december 2019 werden mij foto's getoond die afkomstig waren van de GSM van [medeverdachte 1] .
De foto’s zijn genomen op 4 september 2019 om 11.56 en 12.06 uur met zijn eigen telefoon, een Huawei. Ik herken de ruimte die op de foto’s van [medeverdachte 1] staan afgedeeld.
Het gaat om de ruimte waar het lab op 2 november 2019 is aangetroffen.
[Afbeelding]
[Afbeelding]
37.
Het proces-verbaal van verbalisant [verbalisant 5] (pag. 573) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Uit de telefoon van [medeverdachte 1] een schermafbeelding van een WhatsAppchat met [verdachte] , gemaakt op 5 september 2019:
[Afbeelding]
38.
Het proces-verbaal van verbalisant [verbalisant 5] (pag. 617) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
WhatsAppchat tussen [medeverdachte 3] en [naam 6] :
22 oktober 2019
[medeverdachte 3] : bevattende twee afbeeldingen van een gasmeter behorend bij [adres 3] .
39.
Het proces-verbaal van verbalisant [verbalisant 5] (pag. 618) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
WhatsAppchat tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] :
15 oktober 2019 te 12.23.16 uur en 12.23.36 uur
[medeverdachte 3] : “heb net t hele contract gemaakt” en “super dik”.
40.
Het tweede aanvullend relaas proces-verbaal van [verbalisant 5] (pag. 13) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 2 november 2019 is in het pand aan [adres 2] te Oldenzaal een zwarte tas
inbeslaggenomen. In deze zwarte tas zaten verschillende goederen van [verdachte] , waaronder een Apple iPhone [adres 3] .
In de telefoon werd een notitie aangetroffen die op 1 april 2019 gemaakt is, deze notitie is genaamd “ [notitie] ".
In deze notitie staan vermeldingen over een Bitcoin Wallet, een PGP sleutel en een private key op een USB stick.
41.
Een geschrift, te weten het chatgesprek tussen [medeverdachte 3] en [naam 29] op 29 oktober 2019,
(pag. 1354):
[Afbeelding]