ECLI:NL:RBOVE:2020:2695
Rechtbank Overijssel
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot schorsing ontruiming door Beter Wonen
In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], een kort geding aangespannen tegen de Almelo's Woningstichting Beter Wonen. Eiser vorderde dat de voorzieningenrechter Beter Wonen zou verbieden de aangezegde ontruiming van het gehuurde door te zetten. De vordering is ingediend op 28 juli 2020, en de mondelinge behandeling vond plaats op 29 juli 2020 via een Skype-verbinding. Eiser werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. C.J. van der Have, terwijl Beter Wonen werd vertegenwoordigd door een gemachtigde van Deurwaarderskantoor Wigger Van het Laar.
De achtergrond van het geschil betreft een eerdere uitspraak van de kantonrechter op 9 juni 2020, waarin de huurovereenkomst tussen eiser en Beter Wonen werd ontbonden, met de voorwaarde dat eiser de woning moest verlaten indien hij in gebreke zou blijven met de huurbetalingen. Eiser stelde dat hij zich aan de voorwaarden had gehouden en dat Beter Wonen misbruik maakte van haar executiebevoegdheid door de ontruiming aan te zeggen zonder hem de kans te geven aan het vonnis te voldoen.
De voorzieningenrechter oordeelde dat Beter Wonen beschikte over een geldige ontruimingstitel en dat eiser onvoldoende had aangetoond dat de tenuitvoerlegging van het vonnis tot een noodtoestand zou leiden. De voorzieningenrechter wees de vordering van eiser af en veroordeelde hem in de proceskosten, die aan de zijde van Beter Wonen werden begroot op € 656,00. Het vonnis werd uitgesproken op 12 augustus 2020 door mr. A.E. Zweers.