Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 april 2012 tot 12
augustus 2012 te Delden, gemeente Hof van Twente, en/of elders in Nederland
en/of te Teckelenburg, althans in Duitsland,
met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 1996, die de leeftijd van twaalf jaren maar
nog niet die van zestien jaren had bereikt,
(telkens) buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die
bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het
lichaam van die [slachtoffer] , hebbende verdachte één of meermalen:
- zijn penis in de mond en/of vagina van die [slachtoffer] geduwd/gedrukt en/of
- zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] geduwd/gedrukt;
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 12 augustus 2012 tot
en met 31 maart 2013 te Delden, gemeente Hof van Twente, en/of te Emmen, in
de gemeente Emmen en/of elders in Nederland en/of te Berlijn, althans in
Duitsland,
(telkens)ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarige pupil, [slachtoffer] , geboren
op [geboortedatum 2] 1996, bestaande die ontucht hierin dat hij één of meeermalen:
- zijn penis in de vagina en/of mond van die [slachtoffer] heeft geduwd/gedrukt en/of
- zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] heeft geduwd/gedrukt en/of
- de vagina en/of schaamlippen van die [slachtoffer] heeft gelikt en/of
- zijn, verdachtes, penis heeft laten vastpakken en/of (vervolgens) laten aftrekken
door die [slachtoffer] en/of
- die [slachtoffer] heeft getongzoend.
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 21 augustus 2020, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van de verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste volzin, Sv;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] met bijlagen van 14 februari 2019, pagina’s 18 tot en met 26.
hij op tijdstippen in de periode van 1 april 2012 tot 12 augustus 2012 te Delden, gemeente Hof van Twente, en elders in Nederland, met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 1996, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, telkens buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , hebbende verdachte meermalen:
- zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] geduwd/gedrukt en/of
- zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] geduwd/gedrukt;
hij op tijdstippen in de periode van 12 augustus 2012 tot en met 31 maart 2013 te Delden, gemeente Hof van Twente, te Emmen, in de gemeente Emmen, en elders in Nederland en te Berlijn, telkens ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarige pupil [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 1996, bestaande die ontucht hierin dat hij meermalen:
- zijn penis in de vagina en/of mond van die [slachtoffer] heeft geduwd/gedrukt en/of
- zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] heeft geduwd/gedrukt en/of
- de vagina en/of schaamlippen van die [slachtoffer] heeft gelikt en/of
- zijn, verdachtes, penis heeft laten vastpakken en/of (vervolgens) zich heeft laten
- die [slachtoffer] heeft getongzoend.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De schade van benadeelden
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden;
6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat verdachte:
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezenverklaarde feiten tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 13.162,90,te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 31 maart 2013 tot aan de dag der algehele voldoening ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 100 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;