10.De beslissing
ontvankelijkheid officier van justitie
- verklaart de officier van justitie ontvankelijk in de vervolging;
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feiten 1 en 3:
telkens het misdrijf belaging;
feit 2:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
226 (tweehonderdenzesentwintig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 5 (vijf) jarende navolgende voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland te Zutphen op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- zich klinisch laat behandelen in FPA De Boog te Warnsveld of een soortgelijke instelling, ter beoordeling van de reclassering. De opname duurt maximaal twee jaar of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte zal zich dan houden aan de regels en aanwijzingen die door de zorginstelling gegeven worden voor de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt verdachte mee aan indicatiestelling en plaatsing.
- na de intramurale behandeling verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor verdachte heeft opgesteld;
- zich na de intramurale behandeling laat behandelen door GGNet of en soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. verdachte houdt zich aan de huisregels en aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. De betrokkene werkt mee aan een time-out in een FPA met een maximum van zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens zeven weken, tot een maximum van 14 weken per jaar indien de reclassering dat nodig acht;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- beveelt dat de op grond van artikel 14c Sr gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 14c, zesde lid, Sr uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- legt op de maatregel dat verdachte
gedurende twee jaar op geen enkele wijze – direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met [benadeelde 1] of
- beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van één week voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, tot een maximum van 26 weken;
- beveelt dat deze opgelegde
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 2] (feit 3) van een bedrag van € 2500,-- (twee duizend vijfhonderd euro) te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 november 2018;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 2500,-- (twee duizend vijfhonderd euro),te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 november 2018 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van
35 dagenkan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij [benadeelde 2] voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- wijst af de vordering van verdachte tot veroordeling van de benadeelde partij
[benadeelde 2] in de kosten van het geding door verdachte gemaakt;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Berlo, voorzitter, mr. E. Venekatte en
mr. G.J. Stoové, rechters, in tegenwoordigheid van mr. W.J. van der Leest, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 28 september 2020.
Mr. Van Berlo is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland, District Twente, met nummer PL0600-2019053851 van
7 februari 2019, en het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland, District Twente, met nummer PL0600-2018514895 van 10 december 2018. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 21 mei 2019 voor zover inhoudende de verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Ik heb [benadeelde 1] in de periode van 16 april 2015 tot en met 5 februari 2019 gestalked.
Ik heb haar via Facebook en Facebook Messenger veel berichten gestuurd. Via Instagram heb ik haar gevolgd en ontvolgt, om haar vervolgens weer een vervolgverzoek te sturen.
In 2015 stuurde ze terug dat ik op moest houden met berichten sturen en dat ze niets met mij wilde. Ik ben toen toch doorgegaan.
Het klopt inderdaad dat ik in 2015 met haar een date heb gehad via Tinder. Na die date bleef ik haar berichten sturen. Eerst via WhatsApp totdat ze mij blokkeerde. Ik heb ook nepaccounts aangemaakt om haar berichten te sturen.
Met betrekking tot het feit op 5 februari 2019 kan ik u zeggen dat ik naar de woning van [benadeelde 1] ben toegegaan
Ik had haar niet moeten mailen dat ik haar dood wilde maken, maar dat heb ik wel gedaan.
Ik heb haar de volgende ochtend weer een mail gestuurd waarin ik heb gezegd dat ik er aan zou komen en die middag ben ik bij haar aan de deur gegaan.
Ik zeg daarop dat ik die messen toch wel bij mij had toen ik bij [benadeelde 1] aan de deur stond.
Ik heb in de periode van 1 maart 2015 tot en met 14 november 2018 ook aan [benadeelde 2] meerdere malen berichten gestuurd. Dat deed ik via Facebook en Instagram. Ook heb ik daar meerdere malen een nieuw account aangemaakt of een nepaccount waarmee ik contact met haar zocht. Dat waren vriendschapsverzoeken of volgverzoeken. Ook heb ik haar een link naar een pornofilmpje gestuurd.
2.
Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 1] van 5 februari 2019 met diverse bijlagen (pag. 6 t/m 85), onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik heb in 2015 een Tinder date gehad met een jongen die [verdachte] heet.
Na deze date begon hij mij heel veel berichtjes te sturen. Eerst waren deze berichtjes nog dat hij nogmaals met mij af wilde spreken en ik heb hem telkens gezegd dat ik dit niet wilde. Ik ben op een gegeven moment ook gestopt met reageren op zijn berichtjes. Veel van deze berichten kwamen binnen via Facebook.
[verdachte] stuurde mij ook via Facebook Messenger een SM boek.
Ik heb hem geblokkeerd op WhatsApp, Facebook en Instagram. Hij is altijd blijven stalken. Dit was de ene maand meer dan de andere. Nadat ik hem had geblokkeerd op Facebook ging hij fake accounts aan maken en viel mij hierdoor lastig.
Op 4 februari 2019 kreeg ik een mail van [verdachte] .
Om 12.53 uur kwam er nog een mail binnen van [verdachte] waarin stond " [benadeelde 1] ik kom vanmiddag om 15.00 uur bij je. Mijn moeder brengt me. Ik moet je iets zeggen".
Om 14.45 uur ging bij mijn thuis de bel.
[verdachte] zei niets maar bleef me alleen aan kijken.
Ik heb [verdachte] toen heel erg duidelijk gezegd dat hij weg moest gaan en mij met rust moest laten.
Iets over 15.30 uur ging weer de bel. Toen ik naar de voordeur liep en door het kijkgaatje keek zag ik dat [verdachte] weer voor mijn deur stond. Ik heb toen weer
open gedaan en gezegd tegen hem dat ik de politie zou bellen en hij nu weg moest
gaan.
Ik voelde mij op dat moment niet meer prettig en veilig voelde in mijn eigen huis.
Om 16.00 uur ging weer de bel. Ik zag weer dat [verdachte] voor mijn deur stond. Ik heb toen niet open gedaan maar direct de politie gebeld. Ik wist niet meer wat ik op dat moment moest doen en ik was ook bang.
3.
Het proces-verbaal van aanhouding verdachte van 5 februari 2019 (pag. 96), onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 5 februari 2019 waren wij, verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , belast met de Noodhulp in de Gemeente Hof van Twente.
Wij kregen een melding dat aan de [adres] melder lastig gevallen werd.
Wij zagen een man lopen op het perron welke aan het opgegeven signalement voldeed. Wij hebben de man staande gehouden.
[verdachte] verklaarde dat hij inderdaad bij de woning aan de [adres] was geweest.
Tijdens de fouillering kwamen 2 keuken messen uit zijn jaszak.
4.
Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 2] van 14 november 2018 met bijlagen (pag. 7 t/m 24) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 31 mei 2014 heb ik afgesproken met een jongen genaamd [verdachte] .
Ik merkte vanaf het begin dat [verdachte] mij heel veel berichten stuurde. Ik heb eigenlijk na een week al naar [verdachte] gestuurd dat ik geen verdere intenties met hem had. [verdachte] bleef veel berichten sturen. Ik heb een week later hem geblokt op WhatsApp. Het WhatsApp contact was op dat moment verbroken.
Ik doe een bijlage met allemaal screenshots van berichten en fake accounts bij de aangifte.
Vanaf maart 2015 heb ik allemaal berichten ontvangen van [verdachte] via Facebook Messenger.
Rond die tijd kreeg ik van hem een link met een pornofilmpje binnen.
In april/mei 2016 ontving ik allemaal vriendschapsverzoeken via Facebook. Het ware hele rare vriendschapsverzoeken want ik herkende de personen niet. Ook waren het allemaal buitenlandse of niet bestaande namen. Ik voeg de screenshots toe.
Door de manier van praten en doordat ik al zolang last had van [verdachte] wist ik direct dat dit vanuit [verdachte] kwam. Ik heb echt in deze periode wel 20 tot 30 Facebook accounts geblokkeerd van allemaal verschillende mensen, welke allemaal vanuit [verdachte] kwamen. De berichten wat hij stuurde maakte mij erg bang.
Ongeveer halverwege 2017 begon hij weer. Ik kreeg het idee dat hij toen Instagram had ontdekt. Ik heb op Instagram wel 30 tot 40 accounts geblokkeerd, deze accounts zijn allemaal gelinked aan [verdachte] en [verdachte] stuurt via deze verschillende accounts
vriendschapsverzoeken. De accounts hebben hele rare namen zoals [naam] maar
daaronder staat dan gewoon de naam [verdachte] .