4.3Het oordeel van de rechtbank
De feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 29 maart 2018 is in een bedrijfspand aan de [adres 2] in [plaats] , onderdeel van een bedrijfsverzamelgebouw, een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen. Zowel op de begane grond als op de bovenverdieping werd een kweekruimte aangetroffen. In de kweekruimte op de begane grond stonden 496 hennepplanten en in de kweekruimte op de eerste verdieping 488 hennepplanten. De aangetroffen planten waren vier tot zeven weken oud. Naast de aangetroffen planten zijn resten van planten aangetroffen die erop duiden dat er eerder geoogst is. De kwekerij is in oktober 2017 opgebouwd.
Verdachte heeft op voorstel van andere personen ten behoeve van de kwekerij het bedrijfspand gehuurd en een bedrijfsnaam verzonnen (te weten [bedrijfsnaam] ), waarna hij dat bedrijf als dekmantel voor de hennepkwekerij op voornoemd adres heeft ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Vervolgens heeft verdachte vanaf oktober 2017 meermalen een bedrijfsauto verplaatst, zodat het leek alsof er bedrijvigheid in en om het pand was. Ook heeft hij een kantoor ingericht in het pand en dozen verplaatst om te voorkomen dat van buitenaf in het pand gekeken kon worden.
Voorafgaand aan het opzetten van de kwekerij heeft verdachte met die andere personen afgesproken dat hij per oogst € 25.000,-- zou krijgen, waarvan € 20.000,-- in mindering zou worden gebracht op de (gok)schuld die hij bij hen had en dat hij € 5.000,-- zelf mocht houden. Verdachte is verteld dat de totale opbrengst van een gelukte oogst € 50.000,-- zou zijn. Er is één keer eerder geoogst. Van de opbrengst van die oogst is € 15.000,-- in mindering gebracht op de schuld van verdachte.
De stroomvoorziening in het pand werd illegaal afgenomen. Het contract voor de levering van elektriciteit stond op naam van het bedrijf [bedrijfsnaam] . Er was een illegale aansluiting voor de hoofdbeveiliging gemaakt op de aansluitleiding in de hoofdaansluitkast. Er was een illegale elektriciteitskabel aangelegd die buiten de elektriciteitsmeter om naar de installatie in het pand liep en de aangesloten installatie geheel of gedeeltelijk van elektriciteit voorzag. Daartoe is het door Enexis Netbeheer BV verzegelde deksel van de hoofdaansluitkast gedemonteerd. De originele zegels zijn verwijderd, vervangen en/of gemanipuleerd. De totale hoeveelheid weggenomen elektriciteit bedraagt 82.270 kWh. De totale schade, bestaande uit weggenomen energie, arbeidskosten, materiaal en administratiekosten bedraagt € 5.457,16.
Is verdachte medepleger van de hennepteelt en de elektriciteitsdiefstal of is hij daaraan medeplichtig?
Verdachte heeft op de zitting van 11 augustus 2020 verklaard dat hij niet bij de opbouw, het verzorgen en het oogsten van de hennepplanten betrokken is geweest. Hij was niet de eigenaar van de kwekerij, maar heeft slechts in opdracht van anderen gehandeld met de bedoeling om de schuld die hij bij hen had af te betalen.
Volgens constante jurisprudentie is de kwalificatie medeplegen slechts dan gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde – intellectuele en/of materiële – bijdrage aan het delict van de verdachte van voldoende gewicht is. Bij de vorming van het oordeel dat sprake is van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking, kan de rechter rekening houden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
Uit de hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden, en uit de inhoud van de bewijsmiddelen volgt dat verdachte:
( a) met degene(n)n bij wie hij een schuld had, heeft afgesproken dat er een hennepkwekerij zou worden opgezet en dat hij een vast bedrag per oogst zou ontvangen;
( b) daartoe ingaande 1 maart 2017 het bedrijfspand aan de [adres 2] in [plaats] heeft gehuurd en het huurcontract voor dat pand op zijn naam heeft gezet;
( c) een bedrijfsnaam heeft bedacht, te weten [bedrijfsnaam] , en dit bedrijf als zijn eenmanszaak heeft ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel, met als vestigingsadres de [adres 2] in [plaats] ;
( d) op naam van [bedrijfsnaam] een contract heeft gesloten met Enexis Netbeheer BV voor de levering van elektriciteit;
( e) contant geld kreeg voor de huur- en elektriciteitskosten, dat hij vervolgens op zijn zakelijke rekening bij de bank stortte, waarna hij bedragen overmaakte naar de verhuurder en Enexis Netbeheer BV;
( f) in het bezit was van een sleutel van het bedrijfspand en diverse keren in het pand is geweest om daar een voertuig te parkeren of weg te rijden, om te verhullen dat er een in werking zijnde hennepkwekerij in het pand aanwezig was;
( g) een kantoor in het pand heeft ingericht en dozen voor de ramen in het pand heeft geplaatst om van buitenaf het zicht op de hennepkwekerij te ontnemen;
( h) ervan op de hoogte was dat er op de bovenverdieping een afgesloten ruimte met 500 hennepplanten (van de soort ‘Haze’) aanwezig was, dat die ruimte was gemaakt van hout en isolatiemateriaal en dat op de begane grond een afgesloten ruimte met 490 hennepplanten van dezelfde soort aanwezig was die er hetzelfde uitzag als de ruimte op de bovenverdieping;
( i) wist dat in oktober 2017, ongeveer een week nadat de politie was gebeld en de buren waren komen kijken in het pand, de hennepkwekerij is ingericht en in gebruik is genomen;
( j) wist dat er afzuigers, isolatiemateriaal, een bestelbus en planten waren aangeschaft ten behoeve van de hennepkwekerij, dat om de twee dagen onderhoud zou worden gepleegd aan de hennepplanten en dat de oogst die de politie in beslag heeft genomen ongeveer twee weken daarna gereed zou zijn.
Op grond van voornoemde omstandigheden is de rechtbank van het oordeel dat de door verdachte geleverde feitelijke bijdrage van meer dan voldoende gewicht is om hem als medepleger van het opzettelijk telen van hennep in het pand aan de [adres 2] in [plaats] en van de diefstal van stroom aan te merken. Verdachte heeft, zowel voorafgaand aan als tijdens het in werking zijn van de hennepkwekerij, een wezenlijke bijdrage geleverd aan de dekmantel voor die kwekerij, terwijl hij een aanzienlijk deel van de opbrengst van elke oogst zou ontvangen en van één oogst ook heeft ontvangen.
De rechtbank gaat daarbij voor feit 2 primair uit van een pleegperiode vanaf 17 oktober 2017.
Uitvoeringshandelingen en beroep of bedrijf
Gezien de op 29 maart 2018 in het bedrijfspand aangetroffen hoeveelheid planten en voorwerpen en de professionele wijze waarop de hennepkwekerij was opgebouwd, is de rechtbank van oordeel dat er sprake was van bedrijfsmatige hennepteelt. De rechtbank acht het onder 1 primair ten laste gelegde bestanddeel “in de uitoefening van beroep of bedrijf” wettig en overtuigend bewezen.