4.5De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op
of omstreeks21 februari 2019 te Agelo in de gemeente Dinkelland,
als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (een motorrijtuig met beperkte snelheid, als bedoeld in artikel 1.1 van de Regeling voertuigen, te weten een graafmachine), waarachter een drieassige aanhangwagen (een zogenaamde platte wagen) was gekoppeld,
daarmee zeer
, althans aanmerkelijk,onvoorzichtig,
onoplettenden
/of
onachtzaam (achteruit) heeft gereden,
hierin bestaande dat verdachte,
terwijl de aan de zijkant van die aanhangwagen, zich bevindende (vereiste) reflectie van die zich dwars of nagenoeg dwars op de rijbaan van die [straatnaam 1] bevindende aanhangwagen, slecht zichtbaar was
en
/of
terwijl de zich aan de achterzijde van die aanhangwagen bevindende verlichting, enkel zichtbaar was, voor het verkeer dat zich recht achter dit voertuig bevond,
niet, in elk geval in onvoldoende mate heeft gekeken en/of is blijven
kijken naar het uit de richting Ootmarsum naderende verkeer en
/of
vanuit een aan de [straatnaam 1] aldaar gelegen uitrit, in strijd met het gestelde in artikel 54 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, achteruit de rijbaan van de [straatnaam 1] is op- en overgereden, zijnde bijzondere manoeuvres en
/of
een over die [straatnaam 2] rijdende en uit de richting van Ootmarsum dicht genaderd zijnde bestuurder van een ander motorrijtuig (personenauto) niet voor heeft laten gaan en
/of
is gebotst, althansin aanrijding is gekomen met dat andere motorrijtuig(personenauto,
en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel
of zodanig lichamelijk letselwerd toegebracht.
, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de
uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 21 februari 2019 te Agelo in de gemeente Dinkelland,
als bestuurder van een motorrijtuig (een motorrijtuig met beperkte
snelheid, als bedoeld in artikel 1.1 van de Regeling voertuigen, te weten
een graafmachine), waarachter een drieassige aanhangwagen (een
zogenaamde platte wagen) was gekoppeld en
terwijl de aan de zijkant van die aanhangwagen, zich bevindende
(vereiste) reflectie van die zich dwars of nagenoeg dwars op de rijbaan
van die [straatnaam 1] bevindende aanhangwagen, slecht zichtbaar was
en/of
terwijl de zich aan de achterzijde van die aanhangwagen bevindende
verlichting, enkel zichtbaar was, voor het verkeer dat zich recht achter dit voertuig bevond,
vanuit een aan de [straatnaam 1] aldaar gelegen uitrit, in strijd met het
gestelde in artikel 54 van het Reglement verkeersregels en
verkeerstekens 1990, achteruit de rijbaan van de [straatnaam 1] is op-
en overgereden, zijnde bijzondere manoeuvres en/of
een over die [straatnaam 2] rijdende en uit de richting van Ootmarsum
dicht genaderd zijnde bestuurder van een ander motorrijtuig
(personenauto) niet voor heeft laten gaan en/of
is gebotst, althans in aanrijding is gekomen met dat andere
motorrijtuig(personenauto,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd
veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die
weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden,
voorzover daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven,
geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.