ECLI:NL:RBOVE:2020:2464

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
20 juli 2020
Publicatiedatum
20 juli 2020
Zaaknummer
08-994565-18 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor illegaal bezit en ter beschikking stellen van professioneel vuurwerk

Op 20 juli 2020 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen twee mannen uit Groningen, van 39 en 32 jaar oud, die zijn veroordeeld voor het illegale bezit van professioneel vuurwerk. De rechtbank oordeelde dat de mannen, die handelden uit financieel gewin, zich niet bekommerden om de gevaren die hun handelen met zich meebracht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de mannen op 6 december 2018 professioneel vuurwerk hebben opgeslagen en ter beschikking hebben gesteld aan een ander. De verdachten kregen een taakstraf van 120 uur opgelegd, met daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden, met een proeftijd van drie jaar. De rechtbank overwoog dat het voorhanden hebben van een dergelijke hoeveelheid professioneel vuurwerk aanzienlijke risico's met zich meebracht voor de omgeving en dat de verdachten zich niet bewust waren van deze gevaren. De rechtbank heeft de straffen bepaald op basis van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en heeft rekening gehouden met het tijdsverloop sinds de aanhouding van de verdachten. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie voor een gevangenisstraf van zes maanden afgewezen en in plaats daarvan gekozen voor een taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige economische kamer voor de behandeling van strafzaken
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08-994565-18 (P)
Datum vonnis: 20 juli 2020
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1987 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 6 juli 2020.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. C.V. van Overbeeke en van hetgeen door de raadsman van de verdachte, mr. J.M. Keizer, advocaat te Amsterdam, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:professioneel vuurwerk heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad;
feit 2:professioneel vuurwerk aan een ander ter beschikking heeft gesteld.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
Primair
hij op of omstreeks 6 december 2018, aan de [adres] te Groningen,
althans in de provincie Groningen en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, al dan niet opzettelijk, als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis, professioneel vuurwerk, te weten:
- 200 stuks, althans één of meer stuks knalvuurwerk, (Spanish Crackers) en/of
- 2000 stuks, (24,50 kg), althans één of meer stuks knalvuurwerk, (Cobra-traat) en/of
- 4000 stuks, (13,30 kg), althans één of meer stuks knalvuurwerk, (Schweizer kracher) en/of - 2 stuks, (6,2 kg), althans één of meer stuks flowerbeds, (FD2024-H met draaizon),
in elk geval een hoeveelheid professioneel vuurwerk, heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad;
Subsidiair
hij op of omstreeks 6 december 2018, aan de [adres] te Groningen, althans in de provincie Groningen en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, al dan niet opzettelijk, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten:
- 200 stuks, althans één of meer stuks knalvuurwerk, (Spanish Crackers) en/of
- 2000 stuks, (24,50 kg), althans één of meer stuks knalvuurwerk, (Cobra-traat) en/of
- 4000 stuks, (13,30 kg), althans één of meer stuks knalvuurwerk, (Schweizer
kracher) en/of
- 2 stuks, (6,2 kg), althans één of meer stuks flowerbeds, (FD2024-H met
draaizon),
in elk geval een hoeveelheid professioneel vuurwerk, heeft opgeslagen en/of
voorhanden heeft gehad;
2
Primair
hij op of omstreeks 6 december 2018, aan de [adres] te Groningen, althans in de provincie Groningen en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, al dan niet opzettelijk, aan een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis, professioneel vuurwerk, te weten:
- 200 stuks, althans één of meer stuks knalvuurwerk, (Spanish Crackers) en/of
- 1000 stuks, (12,25 kg), althans één of meer stuks knalvuurwerk, (Cobra-traat) en/of
in elk geval een hoeveelheid professioneel vuurwerk, ter beschikking heeft gesteld;
Subsidiair
hij op of omstreeks 6 december 2018, aan de [adres] te Groningen, althans in de provincie Groningen en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, al dan niet opzettelijk, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten:
- 200 stuks, althans één of meer stuks knalvuurwerk, (Spanish Crackers) en/of
- 1000 stuks, (12,25 kg), althans één of meer stuks knalvuurwerk, (Cobra-traat)
in elk geval een hoeveelheid professioneel vuurwerk, ter beschikking heeft
gesteld;

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het als feit 1 primair en feit 2 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen. Wel dient verdachte volgens de officier van justitie te worden vrijgesproken van het in vereniging plegen van feit 1.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het in vereniging plegen van feit 1 en het voorhanden hebben van Spanish Crackers en Cobra-traten, omdat verdachte die niet tot zijn beschikking heeft gehad.
4.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Een verbalisant wordt in zijn privétijd in een café door een man aangesproken met de vraag of hij interesse heeft in vuurwerk. De man zegt over veel en zwaar (illegaal) vuurwerk te beschikken. Gelet op de gevaren die met het voorhanden hebben en afsteken van dergelijk vuurwerk gepaard gaan, wordt een bevel pseudokoop afgegeven. [2] Vanaf 23 november 2018 probeert de pseudokoper van de politie telefonisch in contact te komen met de aanbieder. Op 25 november 2018 laat de aanbieder echter weten dat het grootspraak was en dat hij helemaal niet in vuurwerk handelt. Enkele dagen later ontvangt de pseudokoper een WhatsApp-bericht van een ander telefoonnummer. Uiteindelijk komt het tot een afspraak, waarbij de persoon een doos vlinders en een doos nitraten van acht gram aan de pseudokoper zal leveren voor een totaalprijs van € 550--.
Afgesproken wordt op 6 december 2018 op de parkeerplaats bij de [bouwmarkt] in Groningen, gelegen aan de [adres] . Op 6 december 2018 parkeren een witte bus en een donkere BMW naast het voertuig van de pseudokoper. De bestuurder van de bus stelde zich aan de pseudokoper voor als [medeverdachte] . De bestuurder van de BMW kwam er ook bij staan, maar stelde zich niet voor. De pseudokoper verbaliseert hierover vervolgens: ‘
ging vervolgens naar de achterzijde van de witte bus en haalde daar een vierkante doos uit. Ik opende inmiddels de kofferbak van mijn voertuig. Ik nam deze doos van hem over en zette deze doos in de kofferbak van mijn voertuig. Ik zag toen dat de bestuurder van de BMW een langwerpige doos uit zijn BMW haalde en op mij afliep. Ik pakte deze doos van hem over en legde deze doos bij de andere doos die al in de kofferbak van mij voertuig lag’.
De mannen worden aangehouden en de bestuurder van de BMW blijkt verdachte te zijn en de bestuurder van de witte bus medeverdachte [medeverdachte] . [3]
Na onderzoek aan het vuurwerk dat door de pseudokoper is ontvangen blijkt dat het een doos met 200 stuks Spanish Crackers en een doos met 1000 stuks Cobra-traat betreft, die beide als professioneel vuurwerk kunnen worden aangemerkt. [4]
De rechtbank heeft op de foto’s op pagina 76, 77 en 78 van het dossier waargenomen dat de Spanish Crackers zijn verpakt in een vierkante doos en de Cobra-traten in een langwerpige doos.
In de auto van verdachte wordt nog een doos met 4000 stuks Schweizer krachers knalvuurwerk (‘strijkers’) en een doos met twee flowerbeds (FD2024-H met draaizon) aangetroffen, dat ook als professioneel vuurwerk kunnen worden aangemerkt. [5]
Bewijsoverwegingen
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de hiervoor genoemde bewijsmiddelen het als feit 1 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen, in die zin dat verdachte op 6 december 2018 opzettelijk 1000 Cobra-traten, 4000 Schweizer krachers en twee flowerbeds voorhanden heeft gehad.
Met de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat er geen bewijs is dat verdachte dit feit in een nauwe en bewuste samenwerking met een ander heeft gepleegd, zodat zij verdachte zal vrijspreken van het in vereniging plegen van dit feit. Daarom kan ook niet worden bewezen dat verdachte de ten laste gelegde 200 Spanish Crackers en 1000 (van de 2000 ten laste gelegde) Cobra-traten, die in het voertuig van de medeverdachte zijn aangetroffen, voorhanden heeft gehad, zodat de rechtbank verdachte ook daarvan zal vrijspreken.
Gelet op de hiervoor genoemde bewijsmiddelen is ook het als feit 2 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank overweegt dat overeenkomstig de bestelling 200 Spanish Crackers en 1000 Cobra-traten door verdachte en de medeverdachte gezamenlijk aan de pseudokoper ter beschikking zijn gesteld. Verdachte en de medeverdachte kwamen immers gelijktijdig met hun eigen auto naar de afgesproken locatie, parkeerden hun voertuig naast het voertuig van de pseudokoper, zijn beiden naar de pseudokoper gelopen en hebben vervolgens ieder een doos vuurwerk afkomstig uit hun eigen auto aan de pseudokoper overhandigd.
Gelet daarop is de rechtbank van oordeel dat de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachte is komen vast te staan. Daarom kan wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte in vereniging opzettelijk 200 Spanish Crackers en 1000 Cobra-traten aan een ander ter beschikking heeft gesteld.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1
Primair
hij op 6 december 2018, aan de [adres] te Groningen, opzettelijk, als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis, professioneel vuurwerk, te weten:
- 1000 stuks knalvuurwerk (Cobra-traat) en
- 4000 stuks knalvuurwerk (Schweizer kracher) en
- 2 stuks flowerbeds, (FD2024-H met draaizon),
voorhanden heeft gehad;
2
Primair
hij op 6 december 2018, aan de [adres] te Groningen, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk, aan een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis, professioneel vuurwerk, te weten:
- 200 stuks knalvuurwerk (Spanish Crackers) en
- 1000 stuks knalvuurwerk (Cobra-traat),
ter beschikking heeft gesteld;
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) en de artikelen en artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit, in samenhang met artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Anders dan de raadsman is de rechtbank van oordeel dat sprake is van meerdaadse samenloop tussen beide feiten, en niet van een voortgezette handeling. Immers is niet gebleken dat één ongeoorloofd wilsbesluit ten grondslag heeft gelegen aan beide feiten. Daarnaast is ook de strekking van het verbod op het voorhanden hebben van professioneel vuurwerk en het verbod op het ter beschikking stellen van professioneel vuurwerk meer dan enigszins uiteenlopend.
Het bewezen verklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf:
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit juncto artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan;
feit 2
het misdrijf:
medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit juncto artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezen verklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van zes maanden geëist.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd een straf op te leggen gelijk aan de tijd die verdachte in verzekering heeft doorgebracht. Verdachte heeft zich volgens hem niet schuldig gemaakt aan het bezit of het ter beschikking stellen van de zwaarste categorie (categorie III)vuurwerk, is first-offender en er is sprake van een fors tijdsverloop.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het illegaal voorhanden hebben van 37,5 kilogram professioneel vuurwerk. Daarnaast heeft verdachte met zijn medeverdachte 18 kilogram professioneel vuurwerk ter beschikking gesteld aan anderen. Anders dan door de raadsman is betoogd, kan zowel het ter beschikking stellen van de Cobra-traten (categorie II-vuurwerk) als de Spanish Crackers (categorie III-vuurwerk) vanwege het medeplegen aan verdachte worden toegerekend.
Professioneel vuurwerk is als zodanig gekwalificeerd, omdat het veel gevaarlijker is dan consumentenvuurwerk. Verdachte heeft kennelijk alleen uit financieel gewin gehandeld en zich niet bekommerd om het gevaar voor anderen. Ontploffing van deze hoeveelheid vuurwerk had grote gevolgen kunnen hebben voor de omgeving. Ook het afsteken van dergelijk vuurwerk brengt risico’s met zich, niet alleen voor degene die het ontsteekt, maar ook voor omstanders. Ernstige gehoorbeschadiging, zwaar lichamelijk letsel of overlijden kan daarvan het gevolg zijn. Het voorhanden hebben van een dergelijke hoeveelheid professioneel vuurwerk levert gevaren op voor mens en dier en veroorzaakt dus maatschappelijk onacceptabele risico’s. Verdachte heeft er geen blijk van gegeven zich bewust te zijn van het gevaar dat hij door zijn handelen heeft veroorzaakt. Vanwege de ernst van de feiten kan niet worden volstaan met de door de raadsman bepleitte straf.
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd als uitgangspunt genomen. In het bijzonder heeft de rechtbank rekening gehouden met de straf die aan medeverdachte [medeverdachte] (parketnummer: 08-994566-18) is opgelegd. Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank er acht op geslagen dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld. Ook heeft de rechtbank acht geslagen op het tijdsverloop sinds de aanhouding van verdachte op 6 december 2018 en op de tijd die verdachte in deze zaak in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht (hij is op 12 december 2018 heengezonden). De rechtbank zal daarom in deze zaak nu niet meer overgaan tot het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Alles afwegende acht de rechtbank anders dan de officier van justitie een taakstraf van 120 uren en – als stok achter de deur – een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden met een proeftijd van drie jaren passend en geboden. De rechtbank beoogt met laatstgenoemd strafdeel verdachte ervan te weerhouden zich nogmaals met deze gevaarzettende illegale handel bezig te houden.
Wat betreft de afwikkeling van eventueel beslag overweegt de rechtbank nog dat de officier van justitie volgens artikel 309 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) een beslaglijst moet overleggen en in het requisitoir per voorwerp een beslissing dient te vorderen. De rechtbank constateert dat geen beslaglijst is overgelegd. Ook anderszins is onvoldoende gebleken van voortduring van een krachtens artikel 94 Sv gelegd beslag, waarop de rechtbank op grond van artikel 353, eerste lid, Sv verplicht is te beslissen. Over beslag zal de rechtbank, voor zover daarvan al sprake is, daarom thans geen beslissing nemen.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de Economische Delicten en op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte als feit 1 primair en feit 2 primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1
het misdrijf:
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit juncto artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan.
feit 2
het misdrijf:
medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit juncto artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
120 (honderdtwintig) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
60 (zestig) dagen;
- beveelt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste 60 in verzekering of voorlopige hechtenis doorgebrachte dagen, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt;
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Mulder, voorzitter, mr. M. Melaard en mr. J. de Ruiter, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.P. Ponsteen, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 20 juli 2020.
Mr. J. de Ruiter en mr. J. Mulder zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Noord-Nederland met nummer PL0100-2018293691-03 (onderzoek: MANU). Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Proces-verbaal van bevindingen van 7 november 2018 (pagina 19 e.v.) in combinatie met bevel pseudokoop en/of -dienstverlening (pagina 35).
3.Proces-verbaal van bevindingen (pagina 36 en 37) in combinatie met proces-verbaal van bevindingen (pagina 40 en 41).
4.Kennisgeving van inbeslagneming (pagina 111), Verkort proces-verbaal onderzoek vuurwerk Centraal Onderzoeksteam Vuurwerk (COV) (pagina 265) en het NFI rapport ‘explosievenonderzoek naar aanleiding van het aantreffen van betwist vuurwerk’ (pagina 279) (ten aanzien van de Cobra-traten) en het NFI rapport ‘explosievenonderzoek naar aanleiding van het aantreffen van betwist vuurwerk’ (pagina 296) (ten aanzien van de Spanish Crackers, ook wel: vlinders).
5.Kennisgeving van inbeslagneming (pagina 114) en Verkort proces-verbaal onderzoek vuurwerk Centraal Onderzoeksteam Vuurwerk (COV) (pagina 299 e.v.).