Op 15 oktober 2020 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in de zaak van een 25-jarige man uit Enschede, die eerder was veroordeeld tot jeugddetentie en een PIJ-maatregel na het wurgen van een jonge vrouw. De rechtbank heeft de maatregel van 'jeugd-tbs' met 13 maanden verlengd. De PIJ-maatregel was oorspronkelijk opgelegd op 3 juni 2016 en zou eindigen op 13 september 2020, maar de officier van justitie heeft op 11 augustus 2020 een vordering ingediend tot verlenging van de termijn. Tijdens de zitting op 1 oktober 2020 heeft de betrokkene, bijgestaan door zijn raadsvrouw, verklaard geen bezwaar te hebben tegen de verlenging, mits deze beperkt bleef tot 7 maanden. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de veiligheid van anderen en de ontwikkeling van de betrokkene een langere verlenging vereisen.
De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende stukken, waaronder een PIJ-verlengingsadvies van RJJI De Hartelborgt, dat op 14 juli 2020 was opgemaakt. Dit rapport gaf aan dat de betrokkene een hoog recidiverisico heeft, vooral als de justitiële kaders wegvallen. De deskundige heeft ter zitting verklaard dat de betrokkene een verschuiving in zijn motivatie heeft laten zien en openstaat voor behandeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat, hoewel er positieve ontwikkelingen zijn, het recidiverisico nog niet voldoende is ingedamd en dat de betrokkene nog stappen moet zetten in zijn behandeling.
De rechtbank heeft uiteindelijk besloten de termijn van de PIJ-maatregel met dertien maanden te verlengen, met het oog op een zorgvuldige en geleidelijke voortgang van het behandeltraject. De rechtbank benadrukt het belang van stabiliteit en een goed verloop van de behandeling, en dat de betrokkene moet leren van het onbegeleid verlof en het daaropvolgende STP.