In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 31 juli 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Woonstichting Rentree en De Financiële Hulpverlener B.V., die als bewindvoerder optreedt voor de goederen van een huurder, aangeduid als [betrokkene]. Woonstichting Rentree vorderde ontruiming van een flatwoning die door [betrokkene] wordt gehuurd, vanwege huurachterstand en langdurige overlast. De huurder, [betrokkene], huurt sinds 1 maart 2013 de woning en heeft zich volgens Rentree niet als een goed huurder gedragen. Er is sprake van aanhoudende overlast, die sinds 2018 steeds extremer is geworden, met luidruchtig en agressief gedrag, stankoverlast en ongedierte door vuilnis dat op het balkon wordt gezet of naar beneden wordt gegooid. Ondanks de inzet van verschillende instanties om de overlast te beëindigen, is de situatie niet verbeterd.
De bewindvoerder heeft verklaard dat [betrokkene] de woning graag wil behouden, maar dat er geen verweer is dat kan leiden tot voorkoming van de ontruiming. Er is inmiddels een huurachterstand van drie maanden, en de bewindvoerder heeft aangegeven dat [betrokkene] als gevolg van haar detentie geen inkomen heeft om de huur te betalen. De kantonrechter oordeelde dat het spoedeisend belang bij de vordering van Rentree voldoende is aangetoond, ondanks dat de woning momenteel niet bewoond wordt. De ernstige gedragingen van [betrokkene] en haar partner zijn niet weersproken, en er is geen uitzicht op verbetering van de situatie. De kantonrechter heeft de ontruimingsvordering toegewezen en de bewindvoerder veroordeeld in de proceskosten.
De beslissing houdt in dat de bewindvoerder binnen veertien dagen na betekening van het vonnis het gehuurde moet ontruimen en de sleutels moet overdragen aan Rentree. De kosten van de procedure zijn begroot op € 811,99, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.