Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De aanleiding
2.De stukken
- het verlengingsadvies TBS van Reclassering Nederland, daterend uit januari 2020, opgemaakt en ondertekend door [naam 1] , reclasseringswerker, en [naam 2] , unitmanager;
- het voortgangsverslag van Reclassering Nederland van 9 maart 2020 over de periode 6 november 2019 tot en met 4 maart 2020, opgemaakt en ondertekend door [naam 3] , reclasseringswerker en [naam 4] , unitmanager;
- het voortgangsverslag van Reclassering Nederland van 9 juni 2020 over de periode 4 maart 2020 tot en met 4 juni 2020, opgemaakt door [naam 3] , reclasseringswerker;
- de TBS-verlengingsrapportage van 8 januari 2020 opgemaakt door drs. [naam 5] , forensisch psychiater.
3.De procedure
- betrokkene, bijgestaan door zijn raadsman mr. V.S. Nolet, advocaat te ’s Gravenhage;
- de officier van justitie mr. N. Menouar;
- mevrouw [naam 3] , reclasseringswerker, verbonden aan Reclassering Nederland, als deskundige;
- de heer [naam 1] , reclasseringswerker, verbonden aan Reclassering Nederland, als deskundige;
4.De beoordeling
5.De beslissing
wijst afde vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar waardoor de terbeschikkingstelling, zodra deze beslissing onherroepelijk is, zal zijn geëindigd.