9.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf: opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
540 (vijfhonderdveertig) dagen;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
354 (driehonderdvierenvijftig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien veroordeelde voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat veroordeelde:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat veroordeelde:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- zich laat opnemen in de forensisch psychiatrische kliniek De Boog, GGNet te Warnsveld of een soortgelijke instelling. De opname duurt een jaar of zoveel korter als de reclassering nodig acht. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
- zijn medewerking verleent aan een vorm van begeleid wonen, indien als vervolgstap in de behandeling hiervoor wordt geopteerd. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering dat nodig acht. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- geen drugs gebruikt en meewerkt aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat veroordeelde:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Rikken, voorzitter, mr. C.C.S. Bordenga-Koppes en mr. M.A.H. Heijink, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.M. Hoek, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 17 juli 2020.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Het proces-verbaal van aangifte van [oma verdachte] van 4 november 2019, pagina’s 3 en 4, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangeefster.
Ik doe aangifte van brandstichting in mijn woning. Ik ben woonachtig aan de [adres] te Hengelo. Dit betreft een hoekwoning. Achter mijn woning zit de keuken aangebouwd en deze loopt over naar een soort wasruimte en daarachter zit ons omgebouwde schuurtje.
Ik lag vanmorgen, maandag 4 november 2019, te slapen toen ik de bel hoorde. Ik ben toen naar de voordeur gelopen en heb deze geopend. Ik keek naar buiten en zag niemand staan. Daarom ben ik weer naar binnen gegaan en naar de woonkamer gelopen. Ik zag toen door het achterraam dat het schuurtje/slaapkamer in brand stond. Ik zag namelijk de vlammen uit de deur komen. Ik ben direct naar de wasruimte gelopen en wilde op de deur van de slaapkamer bonken om mijn kleinzoon wakker te maken. Ik zag toen dat de wasmachine voor de deur van die slaapkamer stond. Ik ben toen direct naar mijn buurman gelopen om de zeggen dat
hij de brandweer moest bellen. Dit heeft hij gedaan. Ik zie nu na die tijd dat er veel schade in de slaapkamer is. Alle goederen zijn kapot in deze kamer. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] van 7 november 2019, pagina’s 33 tot en met 37, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van die verbalisant.
Op maandag 4 november 2019, omstreeks 08.00 uur, kreeg ik, als opgeleid brandonderzoeker, het verzoek om een forensisch onderzoek in te stellen in en rond de woning perceel [adres] te Hengelo in verband met een brand welke op maandag
4 november 2019, omstreeks 06.40 uur, in een aanbouw aan de achterzijde van deze
woning had gewoed.
Op de begane grond aan de linker achterzijde van de woning bevond zich een aanbouw.
Vanaf de woonkamer, welke zich aan de rechterzijde op de begane grond in de woning
bevond, de aanbouw in gezien bevond zich daar in het eerste deel van de aanbouw de
keuken. Via een binnendeur gaf deze keuken vervolgens toegang tot een bijkeuken welke
zich daar vervolgens in de aanbouw bevond. Deze bijkeuken was aan de rechterzijde
voorzien van een buitendeur welke toegang gaf tot de achtertuin. Via een binnendeur
gaf deze bijkeuken tenslotte toegang tot een bergruimte welke zich daar achteraan in
deze aanbouw bevond. Deze bergruimte was eveneens voorzien van een buitendeur welke
toegang gaf tot de achtertuin. De buitendeur van deze bergruimte was voorzien van een
raam.
Deze woning werd bewoond door een 79 jarige bewoonster en haar 26 jarige kleinzoon, waarbij de bewoonster in een slaapkamer op de verdieping in de woning sliep en waarbij de kleinzoon sliep in de bergruimte welke was ingericht als slaapkamer.
De bewoonster was die ochtend omstreeks 06.30 uur wakker geworden omdat er werd
aangebeld aan de voordeur.
Ik zag daar dat de bergruimte, welke zich daar in het laatste deel van de aanbouw bevond, was ingericht als slaapkamer. Ik zag daar namelijk een bed met beddengoed in deze ruimte staan.
BRANDSTICHTING;
Uit het gegeven dat ik ter plaatse twee afzonderlijke primaire brandhaarden heb aangetroffen, waarbij bij beide brandhaarden afzonderlijk vuur moet zijn ingebracht om deze branden te ontsteken, kan blijken dat dit vuur opzettelijk moet zijn ingebracht. Hieruit blijkt derhalve dat er sprake is van brandstichting; de dader heeft op twee afzonderlijke locaties opzettelijk vuur ingebracht om deze twee brandhaarden te ontsteken.
GEVAARZETTING;
De brand had gewoed in de achterste ruimte van de aanbouw. Bij deze brand is schade ontstaan aan ondermeer de deur, het kozijn, de vloer en de muren. Zonder de snelle inzet van de hulpdiensten, en met name de brandweer, doordat de brand bijvoorbeeld later was ontdekt dan had de brand, vanuit deze slaapkamer, eenvoudig via de houten tussendeur kunnen doorslaan naar de bijkeuken en vervolgens zelfs naar de keuken en de rest van de woning. Tevens had de brand dan via het dak kunnen overslaan naar de naastgelegen aanbouw van de buren.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 3 juli 2019, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte.
Ik heb op 4 november 2019 in de kamer waar ik sliep in het huis van mijn oma aan de [adres] in Hengelo brand gesticht. Ik heb met een aansteker het gordijn en een laken op het bed aangestoken.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte van 4 november 2019, pagina 31, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte.
Ik ben niet lang gebleven. Ik zag toen dat er een vlam kwam. Ik zag dat het een kleine vlam was en die werd steeds groter. Ik heb de wasmachine verplaatst omdat ik niet wilde dat de oma te snel het vuur zou doven. Mijn oma was boven in de woning. Ze lag daar te slapen.