Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[naam] en [naam], te [woonplaats], verzoekers,
het college van burgemeester en wethouders van Staphorst, verweerder,
[naam] en [naam], te [woonplaats],
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 16 september 2020 uitspraak gedaan op een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een omgevingsvergunning. De vergunning was verleend door het college van burgemeester en wethouders van Staphorst voor het herstellen van de gevel en het vernieuwen van het dak van een bijgebouw/schuur. Verzoekers, [naam] en [naam], hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit en vroegen de voorzieningenrechter om het bestreden besluit te schorsen totdat op hun bezwaar was beslist. Ze vreesden dat de reeds begonnen bouwwerkzaamheden onomkeerbare gevolgen zouden hebben voor hun belangen.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de bouwwerkzaamheden aan de gevels nagenoeg voltooid zijn en dat de vernieuwing van het dak is uitgesteld. Hierdoor ontbrak het spoedeisend belang voor het treffen van een voorlopige voorziening. De rechter oordeelde dat het verzoek om schorsing van het besluit niet kon worden toegewezen, omdat de vergunning alleen betrekking had op de herstelwerkzaamheden en niet op het gebruik van het bijgebouw voor woondoeleinden, zoals door verzoekers werd gesteld. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en geen proceskostenveroordeling uitgesproken.
De uitspraak is gedaan door mr. E. Hoekstra, in aanwezigheid van griffier G. Kootstra, en wordt openbaar gemaakt op de eerstvolgende donderdag na deze datum. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.