ECLI:NL:RBOVE:2020:2935
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van vermeend witwassen van geld en onroerend goed
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Overijssel op 2 september 2020 uitspraak gedaan in de zaak tegen de 48-jarige vrouw Van der V. uit Enschede, die werd verdacht van het (medeplegen van) witwassen van geldbedragen en onroerend goed. De rechtbank heeft de vrouw vrijgesproken, omdat niet bewezen kon worden dat zij zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten. De zaak was onderdeel van het onderzoek 'Travee', dat zich richtte op het ontmantelen van een criminele organisatie die zich bezighield met de teelt en verkoop van hennep. De officier van justitie had betoogd dat de verdachte betrokken was bij het witwassen van een geldbedrag van € 135.000,- en een woning in Almelo, waarvan de herkomst crimineel zou zijn. De verdediging voerde aan dat er geen bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van de criminele herkomst van het geld en dat er een legitieme verklaring was voor de investeringen in de woning. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de wetenschap van de verdachte omtrent de criminele herkomst van de gelden en sprak haar vrij van de beschuldigingen. Tevens gelastte de rechtbank de teruggave van het onroerende goed aan de verdachte, aangezien dit niet vatbaar was voor verbeurdverklaring.