Op 8 september 2020 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Overijssel het verzoek tot wraking van verzoeker, die verdachte is in een strafzaak, toegewezen. Verzoeker had op 29 juni 2020 een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechters mr. J. Wentink, mr. J.H.W.R. Orriëns-Schipper en mr. D. ten Boer, die betrokken waren bij de behandeling van zijn strafzaak. De wrakingsgrond was dat deze rechters al een oordeel hadden gegeven over de betrokkenheid van verzoeker in vonnissen van medeverdachten, wat volgens verzoeker hun onpartijdigheid in gevaar bracht.
De mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek vond plaats op 24 augustus 2020 via een Skype-verbinding, waarbij zowel de advocaat van verzoeker, mr. S.C. van Klaveren, als de officier van justitie, mr. A.M. de Leeuw, aanwezig waren. De gewraakte rechters waren niet verschenen, maar hadden wel schriftelijk gereageerd. De wrakingskamer oordeelde dat de vrees voor partijdigheid van verzoeker objectief gerechtvaardigd was, omdat de gewraakte rechters zich in eerdere vonnissen al hadden uitgesproken over de rol van verzoeker in de zaak.
De wrakingskamer benadrukte dat een rechter vermoed wordt onpartijdig te zijn, maar dat er uitzonderlijke omstandigheden kunnen zijn die deze onpartijdigheid in twijfel trekken. In dit geval was de vrees voor vooringenomenheid van de rechters gerechtvaardigd, omdat zij zich al eerder over de betrokkenheid van verzoeker hadden uitgesproken. De wrakingskamer besloot daarom het verzoek tot wraking toe te wijzen, wat betekent dat de gewraakte rechters niet langer in de zaak van verzoeker zullen optreden.