In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel op 5 augustus 2020 uitspraak gedaan over de teruggave van een vuurwapen dat betrokken was bij een dodelijk jachtongeluk op 16 juni 2018 in Vriezeveen. Het vuurwapen, een kogelgeweer van het merk Blaser, model R93, was onttrokken aan het verkeer na de veroordeling van de partner van klaagster voor dood door schuld. Klaagster, die het wapen van haar overleden vader heeft geërfd, heeft ter zitting verklaard dat zij emotioneel gehecht is aan het wapen en dat het noodlottige jachtongeluk geen verstoring heeft gebracht in de familierelaties met de familie van de overledene.
De rechtbank heeft het klaagschrift, dat op 18 maart 2020 was ingediend, gegrond verklaard. De officier van justitie had aanvankelijk betoogd dat klaagster niet ontvankelijk was, maar heeft zijn standpunt herzien en geconcludeerd dat teruggave van het wapen aan klaagster niet in strijd is met de wet of het algemeen belang. De rechtbank heeft vastgesteld dat klaagster de eigenaar is van het vuurwapen en dat zij, ondanks de tragedie, het wapen graag terug wil hebben vanwege de emotionele waarde. De rechtbank heeft besloten dat het wapen, na onklaar maken, aan klaagster moet worden teruggegeven.
De beslissing van de rechtbank is genomen in het belang van de emotionele waarde die het wapen voor klaagster heeft, en de rechtbank heeft geoordeeld dat de teruggave van het wapen niet in strijd is met het algemeen belang. De uitspraak is gedaan door rechter B.W.M. Hendriks, in aanwezigheid van griffier D. Gottemaker, en is openbaar uitgesproken op 5 augustus 2020.