Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
- Het proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 2] van 16 november 2018, dossierpagina’s 19 en 20;
- een geschrift, te weten een letselrapportage opgemaakt door S. J.Th van Kuijk, forensisch arts bij GGD IJsselland van 24 mei 2018, betreffende het bij [slachtoffer 1] geconstateerde letsel, dossierpagina’s 29 en 30;
- een geschrift, te weten een rapport alcohol en drugs in het verkeer van het NFI van 13 december 2018, inhoudende het verslag van drs. R. Oosting, NFI-deskundige Forensische Toxicologie, dossierpagina’s 64 en 65;
- Het proces-verbaal ter terechtzitting van 13 augustus 2020, inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De schade van benadeelden
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een
overtreding van artikel 8, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
gevangenisstrafvoor de duur van
10 (tien) maanden;
5 (vijf) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat verdachte:
bijzondere voorwaardendat verdachte:
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat verdachte: