4.3Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Feit 1:
Op donderdag 16 april 2020 werd een actie gestart tegen de (drugs)overlast in de omgeving van de Thomas a Kempisstraat. Omstreeks 12:44 uur werd verdachte voor het eerst op de fiets gezien in de omgeving van de Thomas a Kempisstraat. Omstreeks 13:25 uur wordt waargenomen dat [naam 4] , een bekende gebruiker, het overlastgebied uit fietst en dat [naam 1] het overlastgebied in fietst. Er wordt gezien dat [naam 1] de woning aan de [adres 2] in gaat. [naam 1] heeft verklaard dat er in de woning een man en een vrouw aanwezig waren en dat hij een “wit” bolletje had gekocht in de woning aan de [adres 2] van een dealer die hij [verdachte] of [verdachte] noemt en die als telefoonnummer [telefoonnummer] heeft, dat hij voor de drugs 10 euro had betaald, dat de dealer meer drugs in zijn hand had gehad en dat de man veel vanuit deze woning zou dealen. Voorts wordt gezien dat verdachte een sleutel heeft van de voordeur van de woning aan de [adres 2] .Bij de aanhouding van verdachte werd bij hem de sleutel van de woning aan de [adres 2] aangetroffen.
Op 6 mei 2020 werd wederom de woning aan de [adres 2] geobserveerd. Om 12:28 uur werd gezien dat [naam 3] , een bekende harddruggebruiker, de woning binnen ging. Om 12:41 uur werd gezien dat [naam 2] , eveneens een harddrugsgebruiker, de brandgang achter de woning aan de [adres 2] in fietste.
[naam 3] heeft op 6 mei 2020 verklaard dat het bolletje dat in zijn fouillering is aangetroffen cocaïne betrof, welke cocaïne hij voor 20 euro had gekocht van een dealer in een woning aan de [adres 2] , dat de dealer druk bezig was met het maken van bolletjes en dat de tafel waaraan de dealer zat vol lag met plastic bolletjes.
Uit het rapport opgesteld door het NFI van 7 augustus 2020 blijkt dat de bolletjes inbeslaggenomen onder [naam 3] cocaïne bevatten.
[naam 2] heeft op 6 mei 2020 verklaard dat hij op 6 mei 2020 twee witte bolletjes heeft gekocht van een dealer aan de [adres 2] en dat hij hiervoor twee tientjes heeft betaald. Hij heeft voorts verklaard dat hij met uitzondering van de tijd dat de man vast zat al acht maanden bij hem drugs koopt en dat hij bijna dagelijks ongeveer drie keer per dag bij hem koopt. [naam 2] noemt de man [verdachte] .Als [naam 2] buiten afspreekt, komt de Engelse vrouw [naam 5] , de rechtbank begrijpt [naam 5] , de drugs soms ook wel brengen.
Uit het rapport opgesteld door het NFI d.d. 24 juni 2020 blijkt dat de bolletjes inbeslaggenomen onder [naam 2] inderdaad cocaïne bevatten.
Uit de inbeslaggenomen telefoon van [naam 2] blijkt dat hij op 29 april 2020, op 1 mei 2020 en op 5 mei 2020 diverse korte telefoongesprekken heeft gevoerd met een persoon die in zijn telefoon staat onder de naam [verdachte] met telefoonnummer [telefoonnummer] . De duur van de telefoongesprekken varieerde van 1 seconde tot 58 seconden.
Op de inbeslaggenomen telefoon van verdachte zijn 18 sms-berichten aangetroffen, waarvan enkele berichten mogelijk drugs gerelateerd zijn. Zo heeft verdachte op 5 mei 2020 de volgende berichten ontvangen: “Hoi [verdachte] , kom je even langs ik moet je bet 10e”, “hallo meneer kom je nou langs of niet”, “ik ben thuis en ik hoop dat je nog een keer langs komt voor een tientje… bedankt.” en “hee vriend luister, ik heb hier een tientje kun je alsjeblieft langs komen? Ik ga [naam hond] uit laten en ben met 25 minuten terug oke dankjewel”.
[naam 5] , de bewoonster van de woning aan de [adres 2] , heeft verklaard dat zij een schuld heeft bij de man, die zichzelf [verdachte] noemt, en dat hij daarom haar woning gebruikte voor het klaar maken van drugs en het verkopen van drugs. De man maakte bolletjes drugs en verkocht zowel cocaïne als heroïne. Zij verklaarde voorts dat haar schuld niet werd afbetaald, omdat zij elke dag opnieuw drugs van hem kreeg, dat hij de sleutels van haar woning heeft en deze niet wil teruggeven. Ook verklaarde zij dat zij wel eens drugs heeft rond gebracht.
Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat het onder 1 tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen is.
Feit 2:
Op 6 mei 2020 heeft een doorzoeking plaatsgevonden in de woning aan de [adres 2] . In de woning werden veel plastic zakjes gevonden, twee kleine weegschaaltjes, een DVD hoes met een plastic zak met een redelijke hoeveelheid witte bolletjes en een bruine substantie in klonterige vorm. Na telling bleek dit om 100 bolletjes met wit poeder te gaan verpakt per 10 stuks in een zakje. In een ijzeren bakje en naast het bakje op de salontafel werd ook een kleine hoeveelheid wit poeder ontdekt. In een kistje op de salontafel werd een wit bolletje gevuld met bruin poeder aangetroffen.
Op 19 mei 2020 is een onderzoek ingesteld naar een hoeveelheid vermoedelijk verdovende middelen die in beslag zijn genomen op het adres De [adres 2] . Er werd waargenomen dat in een plastic zakje bruine brokjes zaten met een gewicht van 15,42 gram, hetgeen heroïne bleek te zijn. Voorts werd waargenomen dat in een plastic zakje en een gripzak 99 plastic bolletjes zaten met een gewicht van 17 gram, hetgeen cocaïne bleek te zijn.
Op 22 juni 2020 heeft het NFI een onderzoek verricht aan de witte brokjes met een gewicht van 17,0 gram, uit welk onderzoek bleek dat het materiaal cocaïne bevat.
Op 22 juni 2020 heeft het NFI een onderzoek verricht aan de bruine brokjes met een gewicht van 15,42 gram, uit welk onderzoek bleek dat het materiaal heroïne bevat.
Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat het onder 2 tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen is.