Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3. De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 21 augustus 2020, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van de verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste volzin, Sv;
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 1] van 3 juni 2019, pagina’s 51 tot en met 56;
- het proces-verbaal van verhoor getuige van [slachtoffer] van 4 oktober 2019, pagina’s 66 tot en met 75.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
straf
gevangenisstrafvoor de duur van
365 dagen;
364 dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat verdachte:
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
240 uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
120 dagen.