Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
CONSOLIDATED NEDERLAND B.V.,
1.De procedure
- het verzoekschrift, ter griffie ontvangen op 28 april 2020
- de brief van 30 april 2020 van de zijde van Consolidated waarin het verzoek om toekenning van de gefixeerde schadevergoeding wordt aangekondigd
- het verweerschrift, tevens voorwaardelijk ontbindingsverzoek met tegenvorderingen, ter griffie ontvangen op 11 mei 2020
- de bij brief van 14 mei 2020 toegezonden aanvullende productie van de zijde van [A]
- het verweerschrift naar aanleiding van het voorwaardelijke ontbindingsverzoek (tevens pleitaantekeningen)
- de pleitaantekeningen van de zijde van Consolidated
- de mondelinge behandeling van 18 mei 2020, die via Skype heeft plaatsgehad
- de brief van 15 juni 2020 van de zijde van Consolidated met het verzoek beschikking te geven.
2.2. De feiten
in het incident ex artikel 223 Rv:
- [A] op straffe van verbeurte van een dwangsom toe te laten tot de overeengekomen werkzaamheden, voor zover zijn arbeidsongeschiktheid dat toelaat;
- tot betaling van het loon van [A] vermeerderd met alle emolumenten vanaf 5 maart 2020 tot de dag dat de dienstbetrekking rechtsgeldig geëindigd zal zijn, te vermeerderen met de wettelijke verhoging;
- tot het op straffe van verbeurte van een dwangsom verstrekken van salarisspecificaties waarin voornoemde betalingen zijn verwerkt;
- tot betaling van de wettelijke rente en tot betaling van de kosten van deze procedure.