Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser,
het college van burgemeester en wethouders van Zwolle, verweerder.
Procesverloop
27 maart 2020 vragen gesteld, die zijn beantwoord. Partijen hebben geen gebruik meer gemaakt van de gelegenheid op een nadere zitting te worden gehoord. De rechtbank heeft daarop het onderzoek gesloten.
Overwegingen
In het vonnis van de rechter of het besluit van de officier van justitie, rechter-commissaris, advocaat-generaal of Minister van Justitie, wordt opgenomen welke zorg is geïndiceerd voor de forensische patiënt. De indicatiestelling wordt in het volgende hoofdstuk van dit algemene deel van de toelichting nader uiteengezet. De zorg die op basis hiervan wordt verleend, wordt bekostigd via het in dit wetsvoorstel opgenomen stelsel. In de bestaande wetgeving zijn er 19 strafrechtelijke titels opgenomen op grond waarvan forensische zorg kan worden verleend. De overige vormen van zorg die een forensische patiënt behoeft, gedurende de werking van de strafrechtelijke titel op grond waarvan de forensische zorg wordt verleend, worden bekostigd uit de AWBZ, de Zorgverzekeringswet of de Wet Maatschappelijke Ondersteuning.”(TK 2009-2010, 32 398, nr. 3, bladzijde 19).