11.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte primair meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
primair:poging tot zware mishandeling;
- verklaart verdachte strafbaar voor het primair bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
120 (honderdtwintig) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
60 dagen;
- beveelt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste 60 in verzekering of voorlopige hechtenis doorgebrachte dagen, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt;
-
ontzegtverdachte
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
6 (zes)maanden;
- bepaalt dat de bijkomende straf van ontzegging niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
- bepaalt dat de benadeelde partij [aangever] in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Peper, voorzitter, mrs. R.M. van Vuure en
H.R. Schimmel, rechters, in tegenwoordigheid van D.D. Drost, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 21 juli 2020.
Buiten staat
Mr. R.M. van Vuure is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
1. Een proces-verbaal van aangifte [aangever] van 19 januari 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever, pagina1-3;
Vandaag 19 januari 2018 was ik aan het werk als verkeersregelaar voor de open dag van
het [school] te Zwolle. Ik was duidelijk herkenbaar gekleed als verkeersregelaar met een oranjekleurig verkeersvest met reflecterende strepen. Omstreeks 19.45 uur komt er een auto vanaf de rotonde rijden in mijn richting. (…) Ik zie dat de bestuurder vervolgens optrekt en links af slaat en zijn auto parkeert in 1 van de parkeervakken voor de apotheek gelegen aan de [straat] . Omdat het niet de bedoeling is om hier te parkeren steek in de weg
over en loop ik naar de geparkeerde auto. Ik zie dat de bestuurder en zijn passagier
uit de auto stappen. Ik spreek de bestuurder aan en zeg duidelijk tegen hem dat het niet de bedoeling is om zijn auto hier te parkeren. Ik zeg tegen de bestuurder dat hij zijn auto moet parkeren in de parkeergarage PI. (…)
De auto rijdt het parkeervak uit. (…) In de tussentijd ga ik voor de auto staan. Ik sta hierbij zeer kort voor de auto. Plots trekt hij op en ik kan geen kant meer op. Ik voel dat de auto mijn benen en knieën raakt. Het enige dat ik kan doen om te voorkomen dat ik onder de auto terecht kom is op de motorkap te duiken. Ik bedenk mij niet en duik op de motorkap (…)
De bestuurder rijdt daarbij nog een aantal meters door tot hij bij de openbare weg komt. Hier mindert de auto vaart en spring ik van de motorkap af.
2. Een proces-verbaal van verhoor [getuige 1] van 20 januari 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige, pagina10-11:
Op vrijdag 19 januari 2018, omstreeks 19.45 uur, was ik samen met mijn zoon naar
Zwolle gegaan voor een open dag van het [school] gevestigd aan de [adres 2] te Zwolle. (….) Ongeveer ter hoogte van de PI zag ik aan de overkant van de weg achteruitrijdlichten aan gaan. Ik zag dat een personenauto weg wilde rijden. Ik wilde daar gaan parkeren dus had ik mijn focus daarop gericht. Ik zag een verkeersregelaar op de weg staan. (…) Ik zag dat de auto achteruit reed. Ik zag dat de verkeersregelaar een
tikje op de auto gaf om te voorkomen dat hij geraakt werd. (…) Ik zag ook dat er een vrouw aan de bestuurderszijde van de auto stond. Ik zag dat zij het portier opende. Ik kon wel zien dat er een woordenwisseling tussen die twee plaatsvond.
(…) Ik zag vervolgens dat de verkeersregelaar voor de auto ging staan. Ik zag dat de bestuurder van de auto opzettelijk tegen de benen van de verkeersregelaar aanreed. Ik zag dat de verkeersregelaar mee strompelde met de auto. Hij lag hierbij gedeeltelijk op de motorkap. Mijn zoon had het kenteken van de personenauto genoteerd in zijn telefoon. Het betrof het kenteken [kenteken] .
3. Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] van 20 januari 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige, pagina12-13:
Op vrijdag 19 januari 2018 gingen mijn man en ik naar de open dag van het [school] in Zwolle. Op de weg bij de school stond een jongen op straat met oranje hesje het verkeer te regelen. Omdat wij er maar eventjes moesten zijn, mochten we langs de zijkant parkeren. Wij parkeerden daar en ik liep een klein stukje en zag dat die verkeersregelaar aangereden werd (…). De automobilist reed achteruit een parkeervak in. Ik ben naar deze auto gelopen en trok het portier open. Ik sprak de man aan. Hij antwoordde: "Ja, ik moet hier weg en ga jij aan de kant". De man trok het portier weer dicht en ik hoorde dat hij gas gaf. Op dat moment was die verkeersregelaar naar de voorzijde de auto gelopen. De verkeersregelaar stond voor de auto om hem te laten stoppen. Ik hoorde dat die man weer gas gaf en optrok, terwijl die verkeersregelaar voor de auto stond. Die verkeersregelaar kon geen kant meer op en kwam op de motorkap terecht. De bestuurder van die auto reed gewoon door met die verkeersregelaar op de motorkap. (…) Ik heb toen het kenteken van de auto doorgegeven. Het kenteken is [kenteken] .
4. De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 juli 2020, voor zover inhoudende,
zakelijk weergegeven:
Het klopt dat ik op 19 januari 2018 met mijn zoon naar de open dag van [school] ben gegaan. Ik reed in mijn Volkswagen Passat Station met kenteken [kenteken] .