9.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder primair meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf:
het medeplegen van een opzettelijke schending van een wettelijke geheimhoudingsplicht.
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder primair bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
40 (veertig) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
20 (twintig) dagen;
Dit vonnis is gewezen door mr. R.M. van Vuure, voorzitter, mr. S.H. Peper en mr. M.W. Eshuis, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. de Bruin, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 22 oktober 2020.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Rijksrecherche, regio Noord-Oost met proces-verbaalnummer 20190033, onderzoek Costa Brava. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
De bekennende verklaring ten aanzien van de feiten die verdachte ter terechtzitting van 8 oktober 2020 heeft afgelegd;
2.
Een door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 25 april 2019 gesloten proces-verbaal van aangifte, inhoudende de aangifte van [aangever] namens de gemeente Zwolle, doorgenummerde pagina’s 1 tot en met 10, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Hierbij doe ik aangifte van schending van ambts/beroepsgeheim of geheim gebaseerd op een wettelijk voorschrift. (…)
Op 6 juni 2018 is er door [medeverdachte] van [bedrijf] BV bij burgemeester H.J. Meijer van Zwolle vergunning aangevraagd op grond van artikel 3 Drank- en horecawet voor het pand aan [adres 2] Zwolle. Dit betreft [café] , wat door aanvrager was overgenomen. (…)
Het landelijk bureau Bibob is gevraagd om advies. (…) Het advies is door het Landelijke Bureau Bibos op 15 april 2019 uitgebracht aan de burgemeester. (…)
Op grond van artikel 28, lid 1, Wet Bibob rust op dit advies een geheimhoudingsplicht. (…)
Ik heb het advies gedeeld met de volgende personen:
(…)
Aan [medeverdachte] (…)
Ik heb documenten gezien en ontvangen van de heer [naam 1] waarop te zien is dat geheimhouding van toepassing is. Dit stond handgeschreven op het document van [verdachte] . (…)
[medium] stelt dat zij het vertrouwelijke rapport hebben ingezien en zij citeren de kern van het Bibob advies. (…) De kern van het advies van het Landelijk Bureau Bibob staat in een artikel van [medium] op 29 maart 2019. (…)
3.
Een door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 3] en [verbalisant 2] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 7 juni 2019 gesloten proces-verbaal van verhoor getuige, inhoudende de verklaring van [getuige] , doorgenummerde pagina’s 31 tot en met 35, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
4 februari 2019 heb ik van [aangever] het BIBOB dossier ontvangen in hardcopy. (…) Ik heb het definitieve advies van het Landelijk Bureau BIBOB van [aangever] ontvangen dat betrekking heeft op ‘ [café] ’ in Zwolle. (…) [medeverdachte] heeft tijdens het gesprek van 8 februari het gehele advies in hardcopy van mij ontvangen. (…)Aan het einde van het gesprek heb ik voorop het advies handmatig een tekst geschreven dat er geheimhouding rust op het advies. (…) Voor de Wet BIBOB is het schriftelijke wijzen op de geheimhouding noodzakelijk. (…) [verdachte] en zijn raadsman Perquin bevestigden dat ze wisten dat er geheimhouding op zat, dat herinner ik me van het gesprek van 8 februari 2019. (…)
4.
Een geschrift, te weten de uitwerking van een telefoongesprek van 26 maart 2019 te 14:40:39 uur, doorgenummerde pagina 44, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Beller: [telefoonnummer 1]
T.n.v. [medeverdachte]
Datum 26-03-2019 14:40:39
Gebelde: [telefoonnummer 2]
Naam: [verdachte] (…)
[medeverdachte] zegt: in die papieren mand ligt dat onderzoek, daar zit van alles in (…) Alleen de volledige bladzijden van de conclusie moet hij hebben zegt [medeverdachte] . Ja dat snap ik maar ik heb dat toen gelijk gedelete omdat jij zei je moet dat verder niet laten liggen is geheim (…)
5.
Een geschrift, te weten de uitwerking van een telefoongesprek van 27 maart 2019 te 21:49:50 uur, doorgenummerde pagina’s 46 en 47, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Beller: [telefoonnummer 1]
T.n.v. [medeverdachte]
Datum 27-03-2019 21:49:50
Gebelde: [telefoonnummer 3]
Naam: [naam 2] (…)
[verdachte] gaat voor hem met [medium] in Nijverdal zitten, zodat [medeverdachte] er niet heen hoeft.
6.
Een geschrift, te weten de uitwerking van een telefoongesprek van 28 maart 2019 te 9:13:22 uur, doorgenummerde pagina’s 48 en 49, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Beller: [telefoonnummer 2]
T.n.v. [verdachte]
Datum 28-03-2019 9:13:22
Gebelde: [telefoonnummer 3]
Naam: [naam 2] (…)
[verdachte] : hij mag dat dus niet delen, ze willen alleen bewijs hebben eigenlijk euh dat er wel degelijk een uitspraak is. En dat die gemeente dar vervolgens niks mee doet. En kijk, dan kunnen ze tegen de gemeente zeggen: joh, [verdachte] heeft gewoon die vergunning, waarom geef je die niet? Dan zeggen ze: nou hoe kom je daarbij. Dan zegt hij: nou dat rapport die zegt het toch?...
(…)
[verdachte] : nou laat ze het rapport maar zien. Nou dan gaan we het toch publiceren. (…)
[naam 2] zegt dat [medium] ook waarschijnlijk over hem zal vragen. [verdachte] weet dat niet. (…)
7.
Een geschrift, te weten de uitwerking van een telefoongesprek van 28 maart 2019 te 10:34:34 uur, doorgenummerde pagina 49, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Beller: [telefoonnummer 2]
T.n.v. [verdachte]
Datum 28-03-2019 10:34:34
Gebelde: [telefoonnummer 1]
Naam: [medeverdachte] (…)
[verdachte] zegt tegen [medeverdachte] (…) als je langs de McDonalds komt in Nijverdal, rij je dan door Nijverdal heen en dan net erbuiten linksaf? Nee, je rijdt er langsheen en dan bij de T-splitsing moet je naar rechts zegt [medeverdachte] . (…)
8.
Een geschrift, te weten de uitwerking van een telefoongesprek van 28 maart 2019 te 12:06:18 uur, doorgenummerde pagina 50, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Beller: [telefoonnummer 1]
Naam: [medeverdachte]
Datum 28-03-2019 12:06:18
Gebelde: [telefoonnummer 2]
T.n.v. [verdachte]
zegt dat hij “hem” de stukken heeft laten zien, “hij” heeft er door heen gebladerd en heeft een hoop vragen gesteld. “hij” zei ook dat hij niet zou weten waarom ze het niet moeten geven nu. (…)
[verdachte] heeft alles via [naam 3] gedaan, dan moet [medeverdachte] [naam 3] bellen maar goed het is een geheim stuk. (…)
[medeverdachte] : Nee maar (…) dat mag helemaal niet, dat is effe… dat is grijs gebied wat ik doe.
[verdachte] : Ja dat bedoel ik dus, dus dat heb ik hem ook gezegd, hij zeg: ja, dat mag ook niet. Maar hij gaat wel met die jurist overleggen en dan komt ‘ie er misschien toch op terug dat ‘ie zegt ja, volgens jou, dat volgens [medeverdachte] is er verders geen enkel juridisch probleem meer, en er zijn geen punten van, dus waarom is die vergunning niet afgegeven? (…)
9.
Een geschrift, te weten de uitwerking van een telefoongesprek van 28 maart 2019 te 18:13:46 uur, doorgenummerde pagina’s 51 en 52, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Beller: [telefoonnummer 2]
T.n.v. [verdachte]
Datum 28-03-2019 18:13:46
Gebelde: [telefoonnummer 3]
Naam: [naam 2] (…)
[verdachte] zit in de auto en zegt dat hem even bij zal praten over het gesprek van vanmorgen bij die vent. (…) Ik ga dus niet allemaal papieren achterlaten. Wat dat is een geheim rapport, dat mag niet. (…)
10.
Een geschrift, te weten de uitwerking van een telefoongesprek van 29 maart 2019 te 23:33:28 uur, doorgenummerde pagina 53, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Beller: [telefoonnummer 2]
T.n.v. [verdachte]
Datum 28-03-2019 23:33:28
Gebelde: [telefoonnummer 4]
Naam: [naam 4] (…)
[verdachte] zegt dat [medeverdachte] twee foto’s van de conclusie van zijn telefoon moet verwijderen, die [verdachte] aan hem had doorgestuurd en ook de naam van [journalist] helemaal verwijderd, uit zijn contacten. [verdachte] zegt dat hij al die naam en telefoonnummer op papier heeft geschreven, want je weet niet of er nog geduvel komt, dat ze dus toch in de telefoon willen kijken.
11.
Het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 2] en [verbalisant 3] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 20 juni 2019 gesloten proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] , inhoudende de verklaring van [verdachte] , doorgenummerde pagina’s 55 tot en met 60, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Ik wist dat er een BIBOB onderzoek was. (…)
V: Wist u dat het BIBOB advies geheim was?
A: Ja. Ik heb mijn zoon [medeverdachte] dat horen zeggen en ik heb het een keer opgezocht op internet. (…) Ik wist dat het een geheime status had. (…)
A: U toont mij een foto van de voorzijde van Bibos advies. Ik heb dit niet eerder gezien. Ik herken het niet. (…)
A: De plicht tot geheimhouding kende ik, maar alles wast er in staat is allemaal op internet terug te vinden. Dus ja, ik schatte dat niet zo zwaar in.
A: Vanuit de machteloosheid van zoveel onrecht veroorzaakt door de machtsorganisatie van gemeente Zwolle heb ik stukjes uit het Bibob-rapport doorgespeeld naar iemand anders. (…)
A: Ik heb het gedeeld terwijl ik wist dat er een status op zat van geheimhouding. Ik mocht het dus niet doen, maar heb het wel gedaan.
V: Wie nam de beslissing om informatie uit het Bibob dossier te delen met de journalist?
A: Ikzelf en niemand anders.
V: Waarom zegt u in een tapgesprek tegen uw zoon dat hij het nummer van [journalist] en 2 foto’s uit zijn telefoon moet verwijderen? (…)
A: Als er geduvel komt dat het niet meer terug te vinden is en dat er twijfel over bestaat als er onderzoek naar gedaan zou worden. Het motief om de gegevens te wissen heeft te maken met het feit dat ik volgens jullie aan [journalist] het Bibob advies heb doorgespeeld. Ik wilde de sporen naar [journalist] gewoon uitwissen.
V: Heb je het aan [journalist] doorgespeeld?
A: Ik heb het aan [journalist] doorgespeeld. Ik wil niet zeggen dat het [journalist] is geweest. Ik wil alleen maar zeggen dat het [journalist] was. Ik geeft het nu wel toe dat ik hem stukken heb laten zien om aan te tonen dat ik niet aan het liegen was. Ik wilde laten zien dat ik geen fantasieverhaal aan het vertellen was. Ik vond dat de gemeente buitensporige dingen aan het doen was en wilde dat aan [journalist] duidelijk maken. Ik ben daarop met de samenvatting uit het Bibob advies naar [journalist] gegaan en heb hem stukken uit de samenvatting laten zien. (…)
Ik heb het bewust gedaan en heb gewoon een afweging gemaakt om iets open te breken voor een onderzoek bij de gemeente. (…)