ECLI:NL:RBOVE:2020:2474
Rechtbank Overijssel
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek van verzoeker tegen rechters en griffie van de Rechtbank Overijssel
In deze wrakingszaak heeft verzoeker op 16 januari 2020 een mondeling verzoek tot wraking ingediend tegen de rechters mr. E. Hoekstra, mr. A. Oosterveld, en mr. A. de Boer, die betrokken waren bij de behandeling van zijn zaak geregistreerd onder AWB 18/2096. Daarnaast heeft verzoeker op 21 januari 2020 een verzoek tot wraking ingediend tegen mr. A.P.W. Esmeijer, teamvoorzitter van de afdeling Bestuursrecht, en de griffie van de rechtbank Overijssel. De wrakingskamer heeft op 12 juni 2020 het wrakingsverzoek openbaar behandeld, waarbij verzoeker en mr. Hoekstra aanwezig waren, terwijl de andere rechters niet verschenen.
De wrakingskamer heeft vastgesteld dat verzoeker zich beklaagde over de manier waarop zijn brieven aan de rechtbank werden behandeld, en dat hij vond dat de rechterlijke macht niet optrad ter bescherming van de burgers tegen de overheid. Verzoeker heeft de rechters beschuldigd van partijdigheid en corrupt gedrag, en heeft het gebruik van het woord 'fascisme' in de rechtszaal verdedigd. De rechters hebben echter aangegeven dat de wrakingsgrond niet objectief gerechtvaardigd was en dat de wrakingsprocedure niet bedoeld is als rechtsmiddel tegen procesbeslissingen.
De wrakingskamer heeft geoordeeld dat verzoeker niet-ontvankelijk is in zijn verzoek tot wraking van de griffie, omdat deze niet onder de wrakingsregeling valt. Wat betreft mr. Esmeijer heeft de wrakingskamer geoordeeld dat hij als behandelend rechter kan worden aangemerkt, maar dat de gronden voor wraking niet objectief gerechtvaardigd zijn. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking afgewezen, met de overweging dat de rechters zich aan de fatsoensnormen hebben gehouden en dat de procedure op een ordelijke wijze is verlopen.