10.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
ontucht plegen met zijn minderjarig kind;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de veroordeelde:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat de veroordeelde:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland, Molenstraat 50 in Enschede, op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- zich ambulant laat behandelen bij de forensische polikliniek Transfore of een soortgelijke instelling, ter beoordeling van de reclassering, indien en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht. De veroordeelde zal zich dan houden aan de regels die door of namens de leiding van de polikliniek zullen worden gegeven;
- gedurende de proeftijd op geen enkele wijze, met uitzondering van telefonisch contact, – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [kind] , geboren op 15 juli 2020, zo lang de reclassering dit nodig acht;
- zich gedurende de proeftijd onthoudt van het gebruik van alcohol en zich verplicht ten behoeve van de naleving van dit verbod mee te werken aan urineonderzoek of ademonderzoek.
Daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de veroordeelde:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
180 (honderdtachtig) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
90 (negentig) dagen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [kind] (geboren op [geboortedatum 2] ) van een bedrag van € 1.500,-- (éénduizendvijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 december 2018;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.500,-- (éénduizendvijfhonderd euro),te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
23 december 2018 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 25 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Rikken, voorzitter, mr. M.A.H. Heijink en
mr. E.J.M. Bos, rechters, in tegenwoordigheid van mr. W.J. van der Leest, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 10 juli 2020.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland, dienst Regionale Recherche, afdeling Thematische opsporing, team Zeden, met nummer PL0600-2018576818, van 9 april 2019. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 26 juni 2020, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, de verklaring van verdachte [verdachte] :
Op 23 december 2018 zat mijn dochter [kind] bij mij op schoot. Ik had mijn hand op haar bovenbeen. Ik heb haar in haar lies geknepen.
2.
Het proces-verbaal van aangifte van [kind] van 9 januari 2019 (blz. 17), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik doe aangifte van seksueel misbruik gepleegd door [verdachte] ten
opzichte van mijn dochter [kind] van 8 jaar oud.
V: Wanneer werden jullie kinderen geboren?
A: [kind] op [geboortedatum 2] .
A: Toen vertelde [naam] dat hij had gezien dat [verdachte] met zijn hand onder het jurkje van [kind] zat in de richting van de onderbroek, bij de vagina. Ik vroeg het aan [kind] die er ook bij stond toen [naam] het aan mij vertelde, wat papa had gedaan. [kind] zei “Hij probeerde de hele tijd mijn broekje uit te trekken”.
A: Dat hij de hele tijd probeerde om haar broek uit te trekken en later vertelde ze nog dat hij had geprobeerd om bij haar plasser te komen. Hij wreef daarbij over haar been en ging naar haar plasser.
V: Hoe was [kind] toen ze jou dit vertelde?
A: [kind] was boos. Ik zag dat ze druk was en luidruchtig sprak.
V: Wat deed de politie?
A: Ze waren met twee auto's en twee agenten kwamen naar binnen. Ik vertelde wat er aan de hand was. Ze hebben toen aan [kind] gevraagd wat er was gebeurd. [kind] vertelde weer dat papa haar broekje uit wilde trekken en met zijn hand naar de plasser van haar wilde gaan.
3.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] En [getuige 2] van 24 januari 2019
(blz. 33), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige:
Op 23 december 2018 kwam ik in de woning aan de [adres 2] in Enschede.
[kind] zei telkens “papa heeft aan mij gezeten, papa heeft aan mij gezeten”.
Ik zat vervolgens naast [kind] op de bank en vroeg haar of papa dat vaker bij haar had gedaan. [kind] herhaalde weer dat ze het mama al een keer eerder had verteld en dat
mama toen dronken was.
4.
het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van 14 januari 2019 (blz. 38) voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 23 december 2018 kwam ik aan de [adres 2] .
Ik vroeg aan [kind] wat er precies gebeurd was met haar vader. Ik hoorde [kind] zeggen
dat zij met haar vader op de bank zat en dat haar vader toen met zijn hand tussen haar benen zat.
5.
Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 2] van 31 januari 2019 (blz. 45), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
V: Hij had mij op schoot.
A: Hij ging wel hier tussen mijn benen.
V: En wat voelde je dan?
A: Hij kneep mij wel een beetje.
V: En waar kneep hij jou dan?
A: Hier gewoon tussen mijn benen.
V: En waar stopte die hand tussen jou benen?
A: Gewoon hier tussen mijn benen.
V: Is dat je bovenbenen of een andere plek?
A: Bij de bovenbenen.
V: Bij de bovenbenen en daar kneep die.
A: Ja een beetje.
V: En wat voelde jij dan?
A: Ja ik voelde wel iets raars.
V: Waar voelde jij iets raars?
V: En wat zit daar dan?
A: Mijn plassertje.